Jaarboek 1933 - pagina 34
32
en bewaard. Met verscihillende voorbeelden wordt dit 'door spreker toegelicht. Telkens wringt het in de samenwerking naar buiten, omdat de samenwerkinig naar binnen niet normaal functioneert. De wereld wordt al sterker door steeds scherper te formuleeren, de Ghrisiteniheid al zwakker door steeds slapper te formuleeren. Dit alles raakt ook ons. Men zegt zoo vaak: laat ons samenwerken, anders moet de noo'd het doen. Doch als de groote nood komt, dan zullen alleen de menschen van onwrikbare overtuiging staande blijven. We kunnen niet samenwerken met anderen op terreinen waarop we zelf nog niet klaar zijn als Galvinisten. Op velerlei terrein is samenwerking naar binnen eerste eisoh. Daar is de vraag naar den oorsprong en het wezen van de ziel, daar is de kwestie van de openbaring, idaar is 'het probleem van Overheid en onderdaan, gezag en vrijiheid. Er is bijl velen neiging om met groote ruimhartigheid op deze terreinen samen te werken met m:enschen van allerlei levensovertuiging. Het groote" gevaar van dezen tijd is afkeer van klaje begrippen, en zoo is ihet de heerlijke taak en roeping van onze Vrije Universiteit op deze terreinen door «endraehtige, naar binnen gekeerde, geloovige samenwerking lidht te verspreiden, opdat ons Calvinistisohe volk zich als een eenheid oipenbare tot zegen,voor de wereld.
§ 7. Verslag Rede Prof. Dr. D. H.Th. Vollenhoven. Spreker, 'die verheugd is eens in de jaarvergadering over dit onderwerp te kunnen ha'iiidelen, wil eerst stilstaan bij 'de taak, vervolgens kort letten op de plaats 'der wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit. I. De taak. Hare zwaarte is het beist te verstaan, wanneer men let O'P 'de beteekenis 'die de gangtiare wijsbegeerte voor onzen tijd heeft. De zonde, die we 'dienen af te leeren is het vergoddelijken van al wat niet God is, m. a. w. de afgoderij. Welnu, er is wellicht geen macht, die zóó taai juist 'deze zonde bevordert als 'de gangbare wijsbegeerte. Dat treedt op 't oo'genblik wel heel sterk aan 'den 'dag in de moderne en vaak toch zoo O'ude theorieën oiffi'trent het oeoonomische leven en 'den staat. Maar m'eer dan één uiting is bier toch niet. Spreker zou vele andere daarnaaist kunnen stellen: zoo in 'dö theorie omtrent het P'hysisohe, 'de ge'sohied'enis,, het ethische leven, enz. Al 'deze uitingen zijn echter goeddeels te herleiden tot één •gronidfout, 'de geheele of gedeeltelijke vergoddelijking van bet schepsel. Dat blijkt reeds idadelijk in het voornaamste be'grip -der systematiek, dat der substantie. Nu eens met 'de metapihysica of met de evolutieDheorie 'Slechts één 'den kosmos immanente substantie 'aanvaardend, •dan weer met 'de voorstanders van -bet compro-mis tusscihen deze beide
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1933
Jaarboeken | 58 Pagina's