1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 40

32

Deze stellingen werden op de vergadering als volgt toegelicht: Hoe men over het vraagstuk van de voorlichting der jeugd in •geslachtelijke zaken oordeelt, zal beheerscht worden door levensopvatting en wereldbeschouwing. Wie zich op naturalistisch-materialistisch standpunt stelt zal anders oordeelen dan zij, die belijden dat de mensch naar Gods beeld geschapen is, en erkennen geroepen te zijn, niet slechts een stoffelijk lichaam op te voeden, maar een geschenk des Heeren, bestaande uit een innige vereeniging van een stoffelijk lichaam en een onstoffelijke ziel. De eersten zullen wellicht heil zoeken in terugkeer naar natuurlijke verhoudingen, zooals die bij de natuurvolken heerschen ; •of ook zooals die in de dierenwereld gevonden worden; de laatsten zullen zich laten leiden, door beginselen in Gods Woord te vinden of daaruit af te leiden. De toenemende onzedelijkheid, het ontzettend voorkomen van zelfbevlekking en buitenechtelijk verkeer bij jongen en ouden, de uitbreiding der geslachtsziekten maakten het noodzakelijk, dat met kracht de strijd moest worden aangebonden tegen deze euvelen en mannen van Christelijke beginselen stelden zich vooraan in de gelederen. Een der strijdmiddelen werd de voorlichting der jeugd in sexueele zaken; het eindigen met de stelselmatige verheimelijking van alles, wat op het geslachtsleven betrekking heeft. Hoe hebben wij. Christenen over deze kwestie te denken ? En dan ga voorop, dat minder moet worden gesproken van sexueele voorlichting dan wel van sexueele opvoeding der jeugd. Voorlichting wil zeggen een mededeeling op een bepaalden tijd. Verkeerd doet, wie zich daartoe beperken wil; wij hebben onze kinderen op te voeden; op ie voeden ook inzake den omgang der twee geslachten en de mededeelingen, die daarbij noodig zijn, behooren een onderdeel te vormen van de geheele opvoeding. De zienswijzen over sexueele opvoeding hebben natuurlijk in den loop der tijden, ookonder de Christenen, wijziging ondergaan. De Christelijke Kerk heeft in de middeleeuwen geleerd, dat de ziel alles is, het lichaam niets; dat het lichaam meer en meer moest afsterven, opdat de ziel ^ich konde bevrijden uit dezen vuilen kerker, waarin zij was besloten. Het lichaam was minder-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen