1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 81

77 resultaten der natuurwetenschap. Maar er bestaan ook andere opvattingen, die zich zeer goed verstaan met de natuurwetenschap. Om deze en andere redenen zijn die opvattingen van Genesis I voor ons aantrekkelijk. Voor eenige jaren maakte ik kennis met een boek van Zapletal '). Deze schrijver, een Roomsch Oud-testamenticus, betoogt op tal van litterair-exegetische gronden, dat Genesis I moet worden opgevat als een poëtische beschrijving van het geschapene. Dit hoofdstuk handelt dan niet over de scheppingshandeling, maar over het resultaat daarvan. Een paar jaar later verscheen Prof Noordtzij's boek „Gods Woord en der Eeuwen Getuigenis" -). Het bleek toen, dat deze theoloog de dagen in Genesis I opvat als een kader, waarin de tafereelen zijn saamgevat en gerangschikt. Het is duidelijk, dat dergelijke opvattingen van het hexaëmeron nooit tot een confUct met de natuurwetenschap kunnen leiden. Hooren wij nu, welke opmerkingen Hepp over deze kwestie maakt. Het is teleurstellend, dat hij begint met de mededeeling: Time prevents me from answering many questions concerning the days of Genesis. Daarna verklaart hij, dat, naar zijn meening, de lengte van die dagen niet bepaald werd door de zon, maar door de rotatie van de aarde om haar as. Men wrijft zich toch de oogen uit, wanneer men zoo iets leest. Ik weet niet beter, of de lengte van lederen dag wordt bepaald door de rotatie van de aarde om haar as. De geciteerde orakelspreuk getuigt dus niet van groote cosmographische kennis en brengt ons niets verder. Nadat Hepp zijn op deductie gebaseerde geologische theorie heeft uiteengezet, geeft hij nog een beschouwing over het hexaëmeron, die wij letterlijk zullen citeeren. ,,Maar hoe zal het nu mogelijk zijn de geologische veranderingen te verklaren? Van een theoloog mag niet een geheel uitgewerkte theorie verwacht worden, want daarvoor is de arbeid van vakgeleerden noodig, zooals reeds opgemerkt is Maar laat mij eenige wenken geven. Wanneer ik de dingen goed zie, dan sluit de scheiding van licht en duisternis op den eersten dag in een scheiding van wat wij nu aarde noemen en de chaotische massa, waaruit op den vierden dag de hemellichten zijn geformeerd. 1) V. ZAPLETAL, Der Schöpfun(Ssbericht der Genesis, Regensburg 1911. 2) Uifg. Kok, Kampen 1924.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen