GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 71

Bekijk het origineel

1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 71

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

67 zameling van alle spiraalnevcls is. Het zal duidelijk zijn, dat de natuurwetenschap of de natuurphilosophie niet de hypothese mag invoeren, dat de hemel het astronomisch middelpunt van het heelal is. Zij komt daar niet verder mede en zij kan deze conclusie ook niet aan verdere waarnemingen toetsen. Met een onjuiste opvatting van het begrip hypothese houdt ook verband de critiek, die Hepp uitoefent op de inductieve methode. Hij meent, dat deze slechts tot waarschijnlijkheid leidt. Nu zullen wij ons niet begeven in een bespreking van de kentheoretische kwestie, of wij ooit absolute zekerheid kunnen verkrijgen aangaande de wereld buiten ons en zoo ja, op welke wijze. Het gaat hier om de vraag, in hoeverre in de practische natuurwetenschappen de inductieve methode gebruikt kan worden en om een vergelijking van deze methode met de deductieve. Wij wijzen dan allereerst op de historie. Deze leert, dat de natuurwetenschap eerst tot bloei is gekomen, nadat zij begonnen is de inductieve methode toe te passen. Twee duizend jaren lag zij onder den ban der deductie, maar na 1600, toen met de op deductie gegronde beschouwingen van üristoteles gebroken was, is zij tot ontwikkeling gekomen. De geschiedenis leert, dat de inductieve methode tot machtige resultaten heeft gevoerd. Nu zullen wij niet beweren, dat daarbij nooit fouten gemaakt zijn. De geschiedenis van de natuurwetenschappen bewijst, wanneer men de telkens bereikte resultaten vergelijkt, dat er is een gestadig benaderen van de waarheid. Steeds wordt de overeenkomst tusschen de uitkomsten beter. Daarbij komt dat men groote voorzorgen neemt. Een resultaat wordt eerst als juist aanvaard, wanneer het volgens verschillende onafhankelijke methoden bereikt is. Bij getallenuitkomsten vermeldt men een waarschijnlijke fout. Neem b.v. de planetenbeweging. Deze is langs den weg der inductie opgelost. Men kan reeds tientallen jaren vooruit verschijnselen met een nauwkeurigheid van een seconde voorspellen. Wij gelooven, dat het verwarrend werkt, wanneer men een dergelijke theorie, b.v. die der planetenbeweging, „alleen waarschijnlijk" noemt. De inductieve methode is zonder twijfel de aangewezen weg voor de natuurwetenschappen. De vraag rijst trouwens, of een theoloog, die de inductieve methode kleineert of veroordeelt, niet zijn eigen glazen inwerpt. Werkt de exegeet niet volgens de inductieve methode? En wordt deze ook niet in allerlei hulpwetenschappen van de theo-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1931

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 88 Pagina's

1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 71

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1931

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 88 Pagina's