GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 378

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 378

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctores van faculteit der godgeleerdheid de christelijke politiek in het toenmalige Nederlands-Indië. In later jaren was hij nauw betrokken bij de Indonesische Raad van Kerken, was hij lid van de Internationale Zendingsraad en stond hij aan de wieg van de oprichting van de Christelijke Universiteit van Djakarta. De Vrije Universiteit diende hem daarbij tot voorbeeld. Het besluit hem een eredoctoraat toe te kennen werd reeds genomen in 1964, maar op verzoek van Mulia zelf werd een en ander aangehouden. De verhouding tussen Nederland en Indonesië was nog niet helemaal ontdooid en het wachten was op een cultureel akkoord dat de samenwerking op het gebied van het hoger onderwijs zou stimuleren. In 1966 was het zo ver en op 20 oktober werd Mulia een eredoctoraat toegekend, J. Verkuyl, inmiddels buitengewoon hoogleraar aan de vu, trad op als promotor.

1972: C. F. Beyers Naudé Het was de stichting Kairos die zich in 1970 tot de theologische faculteit wendde met de vraag te willen overwegen C. F. Beyers Naudé voor te dragen voor een eredoctoraat.15 Enkele weken later antwoordde de faculteit geen gehoor aan dit verzoek te willen geven. Een eredoctoraat voor Naudé zou de polarisatie in Zuid-Afrika aanwakkeren. Bovendien zou in oktober van dat jaar het kerkelijk proces tegen Naudé plaatsvinden en een eredoctoraat zou ongetwijfeld ervaren worden als een ongeoorloofde inmenging in kerkelijke zaken. De faculteit verzekerde Kairos echter dat dit niet betekende dat het verzoek voorgoed werd afgewezen. In een later stadium zou het stellen van een duidelijke daad noodzakelijk kunnen zijn.16 Verkuyl meende een jaar later dat die tijd gekomen was en wendde zich tot zijn collegae met het verzoek de zaak van een eredoctoraat voor Naudé opnieuw te willen overwegen.17 Hij achtte het moment gekomen openlijk partij te kiezen via de toekenning van een eredoctoraat. Enkele maanden later ging het College van Hoogleraren op zijn verzoek in.18 Aan de senaat werden drie redenen genoemd om Naudé een eredoctoraat toe te kennen. In de eerste plaats heeft Naudé laten zien dat het van de christelijke theologie geëist wordt de samenleving te confronteren met het evangelie en dat de theologie dat pas kan doen als zij zich niet laat overheersen door welke ideologie dan ook. In de tweede plaats heeft Naudé bijgedragen aan een betere verhouding tussen theorie en praxis in de theologie. En in de derde plaats is het zijn theologische verdienste (sic) dat hij door zijn kennis van zaken de rassenoordelen heeft kunnen terugdringen. De senaat ging met dit voorstel akkoord en Berkouwer werd aangewezen als promotor. Over de inhoud van de discussie vermelden de notulen niets.19 Maar naar aanleiding daarvan ontving rector magnificus I. A. Diepenhorst een brief

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 377

377

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 378

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's