GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geschiedschrijving in het Oude Testament - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geschiedschrijving in het Oude Testament - pagina 14

Rede bij de 48e herdenking der stichting van de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

12 inhoudt. Deze stelling heeft evenwel onder de eigen geloofsgenooten lang geen algemeene instemming gevonden, en ze heeft aanleiding gegeven tot een intra-confessioneel geschil, waarvan wij als buitenstaanders met belangstelling kunnen kennis nemen, maar dat ons op dit oogenblik niet behoeft bezig te houden. 22) Wat thans onze aandacht vraagt, is dit, of de Heilige Schrift zelf tot het aannemen van elementen der sage in het Oude Testament grond geeft. Wanneer wij het oog vestigen op de enkele voorbeelden van gelijkenis en fabel, die we reeds in herinnering brachten, zien we onmiddellijk dat deze door den tekst zelf als zoodanig worden gekarakteriseerd. Weliswaar niet doordat zij zich in verhaaltrant van wezenlijke geschiedschrijving onderscheiden: de wijze waarop Nathan zijne gelijkenis voordraagt geeft zóó weinig aanleiding om aan iets anders te denken dan wat werkelijk is geschied, dat David in verontwaardiging uitbreekt en over den vermeenden schuldige aanstonds als rechter vonnis velt 23); maar het is de profetische toepassing op David zelf: „gij zijt die man", 24) welke daarna op ondubbelzinnige wijze het parabolisch karakter van de geschiedenis van het geslachte ooilam in het licht stelt. Zoo is het ook eerst de toepassing, welke de fabels van Jotham en Joas als zoodanig doet kennen. 25) En nu rijst de vraag of er in het heilig geschiedverhaal zelf, waaronder wij dan verstaan het geheel van alle bestanddeelen des Ouden Testaments die in den vorm van geschiedschrijving ons worden geboden, ook gedeelten zijn die door den context als sage, in ieder geval als niet werkelijk geschied, worden gekenschetst. Het antwoord hierop moet ontkennend luiden; de Schriftgedeelten, die door velen min of meer als mythe of sage worden beschouwd, of waaraan een legendarisch karakter wordt toegeschreven, onderscheiden zich in niets van die stukken, welke algemeen voor wezenlijke geschiedschrijving worden gehouden; ze zijn er in één doorloopend verband mee saamgevlochten en maken er één onverbrekelijk geheel mede uit. Wanneer men zich dan ook op de hoogte poogt te stellen van de redenen, die tot het betwijfelen der werkelijke historiciteit brengen, bemerkt men, dat deze steeds buiten den tekst omgaan. Het zijn rede-bezwaren die men tegen de aanvaarding der realiteit van het verhaalde heeft: de onwaarschijnlijkheid of onmogelijkheid dat de medegedeelde gebeurtenissen werkelijk zouden hebben plaats gehad. Zooals door GUNKEL, gelijk we zagen, ronduit wordt gezegd, en voor anderen klaarblijkelijk het onuitgesproken motief is. Zuiver

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1928

Rectorale redes | 28 Pagina's

De geschiedschrijving in het Oude Testament - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1928

Rectorale redes | 28 Pagina's