1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 24

2d de eerste transplantaties verricht bij pogingen om verloren gegane lichaamsdeelen weder te herstellen, b.v. een afgesneden neus. Later werden als gevolg van dergelijke pogingen verschillende z,g, plastische operaties uitgedacht. De huidtransplantatie heeft in.tusschen de meeste aandacht tot zich getrokken. fReverdin, Thiersch!, Wordt de huid van hetzelfde dier genomen, dan verricht men een ,,auto-transolantatie"; stamt het over te brengen huidgedeelte van een anderen vertegenwoordiger der zelfde soort, dan spreekt men van ,,homoiotransplantatie"; verkrijgt men het materiaal van een andere species dan verricht men een ,,heterotransplantatie". Een ,,alloplastiek" wordt uitgevoerd wanneer eer (Geheel vreemde stof, b.v. ivoor, metaal of paraffine wordt gebruikt. De literatuur over de transplantatie is onafzienbaar en verwarrend; niet zelden onbetrouwbaar. Een eenigszins volledig overzicht te geven is ondoenlijk in dit korte bestek, ^) Pas dan kan men van een geslaagde transplantatie spreken, wanneer het overgebrachte weefsel in het organische verband van het organisme wordt opgenomen, zijn histologischen bouw behoudt, en zijn functie voortzet. Het te gronde gaan van een transplantaat kan op verschillende wijzen geschieden. Het kan geheel te gronde gaan en door bindweefsel worden vervangen. Het kan geheel door bindweefsel worden omgroeid en ingekapseld om als een ,.corpus alienum" te blijven liggen. Het kan als een ,,sequester" uitgestooten worden, tengevolge van een te sterke ontstekingsreactie, nog afgezien van bacterieele infectie, welke laatste zeker tot algeheele mislukking voert. Het transplantaat kan deels te gronde gaan, terwijl vanuit het overblijvende een ,,regeneratie" plaats heeft. Wat er in een bepaald geval gebeuren zal, hangt van verschillende omstandigheden af. Vrije auto-transplantatie kan, wanneer aan bepaalde voorwaarden voldaan is, gelukken, In andere gevallen worden verschijnselen van degeneratie aangetroffen, zelfs al zijn voor een aangroeiïng de meest gunstige voorwaarden voorhanden. Dit geldt nog in veel sterkere mate voor de homoiotransplantatie. Bijna steeds leidt deze tot mislukking. Wel zijn eenige factoren bekend geworden, die invloed uitoefenen op de wijze, waarop het transplantaat zich gedraagt. Zoo is gebleken, dat het transplantaat sneller te gronde gaat, naarmate gever en ontvanger in verdere familierelatie tot elkander staan. Doch zelfs bij dieren van eenze'fden worp, blijken de verschillen nog zóó groot, dat een homoiotranspantatie zelden, zoo ooit slaagt. De biologische en chemische eigenschappen van cellen en weefselvloeistoffcc •^ijn zóó in-lividueel. dat het transplantaat, dat door losmaking ^) Zie b.v T exer. Die freien Transplantation^n. Neue Deutsche Chf'-"'-e:ie, 34- 3!§. 1919.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen