GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 94

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

86

afstanden tusschen de scholen maken het toezicht uiteraard moeilijker ; ook zijn daar minder geneeskundigen, die zich er voor kunnen geven, maar last not least, staat de landelijke bevolking er meer sceptisch tegenover, en is in verband hiermede ook minder geneigd, om hare belastingpenningen daarvoor te offeren. Terecht wordt dit door de voorstanders betreurd, en wordt uitgezien naar de middelen, om verbetering hierin te brengen. Want zoo ergens, dan is het toezicht op het land noodig; daar zou inderdaad een winst voor de volkskracht te boeken zijn. Want vergeten ook wij het niet, nog altijd is het platteland de frissche bron, die voedt en laaft, wat in het groote stadsleven in physieke verwording dreigt onder te gaan; terwijl omgekeerd het gevaar niet denkbeeldig is, dat het platteland ondanks zijn natuurlijke hygiënische voordeden in sanitair opzicht hoe langer hoe grooter achterstand gaat vertoonen. Mr. METHORST, de Directeur van het Bureau van de Statistiek toonde nog onlangs voor ons land aan, dat dit zelfs voor de zuigelingensterfte opgaat; na 1914 zelfs in toenemend mate. Waaraan dit moet toegeschreven, is nog niet duidelijk; maar de cijfers laten geen twijfel aangaande de juistheid over. In Engeland wil men daarom voor het sanitair toezicht op de plattelandsscholen meer gebruik maken van de dorpsnurses, die éen jaar in verloskunde en ziekeverpleging geoefend zijn ; deze dames hebben reeds op de dorpen naast de geestelijken, den dokter en den onderwijzer een integreerende plaats in het leven ingenomen en zouden dus een machtige beweegkracht ten goede kunnen zijn. Ook heeft men er aangedacht, om de vrouw van den onderwijzer voor deze arbeid te hulp te roepen ; maar vóór alles wil men door het aanstellen van jonge artsen, die pas van de hospitalen komen, een behoorlijken uitweg vinden om in deze behoefte te voorzien. Of ook op de middelbare scholen en gymnasia een plaats voor den schoolarts moet ingeruimd worde is een tweede vraag, die terecht door het Bestuur van ons Congres is gesteld. In alle landen wordt in den laatsten tijd die vraag met een krachtig ja beantwoord. Deze lokaliteiten, zoo oordeelt men, zouden juist daar veel te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 94

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's