Marnix' Byencorf - pagina 33
Openbare les gehouden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
31
Kosmopolitisch is de leus. En een vergelijking met onze schilders regel. Dat deze wel zwaar mank gaat, is echter niet moeilijk in te zien. Over buitenlandsche erkenning als criterium trof mij een uiting van K. Voszier in de bespreking van de studie eener Italiaansèhe: Schlegel und die italienische Literatur. "Sie kann sich ' nicht losmachen von jener leidigen, seit jahren grassierenden Betrachtungsweise, der es darauf ankommt, die Eroberungen, Anerkennungen und Wertschätzungen zu verzeichnen, die eine nationale Literatur sich im Ausland erringt". (Herrigs Archiv, 137, 99.) 12) De schelle moderne staande termen, altijd weer aan, zijn zeker I1iet minder hinderlijk dan de veroordeelde kleurlooze stempels van vroeger. Zij bederven mij vaak de lectuur van Prinsen's werk. Vgl. zijn eigen uiting in Gids, 1913, 11, 518. 13) door Verwey, Venneylen, Prinsen, jacobsen. 14) Meermaien is de onmogelijkheid van Marnix' auteurschap betoogd, o.a. door Postmus maar weinig overtuigend. Heel zonderling is Enschedé's, bewijsvoering in het Tijdschr. voor Noord.-Ned. Muziekgesch. VII 22, vlg. (door Toorenenbergen, ih Mam. Anon. afdoende weerlegd. Ook door E. T. Kuiper in Taal en Letteren XII, 107 vlg.) Wat Tjalma, Ph. v. Marnix, 10 vlg. en Oosterhof, La Vie littéraire de M. de St. Aldegonde, 29 aanvoeren; vóór M. als auteur, lijkt mij juist. Op enkele dingen wil ik nog wijzen: 1. AI was M. niet bij Oranje's leger in Limburg waarom is dat noodig? - hij was terdege betrokken bij de onderneming van W. en Lodewijk. (Archives de la M. d' O.-N. III 257, 277). 2. Goede jambische verzen, als van het W. , konden in dien tijd maar heel weinigen schrijven; niemand beter dan Marnix, getuige zijn Psalmen, waarmede hij in of omtrent dezen tijd reeds bezig was (zie Voorbericht der eerste uitgave, 1580, van Boilaventura Vulcanius). 3. De eenige tijdgenoot-getuige, Jac. Verheyden, die gelijktijdig met M'. zoon te Leiden studeerde, mag niet zonder goeden grond ongeloofwaardig verklaard worden. 4. Dat er niet meerdere getuigenissen zijn, is niet zoo wonderlijk: geen letterkundige geschiedbeschrijving hield toen zulke feiten vast. En wat vraagt het volk naar den dichter van zijn liederen, ook nu nog? Ook
X
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 1918
Inaugurele redes | 92 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 1918
Inaugurele redes | 92 Pagina's