GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 14

Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

-- 12 — de uitdrukking is van BAUMSTARK — zich ook hier gelden doet, en daardoor deze belangstelling voor de vreemde volken niet zóó ver gaat, dat ze zelf de vreemde talen leeren en er gebruik van maken voor zelfstandig onderzoek — hadden ze het gedaan, dan ware naar BELOCH'S treffende opmerking reeds toen wellicht aan Assyriologie en Egyptologie het aanzijn geschonken —, pleit weliswaar niet voor hun historischen zin, maar doet aan den anderen kant nog meer de schaal overhellen ten gunste dier vreemde volken, inzooverre daardoor ook de G-rieken afhankelijk worden niet enkel van de oude Oostersche bronnen zelf, maar van de interpretatie dier bronnen door de lateren. Zoo wordt weldra de oorspronkelijkheid der Helleensche kuituur, in de vorige periode, gelijk ik zeide, niet algemeen geloofd, algemeen prijs gegeven; de fabelachtige ouderdom der Oostersche traditie, die met eeuwen rekent in stee van met jaren en opklimt tot een tijd, waarvan de Helleensche kronieken zelfs niet droomden — BEEOSSOS telt van den vloed tot op ALEXANDER'S dood 86.215 jaren, terwijl de Parische marmerkroniek eerst met 1581 v. Chr. begint —, versterkt niet slechts het besef van de jeugd der Helleensche beschaving, waarvan reeds PLATO in den Timaeus gewaagt, maar doet ook al meer de meening ingang vinden, dat heel der Hellenen kuituur van het Oosten afhankelijk is, en de grooten onder het voorgeslacht hun wijsheid door verblijf in de landen der „barbaren" verworven hebben: waar de kuituur een zoo lange en oude geschiedenis had, daar moest immers de oorsprong van alle wijsheid gezocht worden (WENDLAND)! Den neerslag dezer opinie geeft de Hellenistische literatuur: ze bepaalt er zich niet toe, om, vroegere sporen volgend, objectief de nieuw ontsloten wereldstreken te beschrijven of hun historie bekend te maken, maar, toegevend aan de nei-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1912

Rectorale redes | 48 Pagina's

De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1912

Rectorale redes | 48 Pagina's