1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 60

52 kind aan tuberculose leden, dragen zeer dikwerf het stempel der lichamelijke minderwaardigheid, en gaan óf min of meer spoedig te gronde, óf missen in hun verder leven de volle levensfrischheid en levenskracht al worden zij nog zoo goed verzorgd. Ondanks al het bovenstaande komt CORNET tot de conclusie, dat voor de ontwikkeling en bestrijding der tuberculose aan de heriditaire dispositie geen maatgevende invloed mag worden toegekend. In een ander verband noemt deze zelfde auteur het materiaal tot dusver aanwezig voor eene exacte beoordeeling der heriditeitsvraag waardeloos ; welnu, dan geldt het hier een open vraag en is het niet geoorloofd ten aanzien van de heriditeit in den een of anderen zin een bepaald standpunt in te nemen (zooals CORNET wel degelijk doet), maar dient afgewacht te worden wat beter en deugdelijker materiaal leeren zal. Blijkbaar heeft bij CORNET de overtuiging, dat de tuberkel-bacil het alles beheerschend moment is, versterkt als zij werd door de uitkomsten zijner proeven, zich dermate doen gelden, dat aan gegevens, welke twijfel moesten doen rijzen, niet voldoende aandacht wordt gewijd. Uit het voorafgaande blijkt duidelijk dat door den een meer waarde wordt gehecht aan den aanleg, door den ander aan de omgeving. Zelfs wordt dikwerf door een zelfden persoon nu eens de aanleg, dan de omgeving op den voorgrond gesteld. Wanneer men ons vergelijkt met anderen, in welk opzicht ook, en die vergelijking valt niet te onzen gunste uit, dan zal men geneigd zijn dit verschil aan de omstandigheden, aan exogene factoren te wijten; wie tot armoede, dronkenschap, misdaad of wat dies meer zij verviel, noemt gaarne de bestrijding en de verleiding door anderen enz. de schuld van zijn toestand. Valt de vergelijking echter te onzen voordeele uit, dan zijn wij trotsch op onzen aanleg, die ons zooveel beter schijnt dan die van anderen. Bij tegenspoed laten wij dus de exogene factoren het zwaarst wegen, bij voorspoed wordt de aanleg gaarne op den voorgrond gesteld. Wanneer de vraag naar de relatieve sterkte tusschen aanleg en milieu een zuiver wetenschappelijke vraag was, zou zij niet zooveel gemoederen in beweging brengen ; men zou rustig kunnen afwachten het resultaat waartoe de onderzoekers kwamen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen