GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zedelijkheid en recht - pagina 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zedelijkheid en recht - pagina 24

Rede, gehouden bij de overdracht van her Rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

.20

hebt gij te doen met de geboden der menschelijke overheid. ^^) Want wel staat tegenover het positieve recht een Gottgebotenes, Gerechtes, Vemünftiges. Maar dit Vernünftige — de gedachten en geboden van Gods wereldorde — is echter niet zelf een recht — een zoogenaamd natuurrecht of rederecht; want het wezen des rechts is juist, zelfstandig menschelijke levensordening, derhalve positief recht te zijn. ^*) Op een wijze, die aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat, spreekt Stahl ook elders zijn meening uit, dat er voor hem geen ander recht bestaat dan het positieve menschelijke recht, en wel waarhij van de gedachten en geboden Gods zegt, dat zij geen rechtelijk of bindend gezag in het menschelijk gemeenschapsleven hebben, zoolang en voor zoover de menschelijke gemeenschap ze niet tot geboden van haar ordening heeft gemaakt. Erst dadurch werden sie zu geitenden Normen zum Rechte. '^) Te recht maakt mijn ambtgenoot Fabius hieruit de gevolgtrekking, dat dan doodslag geen onrecht zou zijn, zoolang niet de menschen hebben gezegd : gij zult niet doodslaan, en niet onjuist spreekt hij, bij Stahl's rechtsbeschouwing in het algemeen, van: „Deïsme in het recht." ^) De onderscheiding leidt bij Stahl alzoo tot zulk een scheiding, dat zedelijkheid en recht schier onvergelijkbare begrippen worden. Anders dan de rechtsphilosoof Stahl, oordeelen over de verhouding van zedelijkheid en recht twee moraalphilosofen, in de jongere zedekundige literatuur van groote beteekenis, over wie ik u thans heb te spreken. Ik bedoel Victor Cathrein en Harald Höfïding.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1909

Rectorale redes | 122 Pagina's

Zedelijkheid en recht - pagina 24

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1909

Rectorale redes | 122 Pagina's