GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PAROCHIE-INDEELING OF KERKSPLITSING.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PAROCHIE-INDEELING OF KERKSPLITSING.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zal de kerk in de groote steden aan hare heilige roeping kunnen beantwoorden, dan moet zij gesplitst worden in meerdere, naar vaste grenzen afgebakende, zelfstandige kerken, elk onder een eigen kerkeraad. Thans stuurt men aan op, althans gedeeltelijke toepassing van het z.g. parochie-stelsel, ; dat de eenheid der kerk en mitsdien één kerkeraad handhaaft, maar dit is niet afdoende. Wpl werden in deze richting belangrijke vooi'deelen verkregen: vemieerdering van het aantal prcdikantsplaatsen; verkiezing van ouderlingen en diakenen door de wijk, voor de wijk, en uit de wijk; vvijkcatecliisaticn. Men bleef echter halverwege staan, en trok de lijnen niet door. Bij strenge doorvoering van het parochiale systeem zou het moeten komen tot een andere regeling met betrekking tot de bediening des Woords en der sapramenten. Er is nu geen toezicht op kerk-en avondmaaibczoek, Noodig is daarom, de leden te binden aan een bepaald kerkgebouw, waarin allen kosteloos een vaste zitplaats kunnen verkrijgen. Dan ligt vanzelf de weg open tot afschaffing of inperking van bet 'z.g. rondpreeken. Veel zóu dan gewonnen zijn, maar — niet genoeg.

III.

Ook met strenge doorvoering van liet parochiale systeem zijn o.i. de grooite-stadstferken niet duurzaam gebaat. Indien althjans daarbij — en dit kan haast niet anders zonder (het eigenaardige en k'enmeitende van parocbie-indeeling prijs te geven — vastgehouden wordt , aan de eenheid der kerk, gelijk die zich nog in den éénen kerkeraad uitspreekt.

Want juist die ééne kerkeraad is bet, die — zijns ondanks — belemtoterend inwerkt op het leven en den groei van de stadskerk.

Dat in 't algemeen ide vruchtbare werk'zaamheid eener vergadering onder , het groote aantal harer leden te lijden jheeft, weet ieder. Maar niet algemeen bekend is, dat er kerkeraden zijn, , die, zonder diakenen, 130, en mèt diakenen over de 200 leden tellen. Nu komen, naar we weleens uit goede bron fcebben vernomen, niet lallen even trouw op. Gewoonlijk ontbreekt er een aanzienlijk' contingent. Dit kan haast niet anders. Omdat mien de verantwoordelijkheid deelt met zoo velen, wordt deze niet zoo zwaar gevoeld. Waarom^ zou mien niet af en toe wegblijven? De vergadering is im'nlers toch talrijk genoeg ? Dat i s ze inderdaad, en in de gegeven omstandigheden zou mIen er zioh haast over moeten verheugen, dat er broeders zijn, wien •-overigens allerminst gemis , aan ambtsijver mag ten laste gelegd, die het ongeregeld bijwonen van de terkeraadsvergaderingen niet met hunne ambtelijke roeping in strijd schijnen te achten. Werden deze vergaderingen steeds, indien niet door alle, dan toch door verreweg de meeste 'leden bezocht, , er zou nóg 'minder tot stand kteinen worden gebracht, ongetwijfeld, maar hier staat tegenover, dat er dan tocji meer (Continuïteit zou zijn in de bespreikingen en in de besluiten. Dat een vergadering somis heel anders is Bamengesteld dan de vlak voorafgaande, brengt 'wel eens, en niet altijd aangename, verrassingen, 't Is volstrekt niet denkbeeldig, dat een voorstel — bhjikiens de gevoerde discussie vrij algemeen sympathiek ontvangen, maar waarover de heslissing tóoet woerden uitgesteld — de volgende weck, zij het ook met kleine meerderheid, wordt verworpen.

Door een grqote vergadering, aan welke, zeg 3 uien zijn toegemeten, en die. zich voor een overladen agendumi geplaatst ziet, moet met spoed Worden gewerkt. Het ikan niet anders. En zooi is het 'liet te voorkomen, dat som's beslissingen worden genomen, zonder dat fh-et voor en tegen behoorlijk 'S overwogen; dat men, als in de gemeenteraden der groote steden, „ham'erstukken" krijgt; dat aan belangrijke onderwerpen niet altijd de noodige aandadht wordt gewijd.

Maar zelfs, al dringt de tijd niet, dan nog is de grondigheid van behandeling der zak'en niet altijd jgevvaarborgd. De praeses, hoofdman over honderd thans, stelt b.v. aan de orde de door de commissie van beheer ingediende begrooting. Een zaak dus van ingrijpend belang. Maar kan een zóó talrijke vergadering zidi daarmee serieus bezig houden? Is het een zeldzaamheid, dat na tien, vijftien 'minuten, met hamerslag de vaststelling der begrooting wordt geconstateerd? En weten dan de vergaderden werkelijk, kunnen zij weten, w a t zij hebben „vastgesteld"? Zijn zij in staat, voor het „vastgestelde" de verantwoordelijkheid te dragen ?

Indien nu reeds de riehtige behandeling va, n „stoffelijke" aangelegenheden zooveel moeilijkheden medebrengt, hoe m^Det het dan gaan met die der „geestelijke'', belangen ?

’t Is waar, naarmate de parochiale lijn sterker wordt doorgetrokken, naar die mate zullen deze gaandeweg nieer behartigd kunnen worden door de wijkgeoom'mitteerden, die hiertoe op geregelde tijden atzonderlijk samenkomen, hetzij dan één-of tweemiaal per noiaand een ganschen avond, gelijk te Amsterdam, of wekelijks één uur vóór de ver-.gadering Ya.n d"Sii kerkeradJ, , zooals te Rotterdamen 's-Gravenhage. Men zie echter niet voorbij, dat een wijkvergadering geene kerkrechtelijke macht bezit. Niet zij regeert, maar de kerkeraad. Zij kan alleen voorbereidend werken, en haar adviezen uitbrengen aan den kerkeraad, die ten slotte te beslissen heeft. Kan en mJaig echter die beslissing alléén bestaan in een zich neerleggen bij, een goedkeuren van die adviezen? Is zulk een louter foimieele handeling niet in strijd met de eere 'cn de roeping van een raad der kerk? Moet deze, vóóral wanneer het tuchtzak'en betreft, maar ook in andere igevallen, als b.v. de toelating tot het jheilig avondmiaal, zich niet zoo laten voorlichten, dat 'hij wftken en wegen en daarna zelfstandig een oordeel vellen kan? Dat dit laatste gewenscht, noodig is, wie zal het tegenspreken? Maar is het practisch ook mogelijk? Is er, afgezien van andere bezwaren, voldoende t ij d voor ? Komen ook in eene kerkeraadsvergadering zonder diakenen dikwijls niet zoovele punten van algemeenen aard aan 'de orde — om m'aar te zwijgen van de menigte „ingezonden stukken", die eerst de revue moeten passeeren — dat vanwege het late uur van een rustig besprdfcen der - wijkrapporten moet worden , algezien? Leert de practijk niet, dat de kerkeraad op deze wijze al meer zijn beteekenis giaat verliezen, en een lichaam wordt, dat, ja, regeert, m|a, ar dan schier uitsluitend in formeelen zin? Verdient het ook uit dit oogpunt niet de voorkeur de stadskerk te laten uiteenvallen in enkele zelfstandige kerken, elk onder een eigen kerkeraad ? Zou dat aan de feitelijke regeering der kerk niet ten goede komen?

Handhaving van den éénen kerkeraad staat ook een betere |heid.erlijke bearbeiding der gemeente in den weg. , Wij hebben hierbij het oog op het huisbezoek, gelijk idit door de ouderlingen toch mmstens éénmaal 's jaars dient te worden gebracht in elk der gezinnen, die aan hunne speciale zorg werden toevertrouwd.

Ma, ar — wordt dit „ideaal” ook bereikt?

In den regel niet. En w; aaraan ligt dat? Is er bij de ouderlingen een tekort aan ijver? Integendeel, in 't algemeen kan gezegd, dat zij zioh met bewionderenswaardige toewijding en trouw geven aan de vervulling huimer roeping. Men onderschatte niet wat van deze ambtsdragers in een groo'testadsgemeente wordt gevraagd. Legt de kerkeraadsvergadoring reeds wekelijks op één avond beslag, hier komen er nog twee bij voor het huisbezoek'. De ta, eesten zijn den igiansöhen dag in 't touw voor Itan Maatschappelijk beroep, en terwijl anderen zich des avonds de rust igunnen aan eigen haard, gaan zij er op uit, twee aan twee, door weer en wind, tr; aip op trap af... En toch komien ze niet klaar met wat zij bij den .aanvang des jaars telkens opnieuw zich voorstellen. Het iaantal gezinnen, dat twee ouderlingen voor hun rekening "hebben — in Amsterdam soms 120 a 130 — ^is te groot.

„Maar”, zal m: ag'elijfc iemand opmerken, „per avond kiinnen toclh wel 2, dus per week 4 gezinnen worden bezocht: dat is '200 per jaar."

Deze berekening is heel eenvoudig, maar dé practijk leert !het anders. Allereerst mag het aantal weken, waarin huisbezoek kan worden gedaan, niet hoQger gesteld dan 40 per jaar, daar er tengevolge van ziekte, vacantie, onverwachte verhindering, nog al eens een week uitvalt. Daarbij komt, dat het heel mooi is, indien wekelijks 3 gezinnen kunnen worden bewerkt. Want — duurt het eerste bezoek een half uur langer dan men gedacht had, dan moet vanzelf van een tweede worden afgezien. Dan, hoe dilcwijls treft men de menschen niet thuis, of 'komt men ongelegen. Het is: geen zeldza.amiheid, dat 'men 4, 5 maal op één avond, onverrioliter zake kan heengaan.

Op meer dan 120 bezoeken, door twee ouderlingen, valt dus per jaar niet te rekenen. En konden zij die nu maar brengen in 120 verschillende gezinnen! Doch allerlei omstandigheden doen zicih voor, - die het beslist noodig maken, dat hetzelfde gezin meermalen 's jaars moet worden bezocht. Het ware daarom geen weelde, veeleer eisch van intensieve herderlijke bearbeiding der gemeente, indien aan twee ouderlingen de verzorging van ten hoogste 80 gezinnen kon worden opgedragen.

Is daar dan bezwaar tegen?

Niet in een dorpsgemjeente. Ons zijn dorpsgemeenten bekend van ruim 200 gezinnen, over welke twaalf ouderlingen jhebben te waken!

Wèl echter in de groote-stadskerk, die aan den éénen kerkeraad blijft vasthouden.

Want dan moet het aan.tal harer ouderlingen aanzienlij'k! worden vermeerderd. In Amsterdam b.v. met dertig!

Dit nu is eenvoudig onmogelijk.

Reeds nu groeide, gelijk we boven aantoonden, de kerkeraad uit tot een veel te groot lichaain, om de onderscheidene belangen der gemeente naar eisch te ifc'unnen behartigen; om', niet maar in naam, doch metterdaad, ihéél de gemeente te k'unnen regeer en. Een uitbreiding van zijn ledental als daareven genoemd, hoie gewenscht ook voor het herderlijk werk, zou zijn vergadering-arbeid met totale onvruchtbaarheid slaan.

Ook om déze reden kan de nieest strenge doorvoering van !het paroohiale systeem de groote-stadskerk niet uit den nood helpen.

De eenheid der kerk, de ééne kerkeraad, moet worden losgelaten.

’t Moet komen tot kerksplitsing!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

PAROCHIE-INDEELING OF KERKSPLITSING.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1923

De Reformatie | 8 Pagina's