125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 24

kuyper en het theologisch hoger onderwijs

actueel. Een aantal ontwerpen passeerde de revue. Zo wilde minister J. Heemskerk Azn in 1868 alle theologische faculteiten sluiten en bood hij de hervormde kerk aan één of meer kweekscholen te stichten, op kosten van de staat. Zijn opvolger C. Fock handhaafde de theologie, maar hij schrapte dogmatiek en praktische theologie uit het vakkenpakket. Genoemde vakken hebben geen wetenschappelijk karakter, zo meenden vele liberalen in die tijd. Niet alleen de godsdienst, maar ook de theologie is een zaak van geloof. Het daarop volgende voorstel van C. Geertsema werd eveneens in sterke mate bepaald door moderne wetenschapstheoretische overwegingen. Hij wilde een faculteit van godsdienstwetenschap. Niet God of Zijn openbaring zijn voorwerp van wetenschappelijke reflectie, maar het verschijnsel godsdienst. In 1875 diende Heemskerk zijn oude voorstel opnieuw in. Een en ander leidde bij de behandeling van het laatste ontwerp tot ingewikkelde discussies. Ecclesiologische, wetenschapstheoretische en staatsrechtelijke argumenten bepaalden het debat. Uiteindelijk werd vastgesteld dat de faculteit der godgeleerdheid gehandhaafd zou worden. Zij zou echter niet langer dienen als hervormde predikantsopleiding, maar als een algemene wetenschappelijke opleiding die als basis kon dienen voor de bijzondere predikantsopleidingen van de diverse protestantse kerken. Het vastgestelde curriculum werd geacht wetenschappelijk te zijn.17 Een faculteit diende echter niet alleen voor de zelfstandige beoefening van de wetenschap, maar werd ook geacht op te leiden tot een maatschappelijke functie. Om daaraan recht te doen en tegelijkertijd aan de gewenste verhouding tussen de staat en de kerken, kwam het tot een duplex ordo. Naast de staatshoogleraren mochten kerkelijke hoogleraren worden benoemd. Zo voldeed ook de theologische faculteit aan de dubbele doelstelling van de universiteiten. De hervormde kerk kreeg uiteindelijk de middelen om per faculteit twee hoogleraren te benoemen. Ook de lutheranen, doopgsgezinden en remonstranten maakten van deze nieuwe wettelijke regeling gebruik. Over de interpretatie van de wet is al meer dan 125 jaar veel te doen. Het is in ieder geval volstrekt duidelijk dat de wetgever de theologische faculteit een meer literair-historisch en wijsgerig karakter wilde geven. In zes van de tien omschreven vakken gaat het om geschiedenis, en traditionele vakken als dogmatiek en praktische theologie waren uit

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 23

23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen