GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Apologie en Natuurwetenschap.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apologie en Natuurwetenschap.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Het blijft te betreuren, dat ia onze ktingen niet van den beginne aan mieli ernst en volharding, de strijd is aangebonden t^gen de ontwikkelingisleer, tegen het monisme en tegen Öie andere| be^ zwaren, die in den naam jder natuurwetenschap' tegen de Christelijke leer zijn ingebracht. Ik vergeet niet het maclxitig gietuiigenis, dat .K, uyper tegen de evolutie deed uitg'aan en dat een apologeli'sch meiesterstuk is en ook ben ik dankbaar voor wat Bavinck en anderen geschreven hebben, maar toeh zijn dit op^ zichzelf staande studies. Een apologiei, die volkomen afrekent met het monisme en al zijh gevolgen, en die de resultaten der natuurwetenschap in hun beteekenis voor het Christendom 'in eien helder licht stelt, is tot dusver door geen der Oiuzien jgesohreven. Misschien hebben we deze te verwachten, wanneer de Vrijle Universiteit zoover is uitgebouwd', dat de natuurwetenschappien daar ook de hun toekomende plaats innemen. Maar tot zoolang kan met een bespreking dezier kwesties niet gewadit worden. De besitrijidinig van natuurweibenS'Chappelijke zijde steil ons voor problemen, die dringend om een oplossing vragen, daar zij!, j^jst in onze dagen, zoovelen tot twijfel brengen.

Ook in den kring van hen, die nog van harte inlstenun'en met het geloof der vadéi-en en zich gaarne onderwerpen aan wat Gods bij'zondere openbaring in de Heilige Schrift leert, rijfest de vraag, of de natuurwetenschap ons niet dwingt onze inzichten te wijizigen. Hebben de theorieën over de cösmogonie {het ontstaan Üer wereld), 'die de astronomen opistelden, de schepping niet vervangen? fö uit het onderzoek der aardlagen niet gebleken, dait de zesdaagsohe schepping een onmogelijkheid is? Hebben de opgravingen Darwins onderstelling van een ontwikkeling van Ide eene soort uit.de anidere niet iewezien? Is' bij' 'deze opigravingen ook niet gebleken, dat het menschelijk geslacht langer bestaat dan we uit den Bijbel afleiden? Kunnen we het zondvloedverhaal nog wel aanvaanden ? Passen de wonderen, die de Heilige Schrift ons vei"haalt, nog wel in de gedachtenwereld van den mode^men, natuurwetenschappeiijK opigevoeden mensch? Bestaat er ©en essentieel verschil tusschen levende en levenlooze natuur? Heeft de mensch ook , zijb voorouders in de dierenwereld te zoeken? Waarin bestaat Gods Voorzienigheid, indien alle processen in de natuur volgens vaste wetten verloopen? Hoe kan God een mensch voor zijn id'aiden verantwoordelijik 'stellen, indien het ka^ rakter en de eigenschappen van een ^ensch volgens de erfelijkhieidswetten uit idie van zijn voorouders zijln al te leiden?

Nu er gestreefd wordt naar een nieuv/e oriënteering van ide Gereformeerde beginselen ten Opzichte van de behoeften van onzen tijd, moeten 'deze en meer andere problemen onder het oog gezien worden. We moieten dit doen; maar, laat ïk er dat terstond bij'voegen, we kunnen dat ook zonder eenigen schroom "doen. Ook „De Reformatie" zal te zijner tijd deze kwesties bespreken. Het doel, dat den oprichters van ons blad voor oogen stond, staat idaar horg voor.

Wanneer we ons zetten tot een bespreking van dez'e moeilijkheden, kunnen we ©en dankbaar gebruüc maken van hetgeen de Christelijke apologeten in het buitenland, met name in Duitschland, over deze problemen hebben geschreven. Het schijnt mij toe, dat deze literatuur in ons land slechts weinig bekend is. Wel kent men de werken van Bettex. Doch zonidter de goede bedoeling van dezen schrijver ook maar een oogenblik in twijfel te trekken, herinner ik er aan, dat Bettex vaak geen Bcherpe grens trekt tusschen de produoljen van zijln phantasie en de ontdekkingen der wetenschap'. Het is jammer, dat, terwijl de oppervlaldcige werken van Bettex ook in het Hollandsch verschenen, zooveel hooger staande boeken (ik denlc b.v. aan die van Hoppe) onvertaald bleven en ook in het Duitsch va, weinig Hollands che bibliotheken aangetroffen worden.

Zoowel de Roomsche als de Protestantsche apologeten in Duitschland hebben tegenover de „menisten en andere natuurphilosophische bestrijders der Christelijke religie geen onzeker geluid laten hooren. En nu zullen wij'. Gereformeerden, het waarschijnhjik noch met de eene, noch met de andere groep van schrijvers volkomen eens zijn. Onze mentaliteit brengt mede, da, t we, in overeensteniming met onze belijdenisschriften, meestal de conclusies iets anders formuleeren. Maar dit is vaaik meer een fornieel dan een zakelijk verschil en in elk geval valt er ook voor ons uit deze werken veel te leeren.

De Roomseben hebben in Gutberlet een onovertroffen apologeet. Zijn boeken (Der Mensch, Kosmos, Gott und die Schöpfung) zijn werkelijk meesterwerken. Met ©en ongeëvenaarde feiten-en LLteratuurkennis toegerust, zet hij het ontleedmes der kritiek in de systemen zijner tegenstanders en dan blijft er van de bezwaren, die in naam der natuurwetenschap tegen ds Christelijke leer ingebracht worden, heel weinig over.

Een geheel , ander stempel draagt het werk , der Protestantsche schrijvers, van welke naaS't Pfennigsdorf en vele anderen, vooral Dennert genoemd moet worden. Dennert bepaalt zich in hoofdzaak tot een aanval op de tegensitanders, maar komt niet 1; ot ©en edgen zelfstandige beoefening der natuurwetenschap! van Christelij'k standpunt. Tó'Ch heeft hij door zijn gesobriften de laatste twintig] Jaren ©en grO'Oten 'invloed uitgeoiefend en de door hem in 1907 gestichte (Keplerbund is een hecht bolwerk tegen het monisme.

Deze vereeniging is onder Denli'erts leiding uitgegroeid tot een sterke organisatie, die op' allerlei manieren den strijd voert tegen het monisme. Nu Dennert, oud en ziekelijk, zich moet terugtrekken, vond hij in Dr. Bernhard Bavink een bekwaam opvolger. Deze, 'een man van wij'sgieerigen aanleg en een geleerde met een veelzijdige kennis is de aangewezen persoon om deze beweging verder tö leiden. Jammer, dat Duitschlands economische 'to'estand thans ook den ïlC'eplerbund in zoo groot©, vooral financieele, moeilij'kheden gebracht heeft.

Zonder thans op dezen Bond verder in te giaan, wil ik tenslotte iiog met een paar woorden het standpunt van Dennert aangeven. Prof. Dennert maakt scherp 'onderscheid tusschen w e r e 1 d b e '01 id en wereldb'osch'ouwing. Onder het wereldbeeld verstaat hij' de saamvattkig van de kennis aangaande !de inrichting der wereld, zooals die met behulp van natuurwetenschappelijke onderzO'Cking'smetho'den gevO'Uden wordt. De Christelijke wereldbeschouwing omvat de kennis, 'die hierbij' aansluit, doch niet buiten de OpenlDaring verkregen wondt. De wereldbeschouwing geeft het antwoord op ide levensraadselen en allerlei problemen, die d'ë natuurwetenschap stilzwijigend voorbijgaat.

Dennert heeft er steeds op gewezen, dat de) natuurv/etenisohap ons geen wereldbeschouwing, maar alleen '©en wereldbeeld kan geven. ledeiï 'die bekend is miet de natuurwetensdiap, zal dit m'oeten toestenunen. Daarom heeft Dennert al ^ij'n krachten biesteed aan ©en po-pulaire uiteenzetting van ide resultaten der natuurweit'enschap en het verspreiden van 'een O'bjeatieve natuurkennis. Op deze wij!z© meende hij het monisme het best tie kunnen b'estrijiden.

Niet ieder woord van Dennert zouden we gaarne 'tot het onze maken. Maar met deze opvatting Stem!men we van hart© in. Nu het monisme zoo velen tot twijfel brengt, nu 'de natuurwetenschap zoio vaak tegen het Christelijk geloof „uitgespeeld" wordt, is het noiO'dig, dat mien de resultaten der natuurwetenschap kent en inziet, wat 'deze wetenschap ons kan verschaffen. In lonzen tijd is een gezonde natuurkennis een apologetisch belang.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

Apologie en Natuurwetenschap.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1921

De Reformatie | 8 Pagina's