GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor het blazoen.

De ti*e.r Iroelstra, die ons. ia deze kroniek al eens meer bezig hield en naar een opschrift deed zoeken voor zijn toekomstig blazoen, is thans zelf ook aan het prakkisperen gegaan in deze richting. Voor minister Colijn heeft hij een opschrift bedacht: het moet, volgens hem', luiden; Zoowel aan Mars als aan Mercurius! Als minister Colijn in den adelstand verheven wordt, dan wil de heer Ttoelstra dit opschrift hebben op het blazoen. Daarmee heeft hij zijn hartgrondige verachting uitgesproken voor den man, die behalve voor oen gave vloot ook voor een gaven gulden zorgen wil.

Misschien is deze openlijke afwijzing van elk, die zich inspant vooral ook voor hot loon van den arbeider, oen zekere zelfverdediging van den heer Troelstra tegenover „De Groene Amsterdammer". Dit blad veroorloofde zich de grap, een prijsvraag uit te schrijven, wa, arbij de lezers uiLgenoodigd werden, een plaat te bekijken, die aan ©en groot diner, kerst-diner nog wel, 63 bekende Nederlanders vereenigde. De koppen waren goteekend, en het kunstje bestond hierin, dat men, zonder da.n de namen aangegeven waren, moest kunnen aanwijzen, wie de voorgestelde personen waren. Op die plaat zit de heer Troelstra broederlijk te Idinken met den heer Zimmerma, n, die óók zooveel heeft gedaan, al was het dan ook in het buitenland, voor herstel van het financieel evenwicht.

In elk geval is de hoer ï'roelstra het niet eens met „De Gi-oene" als het blad de volgende week een sa, menkomst van vele groot© geesten fantaseert, M^aarbij de geest van minister Colijn opkomt in den raad van Napoleon, Robespierre, Lenin, Cromwell, en anderen. Want in dat gesprek komt de volgende passage voor: (de geest van mi­ „De nieuwe verschijning nister Colijn) keek rond.

— En wat breng jij het volk? vroegen Napoleon en Lenin tegelijk.

— Ik breng het don gaven Gulden! zei de verschijning trotsch.

— En wat koopt hol daa, rvoor? vroeg het hoofd

van Robespierre.

— Naastenliefde! schreeuwde Lenin spottend. — Zijn zieleheilV informeerde Cromwell.

— Ze koopener hun bezuiniging voor, zei de geest en lachte.

— Hij is de gladste van ons allen, riep Napoleon...."

Met deze beschouwing zal, vermoeden we, de heer T'roelstra het niet eens zijn. Wel misschien, voorzoover de ironie betreft, met de spotterniji, dat men voor het .gave geld bezuiniging k o open kan, niaar niet met den Napoleontischen uitroep, dat dit kunststuk alle andere overtreft.

Maar dan moest de heer T'roelstra toch ook deze ironie volhouden. Als men met het gave geld koopt de zelfontzeggir^g van zijn gebruik, dan koo-pt men óók met een gave vloot de zelfontz©g!ging van haar gebruik Gelijk alleen het bezit tot vrijwillige a rmoede komen kan, zoo kan ook alleen het oo-rlog.? w apen tot den vrede sterken.

En als dat Jen heer Troelstra duidelijk zou willen worden, dan kon hij Mars wel voor zichzelf bewaren en Merc'iu'ius, den beschermer van het gave geld, eerst dan weer in den arm nemen, als minister Colijn hem weer wat leven ingeblazen heeft.

De „ui" van den heer Troelstra kan intusschen nuttig werken. Uien zijn trouwens nuttige dingen. In 1680 is een opera-oratorium opgevoerd in Hamburg, dat onder den titel „Esther" de historie van deze Iconingin in beeld bracht. Wann& er in dat stuk Ahasveros zijn slapeloozen nacht beeft, waai-in hij tot de ontdekking komt, dat een zekere verachte Jood zijn leven gered heeft, dan wordt dit in het stuk aldus voorgesteld: De Onrust, oen allegorische persoon, komt in Ahasveros' slaapkamer, waar de koning den slaap maar niet pakkeai kan, slaat met veel lawaai op bekkens, en zegt tot Zijne Majesteit:

Ich bin ein schadlich Uebel Und auch ein mitzlich Werk: So gleich ich einer Zwiebel, i) Die schwacht Uns giebt auch Stark.

Zoo is de 'ui en het bekken-lawaai van Onnist-T'roolstra, die „den boel immers op stelten wilde zetten", ook. Een iastig ding, maar toch wat goeds. Later zullen d© menschen zien, dat de verachte Mordechai, dien Ti-oelstra een besmet blazoen gunde^ en dien men zoo graag hangen wilde, toch maar de ©enige was, die wat voor hen gedaan heeft en voor hun leven govvaakt lieeft, toen er verraders in de buurt waren.

„Bronzen beelden en levende afgoden."

Tegelijkertijd bereikt ons het bericht, dat er ©en plaats is, waar men bezwaar inbracht tegen d© Kuyper-vrienden, omdat deaen aan „bronzen beelden" zich vergaapten en zich er aan bezondigden, (waarmee dan bedoeld was do vertooning van de bekend© Küyper-plaquette); èn — dal er een gemeente in Zeeland is, waar het in de kerk tot een handgemeen kwam tusschen de voorstanders en de tegenstanders van Ds Kersten, het predikant-kamerlid. Zóó groote vereering; heeft Dr Kuypci' nooit gehad. Er is nooit om hem in de kerk gevochten. Hier is de beeldendienst overtroffen door oen begin van afgodische vereering. Al kan de heer Kersten er niets aan doen, wij ook niet.

En hoever van deze onzalige twisten zou de man staan, die momenteel ©en reis doet „om de oude Wereldzee" in het belang der groote zendingsgenootschappen en straks in den dienst van do christen-studentenbeweging: r John R. Mott? En zijn nü de menschen van Ds Kersten alleen wat uit het evenwicht geslagen? 't Lijkt er niet op. Neem de ©erste de beste krant, die ge wilt:2 kolommen over de uien van T'roelstra^ 4 kolommen over de blauwe .schenen van de sportaanbidders, 6 kolommen over den dooden Toet-Auk-Amen, dien ze ontdekt hebben en toch nog niet ont-dekt hebben en één berichtje van enkele regels over de katliohciteit der religie van John Mott? Dat is wel wezenlijk een ingaan tot „de leerschool van de lengen".

Zoolang de zaken zoo staan, zal d© Nederlandsche Amerikaan niet veel nut kunnen stichten met zijn prijsvraag, waarin gevraagd werd naar een praktisch plan, dat Amerika in staat zou stellen, om met andere naties saam te werken voor den wereldvrede. De .man, die de prijsvraag uitschreef, Edward W. Bok, heeft voor de meest praktische oplossing de som van honderd duizend dollar uitgeloofd. Er zijn heel wat antwoorden ingekomen. Het gaat bij al die plannen tegen Mars, den oorlogsgod. Maar „De Groene" zegt, dat het bij de inzenders meer vóór Mercurius dan tegen Mars gaat, want Mercurius is de god van den gaven Dollar, en, zoo zegt „De Groene", wij leven in de eeuw va.n de aanbidding niet zoozeer van het Gouden Kalf, als wel van de aanbidding des Gouden „Boks".

Maar John Mott belooft geen dollars en daarom iaten ze hem praten. Toch is het Evangeli©, dat hij brengt, d e weg tot den vrede. Alleen, het laat zich niet vergelijken met andere „o-plossinjg©n" van het vraagstuk van den wereldvrede en het wil zich niet op voet van gelijkheid laten beoordeelen met ander© stelsels, die men aandient in de beroering van de wereld. Het eischt alles voor zich alleen.

En dat zal wel de groote reden zijn, waarom Mott vergeten wordt en het blazoen van minister Colijn door den heer T'roelstra bij, voorbaat besmeurd.

En dat zal ook wel de groiote oorzaak zijn, waarom Mott nóg niet wanhopig en de heer Colijn nog niet b'uiten zichzelf is.


1) Een ui.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1924

De Reformatie | 6 Pagina's

KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1924

De Reformatie | 6 Pagina's