GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 46

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

38 meer tot openbaring te doen komen. Het was om deze reden, dat de duivelen werden uitgeworpen in de tegenwoordigheid van Joden en heidenen. De schrijver wijst er daarom met eenigen nadruk op, dat wij God eigenlijk moesten danken, omdat Hij de bezetenheid heeft toegelaten. Hierdoor wordt toch de wijsheid Gods openbaar, die uit dit kwaad nog zooveel goeds heeft doen voortkomen. Ook spreidt de bezetenheid de rechtvaardigheid Gods ten toon, want op deze wijze straft Hij de zonden des menschen. Ten slotte openbaart zij ook Zijne zachtmoedigheid en lankmoedigheid, want Hij was het, die de geloovigen macht gaf de duivelen in Zijnen naam uit te werpen. Dat er nu ten tijde van Heere Jezus zoovele bezetenen in Galilea voorkwamen, moet niet beschouwd worden als een verschijnsel van epidemische uitbreiding eener ziekte. De duivel zag immers wel, dat zijne macht in gevaar verkeerde en daarom stelde hij alle pogingen in het werk om deze te behouden. Men zou zelfs de bezetenheid kunnen beschouwen als eene poging om de vleeschwording des Woords na te bootsen. Overal waar evenwel eene ontmoeting van een bezetene met den Heere voorkwam, werd de duivel uitgeworpen. Tusschen de werking van den satan en van den Heere bestond dan ook een wezenlijk verschil : de satan zocht alleen het nadeel en de vernieling van den mensch, de Heere daarentegen had uitsluitend zijne genezing en redding voor oogen. In het derde hoofdstuk behandelt de schrijver de daemonologie bij de Joden ten tijde van Jezus omwandeling op aarde. Opmerkelijk noemt hij het, dat in het Oude Testament zoo weinig over de daemonen wordt gesproken. Het schijnt, dat bij de Joden zich eerst laat het polydaemonisme heeft geopenbaard, terwijl bij de Heidenen juist omgekeerd uit het polytheisme zich het monotheïsme heeft ontwikkeld. In het Oude Testament wordt geen enkel geval medegedeeld, waarin iemand werkelijk van den duivel bezeten was. De schrijver licht dit nader toe door verschillende voorbeelden, waarin wel gesproken wordt van booze geesten en gevallen engelen, maar waarin geen sprake is van werkelijke bezetenheid. Ook in de vertaling der Zeventigen, in de apocriefe boeken, de geschriften van FLAVIUS JOSEPHUS en den Talmud kan men moeilijk spreken van bezetenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 178 Pagina's

1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 178 Pagina's