GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tij-kentering in de Oud-Testamentische wetenschap - pagina 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tij-kentering in de Oud-Testamentische wetenschap - pagina 24

Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

26 waarde is — dat ik naar mijn vermogen wederkeerig u w i l geven wat ik van u vraag. Maar wanneer ik uwe achtbare rij overzie, dan overvalt mij een gevoel van weemoed, wijl ik moet denken aan de dooden. Reeds meer dan een is weggevallen uit den kring der hoogleeraren, tot wien ik eens als leerling met ontzag mocht o p z i e n ; maar hunne gedachtenis is niet bij mij uitgesleten en dankbaar gedenk ik ook nog in deze ure wat zij voor mij zijn geweest. Daaronder behoorde niet de jongstbetreurde doode der Theologische faculteit, de Hooggeleerde Sillevis Smitt, die eerst na de v o l tooiing mijner studiën tot het hoogleeraarsambt geroepen werd, dat hij helaas niet langer dan een vijftal jaren heeft mogen bekleeden. Het is mij eene behoefte hier in herinnering te brengen de kostelijke talenten van geest en gemoed, waarmede de Heere hem had begiftigd, en die Hij, de Alwijze, ons in hem ontnam; ach, vragen wij niet waarom, maar laat ons leeren Gode te zwijgen. Onder de levenden w i l ik meer in het bizonder uw naam noemen, Hooggeleerde van Gelderen. Immers het onderwijs in de vakken rakende het Oude Testament, mij opgedragen, zal mij uit den aard der zaak het allermeest met u in verbinding brengen. Niet alsof ik eerst thans dezen band behoef aan te knoopen. Onze eerste kennismaking dagteekent reeds van de dagen dat ge in het stille Schoonebeek de kudde des Heeren weiddet; en leidde welhaast tot een hechten vriendschapsband, die niet verslapte maar vaster werd, toen gij, inmiddels hoogleeraar geworden, mij als promovendus u toegewezen zaagt. En nu word ik geroepen de Oud-Testamentische vakken, die gij nevens uwe toch reeds zoo uitgebreide studie der oude Oostersche talen en geschiedenis te bearbeiden hadt, althans voor het grootste deel van u over te nemen. Ik behoef u niet te vragen om uwe welwillende samenwerking en vriendschappelijke voorlichting; ik weet dat ik daarop mag rekenen; ik heb daarvan, al was het dan nog niet in de relatie waarin wij thans zullen treden, alreeds de meest aangename ondervinding opgedaan. En moge het dan den Heere behagen onzen aaneensluitenden arbeid op de zoo nauw samenhangende terreinen van de oud-Oostersche cultuur en de H. Schrift des Ouden Testaments met goede vrucht te k r o n e n ! '

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1920

Inaugurele redes | 34 Pagina's

Tij-kentering in de Oud-Testamentische wetenschap - pagina 24

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1920

Inaugurele redes | 34 Pagina's