GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Sanhedrin èn Gabbatha : Enige noodzakelijke aanvullingen op de rechtshistorische literatuur - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sanhedrin èn Gabbatha : Enige noodzakelijke aanvullingen op de rechtshistorische literatuur - pagina 37

Rede ter gelegenheid van de 79e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

non liquet, over Oscar Cullmann's beroep en over het religieus antisemitisme. De betrouwbaarheid van de overlevering der evangeliën wordt niet aangetast door centrale rechtshistorische controversen en voor Kisch' non liquet hoe weldadig aandoend na de hyper-critische periode, kome een positiever benadering in de plaats. De rechtshistorische gegevens laten geen ruimte voor de stellingen van Oscar Cullmann en ontnemen aan zijn betoog over de staat de argumenten ontleend aan de feitelijke toedracht van het proces van Jezus. Langs deze rechtshistorische weg kan de grond aan een religieus antisemitisme niet ontnomen worden. Die grond vervalt slechts door het inzicht dat de centrale betekenis van het kruis van Golgotha niet in het rechtshistorische, maar in het religieuse vlak ligt, — wanneer ook de rechtshistoricus het in religieuze zin de dichter Jacob Revius -""*) nazegt: 't En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die U kruisten noch die verraderlijk U togen voor 't gericht... want dit is al geschied, eilaas, om mijne zonden.

100^ 't En zijn de Joden niet. Heer Jesu, die U kruisten Noch die verraderhjk U togen voor 't gericht, noch die versmadelijk U spogen in 't gezicht, noch die U knevelden met hunne felle vuisten! 't En zijn de krijgslui niet die hebben uitgetogen uw kleed, of riet of hamer hebben opgelicht of het vervloekte hout op Golgotha gesticht, of over uwen rok nog twistten onbewogen! Ik ben 't, o Heer, ik ben 't, die U dit heb gedaan. Ik ben de zware boom die U had overlaan. Ik ben de taaie streng, daarmee Gij gingt gebonden. De nagel en de speer, de geesel die U sloeg, de bloedbelopen kroon, die uwe schedel droeg: want dit is al geschied, eilaas, om mijne zonden. Jacob Revius (1586—1658). Naar de versie in Geestelijke Liederen uit de schat van de Kerk der Eeuwen, Den Haag 1936, nr. 157. 35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1959

Rectorale redes | 40 Pagina's

Sanhedrin èn Gabbatha : Enige noodzakelijke aanvullingen op de rechtshistorische literatuur - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1959

Rectorale redes | 40 Pagina's