De herleving der gereformeerde beginselen in hare beteekenis voor de kerk, de prediking, de katecheze, het diakonaat en de zending - pagina 14
Redevoering bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
12 scliaji uitmaakt, behoort het in den kring, niet der Praktische maar der Historisclie Godgeleerdheid tehuis, als strekkende om den Theoloog met den i'eitelijken toestand van kerk en christendom in betrekking tot den Staat, bepaaldelijk met de kerkelijke organisatie in zijne naaste omgeving bekend te maken."(i8) Indien nu de bedoeling was, te onderscheiden tusschen de beschrijving van '/de regeering der kerk" en de toepassing in de praktijk van hetgeen Gods woord dienaangaande leert; tusschen de kerk als l i c h a a m des H e e r e n en het I n s t i t u u t , dat een publiek rechterlijk karakter bezit, konden wij hiermede vrede hebben. Dat dit niet het geval is, blijkt uit de verwijzing, niet naar de stelselmatige Godgeleerdheid, maar naar de Historie. En het is bepaald déze voorstelling, die wij als onbijbelsch, onprotestantsch en onwetenschappelijk verwerpen, als eene verloochening van het koningschap van Jezus beschouwen, en ook voor de praktijk van het kerkelijk leven betreuren, omdat zij het is, waarvan ons volk de wrange vruchten ieder oogenblik plukt, zonder hunne herkomst te weten. Indien de Hervormers geen ander beginsel hadden gekend, geen anderen" regel waren gevolgd, zou de Gereformeerde kerk niet, gelijk nu, als eene nieuwe schepping uit Rome te voorschijn zijn gekomen. Onze Nederlandsche geloofsbelijdenis ademt dan ook eenen anderen geest. //In de Heilige Schriftuur" lezen wij in Art. VII //is de wil van God volkomenlijk vervat." Daartoe behoort ook //de geheele wijze van den dienst, welken God van ons eischt." Wij hebben ook in de regeering der kerk, //noch de groote menigte, noch de oudheid, noch de conciliën, decreten of besluiten vanmenschen te volgen, want alle menschen zijn uit zichzelven leugenaars en ijdeler dan de ijdelheid zelve. U a a r o m v e r w e r p e n wij v a n g a n s c h e r h a r t e wat met dezen onfeilbaren r e g e l niet o v e r e e n k o m t . " //Ondertusschen" zoo heet het in Art. XXXII //gelooven wij, (")
Van Oosterzee: „Praktiselie Theologie." Utrecht 1877. I, bladz. 30.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1883
Rectorale redes | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1883
Rectorale redes | 56 Pagina's