1930 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 70

64 ziekenverzorging zoowel in als buiten de ziekenhuizen ganschelijk zijn omgezet. Voorop moet blijven staan, dat de eerste stoot tot verbetering der ziekenverzorging uitgegaan is niet van mcnschen, die door bijzonderen wetenschappelijken aandrang geleid werden, maar door hen, die uit mededoogen met de lijdende menschheid en vervuld met afschuw over de veelal heerschende toestanden, de hand aan de ploeg hebben geslagen en krachtig hebben geijverd voor een hervorming der ziekenverzorging. Bovendien begon zich in de laatste 25 jaar der vorige eeuw de geneeskundige wetenschap zeer te ontplooien, waardoor het inzicht in het ontstaan en in de behandeling van vele ziekten buitengewoon is verbeterd. Nadat nl. in Duitschland Robert Koch en in Frankrijk Louis Pasteur den grondslag hadden gelegd voor de ontwikkeling der moderne bacteriologie en in aansluiting daaraan vondst op vondst werd gedaan, die het inzicht in het ontstaan van vele ziekten veranderde, werden weldra de eischen, welke gesteld moesten worden aan de verzorging der ziekten, ook zeer veranderd. Vroeger, vóór Pasteur en Koch, heerschte toch veelal de opvatting, dat tal van ziekten ontstonden door uitwaseming uit den bodem, door inademing van giftige luchten, door het wonen op bepaalde plaatsen. Kortom de levende ziektekiemen als oorzaken van vele ziekten waren toen nog niet bekend. Wel waren er enkele voorloopers geweest voor Pasteur en Koch, die de toen heerschende opvattingen omtrent het ontstaan en het voortschrijden van vele ziekten betwijfelden, maar zij waren eenlingen en zij werden niet geloofd, omdat zij het exacte bewijs voor een ander ontstaan en verspreiding van vele ziekten als de massa meende, niet konden brengen. De wetenschap was toen nog niet in zulk een stadium gekomen, dat men ziektekiemen wist te kweeken en te isoleeren. Pasteur leerde echter eerst op overtuigende wijze, dat alle levende wezens weer ontstaan uit andere levende wezens. Vroeger meenden sommigen, dat rotting van vleesch, van bouillon en vele andere stoffen tot stand kon komen onder invloed van de toetreding van bedorven lucht en dat uit de rottende massa levende wezens z,g,n. spontaan konden ontstaan. Pasteur kon echter door een eenvoudige proef bewijzen, dat bederf van alle stof buitengesloten is, wanneer de lucht, die tot een bepaalde stof toetreedt, zoodanig wordt gefiltreerd, dat ook de bacteriën worden tegengehouden. Bouillon b.v., aan de lucht blootgesteld, gaat spoedig over in bederf. Plaats

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen