GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 78

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 78

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

68 o.a. bij ANSELMÜS VAN BESATE 129), die zich tegen de geldigheid van het principium contradictionis richt. Blijkbaar ging hij via CICERO tot de sophistiek terug, die, naar we zagen iso), de vastheid der waarheid zocht in deze zekerheid heid van het individu, dat z'n denken en het gedachte, die beide in hem zijn, wérkelijk is, en achtte hij, aldus alle wetmatigheid voor het „vrije" denken ontkennend, dit aan geen enkel princiep, anders dan door eigen wil, gebonden. Wanneer „waarheid" voor 't besef van een mensch zooiets als „trefzekerheid" van 't bewustzijn als wapen gaat beteekenen, kan men inderdaad moeilijk een princiep handhaven, dat wortelt in de erkenning van de antithetische verhouding tusschen waar en valsch. Belangrijker is de jong-Stoïsche groep, vooral om de wijziging die men bij een deel barer leden aantreft. Uiteraard sloegen ook ROSCELLINUS C.S. de moeilijkheden van het gechristianiseerde Aristotelisme niet zonder blijdschap gade. Toch kwam het hier niet tot een verandering van standpunt. Anders bij GILBERTUS PORRETANUS en ABAELARD, die de uitspraken van DAMIANI met instemming overnamen isi). "Waarom ook niet! Wanneer de nominalisten met de Aristotelische logica niets kunnen aanvangen, waarom zouden ze dan meenen, dat God bij de verleening van de sacramenteele genade wèl aan haar was gehouden! En wijl men zich op het punt van de zoo populaire sacramenten voorloopig liever niet aan de uitwerking van eigen theorie waagde — wat eerst OCKHAM zou aandurven —, had men nu ongezocht een motief gevonden waarop men zich kon beroepen zonder achterdocht te wekken. Ook de gedachte, dat de wijsbegeerte slechts „ancilla theologiae" zou zijn, kon men hier gereedelijk aanvaarden: vooreerst was daarmee immers het verschil tusschen objectivisme en subjectivisme naar het lagere terrein verwezen en opende zich

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 78

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's