125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 274

h. m. kuitert en de uitbarsting

het optreden van Kuitert.24 J. G. Aalders achtte het antwoord aan Van Veen weinig pastoraal. ‘Wij moeten het gereformeerde volk niet kwijtraken.’ O. C. Broek Roelofs deelde deze kritiek. Bovendien waren er ook nog gereformeerde wetenschapsmensen die moeilijkheden hadden met Kuiterts stellingname. Zou een gesprek met mensen van hoog niveau niet nuttig zijn? L. Zielhuis was echter vol bewondering voor Kuitert en pleitte ervoor dat deze de ruimte zou worden geboden. Ook F. L. Bos had waardering voor Kuitert, bij wie weliswaar een zekere boudheid te bespeuren viel, maar die wel de grote vragen durfde te stellen. Duidelijk is dat de meeste deputaten begrip hadden voor het feit dat Kuitert bepaalde thema’s aan de orde stelde, maar dat ze aarzelingen hadden bij de wijze waarop hij dat deed. Afgesproken werd dat van de ‘bezwaarschriften’ melding zou worden gemaakt aan de synode en dat Broek Roelofs en Bos een gesprek met Kuitert zouden hebben.25 Enkele dagen na deze vergadering vroegen directeuren de instemming van deputaten met de benoeming van Kuitert tot hoogleraar.26 Het verzoek kwam dus bepaald niet op een gelukkig moment. Met het voorstel Kuitert te benoemen tot hoogleraar hingen enkele andere wijzigingen samen. Het hele traject werd ingezet toen drs. J. Plomp – vanaf 1963 werkzaam aan de faculteit – in 1966 benoemd werd tot hoogleraar kerkrecht te Kampen en de faculteit zich op 2 mei van dat jaar bezon op haar toekomst.27 Omdat Nauta gaarne het kerkrecht weer voor zijn rekening nam, wilde de faculteit Augustijn voordragen als lector om vanaf 1 september 1966 een deel van diens taak in de kerkgeschiedenis over te nemen. Tevens werd gesproken over een wijziging van de leeropdracht van Van den Berg. Het was de bedoeling dat deze te zijner tijd naast Augustijn hoogleraar zou worden voor de kerkgeschiedenis en het kerkrecht.28 Voor ethiek had de faculteit Kuitert op het oog. De faculteit besloot vooralsnog alleen een brief aan curatoren te zenden over de benoeming van Augustijn. Over een andere leeropdracht voor Van den Berg en de benoeming van Kuitert wilde zij met curatoren mondeling van gedachten wisselen.29 Blijkaar was zij er niet helemaal zeker van dat curatoren zich in een benoeming van Kuitert konden vinden en wilden ze eerst het terrein verkennen. Uit het overleg met curatoren kwam naar voren dat curatoren met de benoeming van Augustijn tot lector akkoord konden gaan. De

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 273

273

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen