GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 84

Bekijk het origineel

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 84

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

68

wezen, (d.w.z, eerst stijging en daarna daling en stijging) overeenkwamen. De tweede curve geeft U een beeld van de schommelingen van het haemoglobine-jgetal. Eerst is er een toename van 70 tot 80 pCt., daarna een langzame neiging tot vallen en na twee uren zakt hett haemoglobinegetal tot 77 pCt. Hierop volgt een langzame meer glooiende stijging in de curve en na ongeveer vijf uren wordt een rustpunt bereikt bij 82 pOt, Door uitvoerige onderzoekingen heeft Van der Hoff getracht deze toch zeker merkwaardige verschijnselen te verklaren. Het zou mij te ver voeren, ze te bespreken, hoewel ze zeer interessant zijn. Hij heeft nagegaan; zijn de schommelingen afhankelijk van vernietiging en nieuwvorming, deze factoren waren wel in geringe mate aanwezig, zooals hij o.a. door tellen van schimmen in het donkerveld kon aantoonen, maar in zoo geringe mate, dat zij zeker niet voor de schommelingen aansprakelijk kunnen gesteld worden. Evenmin heeft de hoeveelheid ingespoten bloed een overwegende invloed. Door refractie bepalingen in het serum (gelijktijdig met de serietellingen verricht) kon hij bewijzen, dat de groote schommelingen in het aantal roode bloedlichaampjes verklaard moeten worden door concentratie en verdunning. Hij stelt zich eenvoudig voor, dat wij hier te maken hebben met reactie's van de huidvaten, waardoor het vocht uit het vat wordt verwijderd, wellicht doorgeperst door de vaatwand. Er zouden naar aanleiding van de bloedstransfusie's nog vele opmerkingen te maken zijn, ik wil hiermede echter volstaan. Ik meen de belangrijkste punten naar voren te hebben gebracht en ik geloof, dat ik in de aanprijzing van de methode niet te enthousiast ben geweest en dat ik U voldoende het voor en tegen heb la'ten zien. Ten slotte wil ik eindigen met U een patiƫnt te demonstreeren, bij wien ik aanlleiding vond transfusie's te verrichten. Deze 20-jarige jongeman kwam bij mij het klachten van vermoeidheid, hoesten en opgeven. Hij bleek een tuberculeusc aandoening te ihebben van de bovenkwab van de rechter long, daarnaast had hij een vrij ernstige anacmie. Ik vond een haemoglobinegehalte van 25 pCt. 3.200.000 roode en 8000 witte bloedlichaampjes per m.M"; in het gekleurde preparaat anisocytose en poiky iocytose; normoblasten nam ik niet waar. Ik stelde mij op het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 92 Pagina's

1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 84

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 92 Pagina's