De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 35
Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam
3B gevolgd, en wel zoo, dat de eerste tafel der wet saamgevat wordt onder het begrip religio en de tweede onder die van iustitia et charitas erga proximiim. In dit tweede stuk maakt AMESIUS niettegenstaande zijn onverholen afkeer van A r i s t o t e l e s een ruim gebruik van onderscheidingen als iustitia distributiva en emendativa. THOMAS'
Summa
Ook is blijkbaar de hulp van
hier en daar niet versmaad.
Evenzoo geeft zijn
andere werk D e C o n s c i e n t i a , na een beschrijving van het wezen der conscientie, waarin hij, in afwijking van en juister dan zijn leermeester PERKINS, niet een facultas maar een actie ziet, de verschillende casus iTaar
volgorde
van de tien
geboden.
Wat het materieel gedeelte
betreft is in deze werken de puriteinsche geest nergens
verloochend,
en op psychologisch gebied toont AMESHJS zich een volger van PETRUS RAMUS, dien hij maximus artium magister') noemt, door het wilsprimaat onomwonden uit te spreken o. a. waar hij zegt: „voluntas imperat caeteris facultatibus" ~). Merkwaardig nog voor de geheele geestesrichting is de wijze waaro]5 AMESIUS
KECKERMANN'S ZOO straks genoemde bewering bestrijdt, dat de
ethiek geen recht van bestaan heeft in de Theologie.
Men vindt die
bestrijding in de M e d u l l a ^). Tegenover KECKERMANN, die de ethiek, zooals wij weten, naar de philosophic verwijst, heet het daar: „Virtutum disciplina,
non alia
potest
esse
quam
theologia,
quae
totam Dei
voluntatem revelatam tradit, ad rationem, voluntatem et vitam nostram dirigendam." tusschen
Zonder KECKERMANN te noemen wordt nu diens scheiding
het bonum spirituale, het eeuwige levensdoel, de innerlijke
gezindheid en den vir pius ac religiosus — aan de eene zijde, waarop hij voor de Theologie, —• en het bonum civile, het aardsche levensdoel, de uitwendige handeling en den vir probus et honestus, — aan de andere zijde, waarop hij voor de ethiek beslag legt, — door AMESIUS zonder meer verworpen.
Naar het mij voorkomt is daarbij AMESIUS' wijze van
weerlegging aan bedenking onderhevig.
Door toch niet te willen onder-
scheiden tusschen de straks genoemde tegenstellingen, door, om iets te noemen, aan den niet-Christen per se het praedicaat van vir probus et
1) Medulla II. 2, 18, en elders wordt RAMI'S aldus met zijn initialen P. R. a.ingeiliiid. 2) Medulla II. 2, 7. 3) II. 2, 17 en 18.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897
Rectorale redes | 92 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897
Rectorale redes | 92 Pagina's