1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 103

95 IS waargenomen. In 1703 ging de schaduw op een zonnewijzer te Metz VI, uur terug ^). Verder is het zeer eigenaardig, dat Hiskia zegt: ,,Het is der schaduw licht tien graden nederwaarts te gaan". Wij zouden deze uitspraak, waaraan overigens wel niemand normatief gezag zal toekennen, waarschijnlijk niet gaarne voor onze rekening nemen. Een ander punt, dat we willen noemen, betreft de ster van Bethlehem, die aan den hemel verscheen, om dan Wijzen uit het Oosten den weg te wijzen naar de plaats waar het Kindeke Jezus in de kribbe lag. En dan ga ik niet in op de verschillende verklaringen, die voor deze ster gegeven zijn, omdat dit ligt buiten ons onderwerp. Maar wel wijs ik op de uitdrukking van Mattheus 2 : 9 : ,,De ster ging hun voor, totdat zij kwam en stond bovïn de plaats, waar het Kindeke was". Daaruit blijkt wel, dat het verhaal geschreven is in een wereldbeeld, dat verschilt van het onze. Wij kunnen alleen met nauwkeurige astronomische instrumenten uitmaken, of een ster boven Kampen of Zwolle staat, en daarom weten wij niet wat het beteekcnt dat de ster boven de stal van Bethlehem bleef staan. Het is heel moeilijk voor deze uitdrukking een aequivalent te vinden in ons wereldbeeld. Het is bevreemdend, dat Prof. Grosheide in zijn commentaar op Mattheus deze moeilijkheid zelfs niet noemt "). Een ander gedeelte der Schrift, dat sterk den indruk maakt in een ander wereldbeeld te zijn gedacht en geschreven is ook het Paradijsverhaal, Dit betreft niet de cosmologische opvatting, maar geheel de opvatting van het begrip historie. Het is onbegrijpelijk, ^) Konrad, a.w. bladz. 65. Met deze opmerikiriR bedoelen wij niet het wonder te „verklaren" of te verkleinen. We voeren slechts een argument aan voor Prof. Ridderbos' exegese. Wanneer deze exegese ju'st •'-, is het wonder even groot als bij de meer verbreide vroegere exegese. Zie ook Dilloo, Das Wunder an den Stufen des Ahas, Amsterdam 1885. ') Volgens een legende, die nog in Palestina voortleeft, zouden de Wijzen de ster boven den stal gezien hebben, toen zij deze weerkaatst zagen in een diepen put bij de herberg, tcrv. ijl zij water putten. Maar de Bijbel zegt ons mets daarvan. Zie ook A. Stentzel, Jezus Christus und sein Stern, Hamburg 1913 en H. H. Kritzinger, Der Stern der Weisen, Qütersloh 1911.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen