Bedenkelijke Voorlichting.
Geachte Redactie,
In Uw blad van 2 Juni j.l. komt een - ingezonden stuk voor van Dr J. G. Geelkerken.
Onze broeder G. vertelt daar aan Uw lezers, 'dat hij op 10 Mei ons een schrijven , zond met verzoek tot plaatsing en deelt vervolgens den inboUd mede van het antwoiord, dat wij; hem zouden gezionden hebben.
Wij meenen eens „openlijk te moeten laken" de wijze, waarop br. G. de woorden van zijn broeders bejegent en achten het dure plicht daar eens „publiek tegen op te komen".
Want leiding, althans goede leiding, wordt "daarin absoluut gemist en wij achten het niet te sterk gesproken, als men de manier van voorlichten; die Dr G. volgt, ho^ogst bedenkelijk acht.
Commentaar zullen wij niet geven. Wij durven , zonder beding aan Uw lezers het oordeel te laten.
Slechts verzoeken wij U af te drukken: lo. wat Dr G. ZEGT, _dat wij hem schreven; 2ö. wat wij INDERDAAD geschreven hebben. Dr G; ZEGT:
„Zonder dat redenen daarvoior wer-„den opgegeven werd aan mijii verzoiek „niet voldaan; wel berichtte mij de Re-„dactie, 'dat hareraijds nog! meer arti-„keTen over de N. C. S. V. zlullen volgen."
En nu volgt het letterlijk afschrift, van wat wij INDER DAAD schreven. Het schrijven aan Dr G. aangeteekend verzonden en dat hij blijkt ontvangen te hebben, luidt als volgt:
Aan
den Weleerw. ZeerGel. Heer Dr J. G. Geelkerken.
Weleerw. Heer, ^'-^itiw^S^^^& SSS'SlsSs'' ,
Wij Zijn oVer de N. C. S. V. n o| g' n i e t u i t - gesproken, zooals U als trotaw lezer van ons blad , z e e r spoedig zult bemerken.
Maar ons orgaan heeft nog ander werk te doen e'n vooral in deze weken heeft het voor eigen Bondsdag en voor provinciale jaarverslagen zijn ruimte meer dan noodig.
Plaatsing van het stuk, dat U qualiticeert als „een oud rapport van een of andere classis" moest echter vooa-afgaan zouden onze lezers verstaan wat wij willen laten volgen.
U z: ult ons dus eerst moeten laten uitspreken. In ons eigen huis! .
Als U, nadat wij uitgesproken zijn (er volgen nog een of twee stukken) lust gevoelt ons een b ij dra ge ter weerlegging te zenden, dan zullen wij plaatsing van die bijdrage gaarne overwegen.
U jzult zich dan wel willen houden aan den goeden regel, te polemiseeren tegen het blad en niet tegen e e n p e r s o o n. Hoogachtend,
REDACTIE „GEREFORM. JONGELINGSBLAD". Amersfoort.
Men vergelijke nu eens wat" wij schreven en wat br. G. , z e g t, dat wij geschreven hebben; men vergelijke ^10: ' 273 - ^^-'i, .; ^w; den indruk, die zijri - 'résumé maakt en maken moet met inho'ud en strekking van wat 'wij inderdaad geschreven hebben.'
Van bedenkelijke voorlichting gesproken, wie beschuldigde daarvan het eerst? Hoogachtend,
REDACTIE „GEREFORM. JONGELINGSBLAD”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juni 1922
De Reformatie | 8 Pagina's