GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE GEREFORMEERDE STUDENT EN DE ANTI­REVOLUTIONAIRE POLITIEK,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE GEREFORMEERDE STUDENT EN DE ANTI­REVOLUTIONAIRE POLITIEK,

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inhoud van het eerste artikel: bij den Gereformeerden student is bij vroeger vergeleken, uitzonderingen daargelaten, de belangstelling gedaald. De een zoekt het bij de professoren, de ander bij de studenten, nog anderen tellen meer , algemeene factoren het zwaarst.

II.

Het werd hier en daar in besloten kring uitgesproken, soms ook met voorzicittigheid in de pers geuit, 'dat liet verminderd politiële interesse bij onze Gereformeerde studenten vOor een voornaam, zoo niet voor het voornaamste deel a, an de hoogleeraren te wijten zou zijn.

Laat ons eens nagaan, wat hiervan aan k'an zijn.

We beginnen dus met te onderzoeken hoe het vroeger was gesteld. •

Wij spreteen daaibij uiteraard alleen Van de overleden hoogleeraren, van wie zooveel politieke invloed zou zijn uitgegaan. Men mag onderstellen, dat 'de thans nog levende dezelfde zijn gebleven.

Wat deden dan Kuyper, Rutgers en VVoltjen op hun colleges, om de studenten voor de stembuspolitiek te bezielen?

't Valt in één woord te zeggen.

Niets.

Nooit heb ik een van deze drie ook maar een woord hooren spreken, waardoor • de studenten werden opgewekt zich in den verkiezingsstrijd te weren.

Zij waren te zeer van htm ak'ademische roeping vervuld, dan da, t zij zich daarover uitweidingen veroorloofden.

Zij jhielden wetenschap en politiek vHin elkander gescheiden.

Althans was dit mijn ervaxing.

En ik maakte als student zeker geen onbelang­

rijk tijdperk aan 'de Vrije Universiteit door. In mijn studentenjaren viel 1901, het jaar, waarin Dr Kuypetr na, de'n uitslag der verkies

zingen tot minister werd benoemd. _ Van te voren was het te verwachten, dat Jiet in den verkiezingsstrijd heet zou toegaan.

Maax op zijn colleges repte Dr Kuyper hiervan met geen entel woord.

't Ging er zoo streng zakelijk tO'C, alsof er geen Junigebeurtenissen in hiet zicht waren.

't Eenige kontakt bestond hierin, dat de studenten, toen 'de uitslag der verkiezingen bekend wa, s, tem een ovatie bracliten, waarop Dr Kuyper naar buiten kw^am en bij de vooraanstaanden informeerde, wier er alzoo gekozen waren.

Of hij dan misschien buiten de colleges om eenigen rechtstreekschen invloed op de studenten oefende?

Voorzoover mij bekend.' is, niet.

Althans in de jaien, waarin ik studeerde, was dit niet het geval.

Hoe we dan door Dr Kuyper bewerkt werden?

Evenals alle andere menschen door „De Standaard".

Dr Kuyper was, behj'alve in zijn vacanties, gewoon „zelf te mennen". (De uitdrukking is van Braakensiek).

En zijn artikelen zoowel als zijn driestaxren gin-, gen er in als klokspijs.

Daaxdoor werd het ruur, dat in onze jong; e Karten brandide, aangeblazen.

Op verkiezingsdagen stonden we in laaie.

En idat door „De Standaard" alleen.

Toch vermocht ons dat aan 'den anderen kant weer niet te verpolitieken.

In kalmer dagen speet het ons geducht, dat Dr Kuyper zich. zoozeer aan de politiek gaf.

Eén 'der studenten schreef zelfs in een studentenblad ('tkan „Manus Manum lavat" geweest zijn of„Geieformeerd Studentenblad''), d)a: t Dr K. ziciK weleens wat meer ^jan d'è Theologie mocht wijden, want 'dat één man, al is hij ook Dr K., niet alles kan.

Een uiting 'van ohgepiaste vrijmoedigheid, voorzeker.

Kuyper reageerde er lal spoedig op. Op h.et eerste of tweede college [had hij het O'ver een historische kwestie en sprak: als ik' mij hierin soms ver-gis, moeten de heeren het maar zeggen, want één mensch kan niet alles weten. We begrepen de toespeling en toen we ons geen betere houding wisten te geven dan doox het als scherts op te vatten en er om te lachen, herhaalde hij: ja heeren, dat meen ik, de schrijver in het studentenblad had gelijk: één mensch kan niet alles weten.

't Gaf even iets pijnlijk's.

Maar evenzeer een bewijs, hoe onwaar'het was, wat in die 'dagen in 'de pers gesclireven werd: de studenten aan de Vrije Universiteit zijn verpolitiekt.

Dit wat Kuyper betreft.«> •, . ,

En nu Rutgers! Het was de algemeene opinie onder ons, dat Rutgers Kuyper ook in politieke zaken van advies diende. Maax ik geloof, dat die opinie alleen gegrond was op de onvergelijkelijke scherpzinnigheid van Rutgers. Want bewijzen konden we het niet. Op z'n colleges hield hij ons altijd heel ver van de politiek van den dag af. Op visites te zijnen huize werd dat onderw©r(p| weleens aangeroerd, maax meer ook' niet. Politieke vorming hebben we zeker aan Rutgers niet te danlcen. Officieel liet hij zich met de politiek niet in, naar ik weet. Hij was de man van de kerk. Bij Woltjer ging 't op de colleges, tenminste die ik geloopen heb, al even onpolitiek toe. 't Was alsof het afgesproken werk was. Bij hem aan huis moge 't onderwerp ook zoo nu en dan ter spxake zijn gekomen, maar men wist algemeen, dat er onderwerpen waren, waaxvoor P: rof. Woltjer zich meer interesseerde. Later werd hij tot Lid der Eerste Kamer gekozen. Daar gold hij vooral als specialiteit voor het onderwijs. Hij was dan ook dé voorzitter der Ineenschakelingsoo'mmissie.

En laat mij bij uitzondering nog één mogen noemen, die gelu'kkig nog to't de kategorie der, nog levenden behoort, P'rof. Fabius. Van zijn colleges in dien tijd kan ik niet al te veel vertellen, om-dat ik ze, gelijk te begrijpen is, zelf niet liepi. Wel hoorde ik, 'dat hij gedurig aandrong opi bestudeering van principiëele werken als van Stahl en iGroen. Ook op' zijn thé's beval hij die onvermoeid aan. Maar 'dat hij ook maar eenigszins opl afctiviteit van de studenten bij eenige verkiezing heeft ingewerkt, kwam mij niet ter oore. Trouwens was het aantal juristen toen nog niet zoo talrij'k. Wel gaf hij zich aan de praktische politiek. In den gemeenteraad van Amsterdam was hij een kracht, met wien men te rekenen had.

Tot zoover mijn ervaringen.

Mocht een student van oudere generaties andere ervaring hebben opgedaan en b.v. kunnen verzekeren, 'dat Dr Kuyper in zijn tijd op college wel over de a.s. verkiezingen zich uitliet, zoo zal hij mij verplichten mij dit te berichten. Ik breng het 'dan gaa.me aan onze lezers over.

Wat is er dan nu veranderd? (

Stel dat de hoogleeraxen nu geen directen poli ti eken invloed op de studenten, oef enen, dan staat dit nog precies gelijk met vroeger.

't Zou hem dus moeten schorten aan den indirecten invloed, welken zij ontwikkelen.

In normale gevallen zijn vanzelf de hoogleeraxen in de juridische faculteit de aangewezenen, om zich in de praktische politiek te weipen.

Een Kuyp'Cr was natuurlij'k een uitzondering.

Nu hebben we drie hoogleeraren en een lector in de rechten.

De jongste hoogieeraax en de lector zijn er nog betrekkelijk kort. Zij h'ebben al hun tijd noodig zich' in hun vakken in te werken. Zij mogen dus uitgeschakeld.

Maax de beide anderen. Prof. Anema en Prof. Diep'enhorst.

Hebben die zich in de praktische politiek afzijdig gehouden?

Wordt naar het woord van Pïof. Anema in de Eerste Kamer niet gaarne geluisterd? Geven zijn benoemingen als lid van Staatscommissies geen blijk, hoe hoog zijn inzicht door de regeering wordt gewaardeerd ? Was men niet enthoesiast over zijn rede op den Pirovincialen Universiteitsdag te Rotterdam? Is Van hem niet het wooxd afkomstig: „Het beste In Memoriam, dat een ieder van ons aan Dr Kuyper k'an wijden is een deugdelijk en liefdevol 'doordringen in zijn gesc; h, 'riften" en heeft een piersbericht niet ruchtbaar gemaakt, hoe hij dit in praktijk wil brengen?

Ook Prof. Diepenhorst is op politiek terrein geen vreem'deling. Jarenlang heeft hij zijn schouder gezet onder het steeds zwaax'der wordende werk in den gemeenteraad van Amsterdam en ieder anti-revolutionair inwoner van Amsterdam bejammert het, dat zijn stem in 'de raadzaal niet meer wordt gehoord. Thans bcshoort hij tot de vocalen in de Eerste Kamer. Schier dag aan dag spreekt hij door de A.-R. „Rotterdammer".

Dat 'de professoren der andere faculteiten zich minder aan de praktische politiek wijden, ligt voor de hand. De faculteit der rechten is breeder uit-gegroeid. En in geen gevaJ doen zij minder dan de h-oogleeraren van vóór 25 jaren. Als de politiek hen niet noodig heeft, is het beter, dat zij zich houden bij 'hun leest. Want de politiek verslindt tijd. En die moet natuurlij'k op-den wetenschapjpelij'ken arbeid gekort, 't Moet toch' ergens vandaan komen. Maax heeft de politiek hen bepaald noodig, dan twijfel ik geen oogenblik of zij zullen zich' niet texugtrekken. Daaxin zijn trouwens de hoogleeraren H. H. Kuyper en L. Bournan door huni zittingnemen in Staatscommissies reeds voorgegaan. Als op de hoogleeraren een beroep-wordt gedaan en zij zien in, dat het niet anders kan, dan zullen ze zich' gewis alle mogelijke opO'fferingen getroosten voor het heil des lands.

Het zou niet goed zijn, dat ze zich , op'drongen. Immers 'de noodzakelijkheid moet eerst rondom gebleken zijn. Anders zouden zij tegenover de Universiteit niet verantwoord zijn.

Daarbij zou nog gevraagd kunnen worden of wat de plaatselijke politiek betxeft, hun leiding wel gewenscht woxdt. Er wordt hier en daar geklaagd, dat de anti-intellectueele strooming (welke met democratisch of niet-democratisch niets gemeen heeft), zich in Amsterdam te zeer doet gelden. Wat hiervan aan is, weet ik niet recht en laat ik daarom het liefst in het midden.

Ik kom dan tot de konklusie, dat op de hoogleeraren de groote schuldenlast voor de verminderde politieke belangstelling bij den Gereformeerden student onmogelijk kan rusten.

Gelooft men, , dat oo'k zij onder zekere algemeene politieke depressie leven en daaxom vanzelf minder geestdriftig moej; en zijn, stelt dan op hun rekening desnoods 25 pet. (wat veel te veel is).. Maax waar zitten dan 'de overige 75 pCt.?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

DE GEREFORMEERDE STUDENT EN DE ANTI­REVOLUTIONAIRE POLITIEK,

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's