Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 94
Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam
86 . . . in slagen, het kind schrijflust en schrijfbekwaamheid bij te brengen, hoe meer we het stuwen in de richting van het niett lauttreue woord... Een goed getraind en gescherpt visueel opa nemingsvermogen is hier noodig, met „spellingiconscience" en „spellingtpride"... Er moet het sterke verlangen ontstaan om alles zuiver te houden van spellingfouten" enz. 30 Jespersen, Mankind, Nation and Individual point of view (Oslo 1925) 79=80.
from a linguistic
31 Hoe noodlottig omgekeerd het beginsel „taal is klank" moet werken als richtsnoer voor de schrijftaal, zoodra dialectische en vulgaire invloeden gaan meespreken, betoogt Van der Velde a.w. 27: het aantal afwijkingen van den juisten woordvorm wordt onoverzienbaar. Vgl. daarmee eens de opgewonden taal van den medestichter der School van KoUewijn: J. H. v. d. Bosch in zijn Pleidooi voor de Moedertaal 53 over het lager onderwijs: „De grammatica brengt het kind mee van zijn moeder. Praten leeren, al maar praten l e e r e n . . . In de hoogere klassen: wat ze spreken, dat op papier leeren zetten". Brunot beschrijft in zijn Hist, de la langue fr. IV de wording van „la langue classique" onder den invloed van grammatici, lexicographen, de Académie, purisme, Grammaire raisonnée van Port*Royal (1660) [term en tijd schijnt bij onze KoUewijnianen wat verschoven], staatsopvatting, spellingregeling, drukkunst, stand, fatsoen, moraal, godsdienst; hij spaart daarbij de critiek niet, betreurt zelfs een of ander rigorisme, maar aanvaardt de uitkomst: de geschreven taal der voornaamsten de norm voor alle beschaafd taalgebruik, de spelling regel voor de uitspraak. In de volgende deelen zien wij de geleidelijke uitbreiding van deze streng gereglementeerde taal over Frankrijk, en, voor diplomatie en velerlei wetenschap, ook over Europa. In een bespreking van deel V wijst Meillet nog op de groote beteekenis daarbij van de schepping van een proza, dat wijsbegeerte, theologie en exacte wetenschap tot willig voertuig dienen kon, waaraan de Janse* nisten [van wie de grammaire raisonnée kwam. J. W.] zoo groot aandeel hadden. Buil. Soc. Ling. XXI, 77. — Men moge als Ger^ maansch taalgebruiker reeds zulk een strakke modeleering, als hier op een Romaansche taal met veelszins zegenrijke gevolgen werd toegepast, niet voor de onze mogelijk achten, toch zouden velen met vreugde wat van de teugellooze vrijheid missen om iets van de Fransche orde en eenheid deelachtig te worden. Dat daarbij de geschreven taal de leiding zou hebben te geven, hier als daar, is zeker. W a t wij in Frankrijk op het strengst gebeurd zien, is
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934
Rectorale redes | 142 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934
Rectorale redes | 142 Pagina's