GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VORM EN GEEST.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VORM EN GEEST.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

In het vorige artikel werd betoogd, dat na de dogmatische bewegiag^ welKe in de tweede hellt der vorige eeuw ia ons. land opt'wam, thans het gevaar van bet eenzijdig-womden dier dogmatische richling dreigt.

Nu, in dit artikel, dient aangetoond, hoe vele symptoimen in de laatste jaren daarop-wijzön. En dan willen we bij wijze van voorbeeld ook iets zeggen over 't bekende K. CS. V.-debait^, __., , ^._^, , .

Men "'zégt'"T; wel eens sterker. |^S^-'

Men spreekt' ook wel eens van ©en , '^Si%in 't GerietCornteerde leven".

Ik meen, dat dit te sterk is gesproikeri.' Een „crisis" i, s 't niet. Van een crisis immers Kan alleen woinden gesproken, indien nien staat voor eien levensgevaarlijken toestand, een toestand, van welken 't onzeker is of de uiücomst ten doode of ten leven zal zijn.

En zóó , , er; g" is 't met het Gerefoirni'eerde leven (hetzij „in", betzij „buiten" de Geïeformeerde kerken) allerminst.

't Is .geen luchtig optimisme, maar ee!a allernoodzakelijkst geloof in de toekomst dear .Gereformeerde richting, indien we meenen al de overgangsverschijnselen van dezen tijd te mogen houden voor de vea^ohijnselen van een zeer gezonden „levenso ver gang", zooals die in elk levend en groeiend oTigamiisnae voorkomt en behoort voor te komen, en zooals die alleen in mechanieken en geïaamten ontbreelrt.

Maar 'tis dan ook een „levensovergang"!

En niet minder! Een levens overgang, die ons duidelijk' aeigt, dat we een nieuwe peiioide van het Gerefoirmeerde leven binnengaan, een nieuwe periode, die wel den band met het verleden wil bewaren, maar die toch ook al reeds een beden heeft en zeer zeker een eigen toekomst hebben zal.

De tegenwoiordige tijd is, • gelijk' elke tijd, oen drieéénheid van drie momenten: verleden, heden en toekomst.

Halaas, indien een ricWing m|ele|nen zpiu slechts de schatbein. van ihet verleden te moeten bewaren. Ze 'ZOU in 't heden verschromplölen bij htet bouwen aan het graf van den laatsten proifeeit en zou er in de toiekomst niet meer zijn.

Wij steunen opi een onvoltooid verleden tijd, wij aidemen en leven in een o n voltooid tegenwoordigen tijd len wij' gaan, zoolang wij op de aa.rde noig zullen bestaan, ongetwijfeld öen onvoltooid toekomenden tijid tegemoet. Alle werk op aarde is slechts „stukwierk". Dr Kuyper deed stuk^'erk, wij zullen 't pa hem 'doen, en andefm'aal za] men bet in de toekomst (doen.

Gelukkig ook maar! Want daardoor blijft arbeid mogelijk en worden ook hier op aai'de steeds alle dingen nieuw.

Meerdere veïSdiijinselen vroegen in de laatste jaren bijzondere aandacht.

Daar was Ds Netelenbos.

Met enthousiasme heeft deze het recht van het subiect bet recht van de ziel bepleit.

En dat wa, s goed en dat was noodig. Daar lag ©enige aanvoeling in van de nooden van het geestelijk leven van den tegenwoordigen tijd. Tegenover een al te groote „voorwerpelijkheid", tegenover een al te groot „inteUeotuaJisme" was deze reacftiö van het „subiective", van het „ondervverpelijke", . alleszins prijzenswaard. Ethiek en mystiek wefden er tereabt door naar voren gebracht.

Jannner echter, dat Ds Netelenbos zoo weinig bezadigd, zoo weinig bezonnen was. Jammer, dat bij het goede ovei^dreef, zoodat het ophield goed te zijn. Jammer, dat hij' 't recht van 't subiect .overdreef tot een primaat van het subiect en dientengevolge het recht© oog' voor alle obiective waarden, ook voor de obiective waarde der Heilige Schrift verloior. Daardoor viel hijzelf in een groiotere-fout dan de fout, die hij bestrijden wilde en m'aakte het vonnis der .G'enerale Synode onafwendbaar. De Synode kon met de gegevens, die zij had, iiiiderdaad niet anders doeji dan veroordeelen. WSvrSPIS/'

Daar was Ds Wisse.

Er is zeer veel aan té meil*n op de wijze, waarop Ds Wisse de Gereformeerdei Kerken verliet en ook' op het feit, dat hij ze verliet.

Meer in velerlei ons m'S; der sympathiek' aandoend omhulsel bevond zich toch een .goede kern. E'n die goede kern, dat is andermaal: het reoht van het subieötive, hel reoht van het zieleleven.

En 'dat recht moet worden bepleit.

Beiden, Ds Netelenbos en Ds Wisse hebben dit gedaan, ieder op eigen manier. Ds Netelenbos richtte zich ia-het bijzonder tot de cultuurkringen. Ds Wisse richtte zich meer tot de volkskri'ngen. Maar beiden leefden uit den drang tot accentueering van het subiective. Dat was 'bij alle onderling verschil hun eenheid.

En ook is bij beiden, bij ieder op eigen manier, deze idrang tot het subiective scheef gegroeid, bij Ds Netelenbos door het recht van het subiect te overdrijven tot het primaat van het subiect ook tegenover de Heilige Schrift, bij Ds Wisse door het techt van het subiect te overdrijven tot een primaat van het subiect tegenorver het voorwerpelijke der leer en het voorwerpielijke van höt kerkverband.

Daardoor hebben beiden èn de oultimrisringen èn dé vo'lkskringen teleurgesteldj èn kan niet anders gezegd, dan dat beiden hun doel hebben gemist.

Maar des'aie'ttemin moet het recht van het subiective, van het geestelijke leven, van de „bevinding", zooals men oudtijds zeide, in onze dagen dubbel sterk worden bepleit. De dogmatiek moet nieuw bevrucht mfet ethiek en met mystiek, met heiligmakiing en beleving. De ziel roept om gehoor tegenoveir 't iatellecli", 'de 'geest legenover den vorm, de p e r s o o n 1 ij 'k h e i d tegenover de .oiiigaiaisatie. Wij' hebben niets aan „zuiveihöid" van 'tiniellieci!, „zuiveiheid" yan den vorm en „zuiverheid" van lie organisatie, indien daar niet eerst en vóór alle .dingen zijn meer zuivere m'ensehen (dat is: wediergeborenen en bekeerden), meer zui. ver geestelijk leven, meer waarachtig Christelijke persoonlijkh'eden^ Dan pas, maar ook dan alleön zullen we iets hebbben aan zuivere, intellectueele, dogmata, zuivere vormen en zuivere organisaties. En duis moet het accent vallen op dö ziel en niet op het intelleclt, op den geiest en niet op den voirm, op de p e r s o o n 1 ij k h e i d fen niet op de organisatie.

Dat is, waar 't tegenwoordig om gaat .en wat èn cultuur-èn volkskringen oproept tót een nieuw „réveil".

En dat is, wat de b'eweging dör „jongeren" bezielt en drijft.

Vallen er al enkele „tolkten" weg, die niet in staat blijken, 'de juiste vertolking van den nood en de tragiek dezer dagen te geven, de beweging der „jongeren" zelve gaat door en zal doorgaan, van „binnen uit" 'en van „andei!en op" de overgelevertle „vormen" met nieuw geestelijk leven te vervullen. Althans, zij zal dat zoeken en naar dit doelwit jagen.

En Gode zij dank, zij! vindt ook vertolkingen, die ze met blijdschap begroet en die haar toonen, op wel'ko wijzen de dreigende gevaien van verstamng in iatelliee, ualisme ; en dogmatisme en organis.-tisme overwonnen kunnen worden.

Moge ik van 'deze tolken eenige noemen, zoo noem ik boven alles al de werken en het gansche leven van Prof. Dr H. Bavinck, den „jongere" bij uitnemendheid, zoo noem ïk de bekende brochure van Ds J. C. Aalders, thans in Batavia, de jongste brochure van Prof. Mr A. Anema, 'twerii van Dx H. A. van Andel van Solo, lenz. enz. We staan nog pas aan het begin. Uit 'de tragiek van do antinomie dezer tijiden zal wederom reformatie., jeboren worden. jj^-®**'

Er IS een stroomüng in onze keiken, die allen nadruk legt op 't intellecitueel zuiver-Stellen van „grondslagen" en het haar hoofdphcht acht om formeel en organisatorisch voor zooveel mogelij'k „zuivere sferen" te zorgen, maar dan te kort schiet in het verzorgen van het voornaamste, nl. de ziel, den geest en de christelijke persoonlijkheid.

Dat komt, omdat 't accent verkeerd wordt gelegd. Men legt ^taccen-t te veel op het uitwendige, het voorwerpelijke, heit vormelijke, het organisatorische, en te weinig op het inwendige, het onderwerpelijke, het waarlijk geestelijke, bet christelijk persoonlijke.

Ge kunt dit bijvoorbeeld zeer lei'genaardig ervaren aan 't gebruik van woorden als „zuiver" en „principieel". Wat bedoelt mien doorgaans met deze alleszins mooie woonden?

Is 't niet, dat m-en daarin'ee gewoonlijk duidt op het uitwendige, het voimelij'ke, het organisatorische, op de sfeer, op den grondslag? - •

Welnu, maar dan hebt ge daar juist h'et euvel, waar we op wijzen willen.

Wij'willen, • dat bij' gewenschte „zuiverhteid-" het eerst, worde gedacht aan de belfceering der ziel en de daarbij geboren wordendel heiligmaking (een heiligmaking, die zich dan uitstrekt niet louter tot het denken, maar ook tot het willen en het gevoelen, niet louter tot de „kennis", maar ook tot de „gerechtigheid" en de „heiligheid", niet louter tot Ide dogmatiek, maar ook tot de ethiek en de mystiek). Zulk een „zuiverheid" komt dan' van binnen uit, centraal, uit de ziel. En wij' willen, dat bij het gebruik van 't woord , .zuiverheid" het aceent zal vallen op deze in de eers'te plaats inwendige zuiverheid. Men zal dan tögelijk wel wat meer bescheiden worden in 't gebruik van 't woord „zuiver", bemerkende hoe „onzuiver" de ziel van den mensch, zoowel in de „functie" van het denken, als m de functies van het wiUen en gevoelen, is en blijft. Men zal dan ook leeren het woord „zuiver" wat zwaarder op te nemen, dan in de kringen der verkeerde m'entaliteit vaak geschiedt.

En evenzoo staat het m'et het kostelijke woord „principieel".

Principes zijn niet: „scherp getrokken lijnea" en „uitgestippelde intelleotueele bepalingen". Ptincipes liggen heel wat dieper (glelijk in de Heilige Schrift overal). Principes zijn zielekrachten. En mten h'eeft alleen „christelijke" 'principes, indien men heeft zielekrachten der herboren ziel. 't Is noodzakelijk, dat 't woord „principieel" dus heel wat „zwaarder" wordt opgevat dan vaak geschiedt.

En daarmede zal dan tevens . eietn heel andere leveoshouiding gepaaijd gaan.

Niet alsof wij nu ©en zekenei onversohillighèid prediken wülen vojor „grondslagen", vopS formeele

beginselen en origanisaloaiscibje riohüijiien. TD-at ïiiet. Wij willen nergens onversahillig voor zijn. Maar wij klagen over een „teveel" en een „tö weinig" en roepen om' verlegging van hiët accent naar het inwendige, naar het zleleleven, naar 't persoonlijke.

Trouwens, is 't niet, dal de ervaring onze roepstem tegenwoordig allerwége steunt? Heersohl er in vele Gereformeerde Ingingen niet een zekere moeheid doorliet talloos aanital teleursLellingen, cüe men ondervinden mioest met de gakenscihetste verkeerde mentaliteil? Heaft men nieL herhaaldelijk met schrik ondervonden, hoe, nadat men met pijnlijke zorgvuldigheid de lijmen al scherper 3n scherper trok, de grenzen al enger en. enger bepaalde en zijn „principiëele" sferen al „zuiverder" en „zuiverder" vormde, daarna de werkelijkheid leerde, dat binnen die grenzen en terreinen het zondelevea welig tierde en de duivel uit al die lijnen en principes een peluw bereidde voor veler rustige sluimering iii ide gruwzaamste zonden? (Een schoon iinamieren graisteen van buiten, maar veel verterings van binnen? ) Ging men niet aldus met een „ingebeelde!! hemel" ter helle? 't Is diep droef heit te' moieten opmerken, maar-de redding ligt toch daarin, dat men 't intijds opmerkt en dan leert, dal wel zeer gemakkelijk ieen , , te veel" werd besteed aan het uitwendige, den voir^mi, miaar een „te weinig" aan het inwendige, den geöst. De ervaring heeft dit reeds m'eniginaal, zoowel in groo-tere als in kleinere kringen, geleerd.

En. nu concreet, 'de N. C. S. V.

Het is onmogelijk, om de gronden, tegen de N. C. S. V. aangevoerd, wer-kelijk door te voeren. Want waar moét het dan naar toe met zoo talloos aantal vereenigingen, in welke op christelijk terrein met andere gezindten wordt samengewerkt?

Bijv. het C.N.V. (Christelijk Nationaal Vakverbond). Daar leven ruim 70.000 Christelijk-Protestantsche arbeiders van de meest „licihte" rich-' tingen af tot de meest , , zware" richtingen toe, zeer vreedzaam te zamen. De grondslag van het C. N. V. ziet er dan ook vrij soepel uit. En het is aan het openbaar optreden van het C. N. V. vrij goed te merken, dat het naar een zeker gemiddelde tusschen al deze groepen zijn houding bepaalt. Maar — als de N. C. S. V. „gevaarlijk" is voor den Geref. student, dan is het C. N. V. gevaarlijk voor den Geref. arbeider. En de arbeider komt er op aan, evenzeer als de student.

En verder: Als 't niet goed is, dat de Geref.student in de N. C. S. V. allerlei van andere richtingen ziet en hooni, is 't dan wèl goed, dat ons Gereformeerd kerkpubliek in de berkboden wordt uitgenoodigd om ter zendingsstudie op' te gaan naar de Luntersche z enda ngscomferein ti es? Op die conferenties werken meerdere Gereformeerde predikanten met meerdere Ethische en Luthersdhe leidslieden te zamen. Mag dat zoo maar? En mag eins volk daar naartoe? En mogen de programma's zoo maar in de kerkboden staan, w< -. alsof geen enkel , , gevaar" te Limteren drMgt?

Als de N. C. S. V. gevaarlijk iis, is ook dat gefiS: taarlnk!

Geen meten met twee maten!

En de neutrale volksuniversiteiten. Hoe J; |g het mogelijk, dat een erkend tegenstander der "^p. G. S, Y. diaaraan meedoen kan, gelijk inderdaad I's gebeurd? En dat nog niet eens aan öen gemengd Iphristelijke, miaar aan een neutrale! volksunii^ersiteitl Als dat , , erg" is, dan is 't in elk geval |i-: ; erger" dan 't meewerken in de altihans Christe-'^aijke N. C.S. V. en duidt dit op> een groote-in-. ''«Consequentie!

En daar is zóó veel te noemen.

De wetenscihap bijvoorbeeld! Mogen in Gereformeerde boekenkasten Ethiscbe en Luthersche en zelfs moderne schrijvers zoo m^aar rug aan rug staan liiet de goed Gereformeerde studiewerfcen? Mag dat ZO'O maar? En stelt dal de gemeenten niet bloiot aan 't lang niet denkbeeldig gevaar, dat predikers in den loop der jaren menigvuldiglijk „moeren" uit Ethische boeken en onder de bekende drie punten heéle stukken uit Van Oosterzee, Jonker, Haspels, Obbink en De Sopper binnenloodsen ?

En de kunst! Indien de stellingen uit het N. C. S. A^.-debat juist zijn, moeten er dan .ook op kimstgebied niet veel scherper lijneii getrokken ?

Moet er dan niet een lijst komen van kerkelijk goedgekeurde „zuivere" boeken, möt sterk advies om , , geen" andere te lezen?

En moet niet duidelijk uiitgesproken, dat in een ^'Gereformeerd huisgezin op 't instrument slechts Bach en Beethoven en Handel misschien gehoord mogen worden. Maar nim^mer Wagner of Strauss!

Nu laat ik nog daar of de muziek van Bach , ^: Ethisch is oi Gerefoi-nieerd. Maar Wagner met zijn .zpio' vaak loszinnige, haiióstochlllmuziek, Strauss met zijn wereldsche walsen!

En in de politiek! Mag daar een coalitie mei Ethischen eigenlijk wel?

En in de schoiolwereld! Mag daar de ge'mengde i-school wordeir gepropageerd? (Lagere School, '^'Lyceum, H. B, S.). De gemengde school, met haar 'zooi menigmaal Ethische leerkrachten!

En op persgebied! Moet niet veel scherper keur worden ingevoerd op den iiihoud der bladen? Hoeveel , .gemengde" invloeden spreken niet uit de kiïlom'men onzer Christelijke dagbladen dag in dag uit tOit de zich Legen de N. C, S.V. teweer stellende gemeente.

En 'tis alles vol gevaren!

En nu moge men al zeggen: Ja, maar het gaat niet zoiozeer om de samenwerking bijv. met Ethischen als zoodanig, m!aar veelmeer om de p'aedago gisch e, de opvoedkundige kwestie, of jonge studenten in de N. C. S. V. zonder al te groot gevaar voor de toekomst allerlei E'thische en andere invloeden verdragen kunnen!

Doch daarmede blijft de kwestie volmaakt dezelfde. In alle samenwerking met andersdenkenden is overal dezelfde opvoedkxm'dige kwestie aau de orde en is precies even belangrijk voor den jongen student in de N. C. S. V. als voor den jongen arbeider in het C.N.V., als voor het jong •gemeentelid in de Luntersche conferenties, als voor den jeugdigen wetenschapsbieloefenaar in de volksuniversiteit, als voor den jongen lez!er in de litteratuur, den jongen musicus in de muziek, den jongen leerling in de gemengde scholen, den jongen lezer in de „gemengde" dagbladen.

't Is alles vol „gevaren", intelleotueel en ethisch en aesthetisch en paedagogisoh.

Maar juist de consequenties, die, ook al moge iiien ze hier en daar ietwat gechargeerd iroetóen, niettemin consequenties zijn, toonen des te duidelijker, dat men die zeker geenszins denkbeeldige gevaren toch niet bestrijden m'oet op de wijze als in de N. C. S. V, - bestrij'ding is geschied.

Het middel kon dan wel eens erger - zijn dan de kwaal.

Want het leven, zonder zeker ciompromis tusschen geest en voorin (de , , tragiek" der antinomie van geest en vorm') is ten eenen male onmogelijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

VORM EN GEEST.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's