GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 63

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 63

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

61 Zijn werk, al hebben Mozes en Elia er met Hem over gesproken, van tevoren Hem klaar voor oogen stond O- De oplossing van het raadsel is niet te geven. We mogen aan dit woord van Jezus herinneren: Niemand kent den Zoon dan de Vader ^). Natuurlijk wil dat niet zeggen, dat niet te spreken is over de ontwikkeling der openbaring, zooals ze thans voor ons ligt, zooals Jezus ze gaf. We hebben daarover reeds gehandeld. Maar dat is thans niet in het geding. Hier hebben we de vraag te beantwoorden: kunnen we vaststellen, in hoeverre de ontwikkeling, die Jezus zelf heeft doorgemaakt, van invloed is geweest op, dienstbaar is gemaakt aan de ontwikkeling der openbaring, die Hij bracht. En op die vraag moet geantwoord: we kunnen het niet! Zoo komen we tot Paulus. Ook van en over hem hebben we zooveel, dat we zouden kunnen trachten een beeld te teekenen van de ontwikkeling, die hij heeft doorgemaakt. De oudere Bijbelsche godgeleerdheid heeft niet zelden verschillende perioden in Paulus' denkbeelden onderscheiden % Hij zou b.v. aanvankelijk gemeend, hebben des Heeren wederkomst nog te zullen beleven, doch later door den loop der omstandigheden van die meening zijn teruggekomen. Het is hier de plaats niet om zulke détailpunten, die trouwens vaak genoeg behandeld zijn, nader te onderzoeken *). We overzien thans het vraagstuk in zijn geheel. Dan kunnen we zeer zeker opmerken, dat Paulus blijkens zijn brieven .• zich in de eene periode van zijn leven niet met dezelfde vraagstukken heeft beziggehouden als in een andere. Hetgeen in de Pastoraalbrieven wordt behandeld, zouden we moeilijk kunnen plaatsen in den brief aan de Galaten. Toch past ook hier weer alle voorzichtigheid. Neem een concreet vraagstuk als den strijd tegen de Judaisten. Men kan zeggen, dat Paulus daarmede vooral in het begin van zijn werkzaamheid doende is geweest. Maar toch zeker later niet minder, denk aan den brief naar Filippi "en ook ') Luk. 2 : 52; 9 : 31; Joh. 6 : 64; 13 : 1. — 2) Matth. 11 : 27. — ^) B. WEISS, Lehrb. Bibl. Tfieol.', 1903, bl. 212, onderscheidt vier perioden. — *) Slechts zij opgemerlct, dat die verandering dan toch al heel spoedig •—haar beslag zou hebben gekregen, men vergelijke 1 en 2 Thess. Zie verder: De verwachting der toekomst van Jezus Christus, 1907.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1925

Rectorale redes | 76 Pagina's

De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 63

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1925

Rectorale redes | 76 Pagina's