GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

WAT MOET DE PASTORIE ZIJN ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT MOET DE PASTORIE ZIJN ?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Van het glazen huis kom ik op de open pastOfié. Het laatste mag met het eerste eenige gelijkenis vertoonen, ik bedoel er toch iets anders mee. Zeer zeker mag gezegd worden, dat de pastorie een open woning moet zijn. Gewoonlijk wordt dit ook gezegd bij de intrede, in de gebruikelijke woorden, dat het huis des predikers ten allen dage voor allen openstaat. Ieder moet er dan ook kunnen komen. Het eenvoudigste gemeentelid moet er vriendelijk ontvangen worden. Indien het alzoo dan ook niet ware, indien daar in de huiskamer slechts enkele bizondere vrienden, een kleine "kring, een uitgelezen gezelschap steeds verzameld werd, en daar buiten schier niemand ontvangen werd tot een vriendelijk samenzijn, dan zou zeker de pastorie in een clubhuis ontaarden. En er 'is geen ding, dat meer de gemeente van de pastorie vervreemdt, dan de ervaring, dat er slechts enk'elen bij voorkeur welkom zijn. Dit neemt niet weg, dat ook in het leven van een domineesgezin bizondere banden ontstaan kunnen met bepaalde leden der gemeente. Niet met alle gezinnen wordt een predikant even vertrouwelijk. Sommigen geven zich moeilijk. Daarom kan er zeer wel achting en plichtsvervulling over en weer zijn. En zoowel in het 'leven van gezinnen der gemeente, als in het leven van een predikant 'kunnen tijden doorgemaakt worden, dat er buitengewone banden. gelegd worden. Dat is toch een van de liefelijkheden van het ambt, dat, wanneer wij week op week, en maand op maand bijv. een zieke bezocht hebben, wij een darikbare • toegenegenheid zien ontstaan. En ook als er in de pastorie zelf geleden wordt is er bij het eene gezin der gemeente meer belangstelling en meeleven dan bij het andere. En zoo kan er over en weer ongetwijfeld door de levensomstandigheden een hartelijke toegenegenheid ontstaan, die ook uitkomt in een meer gemakkelijken en vertrouwelijken omgang met de pastorie. Ook blijft steeds, dat waar sommigen nooit een voet over den drempel zetten, anderen gaarne eens een oogenblik in het gezin van den leeraar verwijlen. Indien maar door den pastor geen aanleiding gegeven wordt tot de - gedachte, dat enlc'elen den voorrang hebben in zijn huis. Vooral geldt dit natuurlijk (Ie bezoeken op Zondagavond. Indien de dienaar zijn belofte gestand wil doen, dan zal hij zijn huis open stellen voor allen, die behoefte hebben tot samenspreking. En daartoe is zeker de Zondagavohd het meest geschi'kt. Althans in de kleinere plaatsen. Ik kan het verstaan, dat een grootestadsdominee die heel de week, eiken avond van huis is, inderdaad wel eens behoefte heeft om opj Zondagavond rustig met zijn vrouw en kinderen alleen te zijn in den huiselijken kring. Trouwens kan zijn spreekuur meewerken om dit verlangen te vervullen.-Maar in 'kleinere gemeenten, waar de dominee geen spreekïiur behoeft te houden, en waar hij ook niet eiken avond van zijn werk gehouden wordt door vergaderingen en ambtshezigïieden, kan zeer wel eens des Zondagsavonds door broeders en zusters de pastorie een bezoek worden gebracht. En mits men, gelijk' In het tweede artikel is opgemerkt, niet vergeet, dat een dominee niet altijd spreken kan, en het niet van één kant komen kan, zal men hem alleszins bereid vinden, om, waar de behoefte aan stichtelijke samenspreking openbaar wordt, en waar een woord noodig is, .zijn roeping getrouw, ook-in het. gezellig verkeer, zijn profetisch ambt te vervullen.

Ik zou nu verder gaande van de open pastorie op de gesloten pastorie willen komen. Maar opdat dadelijk blijke, dat hier geen tegenstrijdigheid in 't spel is, wil ik liever spreken van vertrouwensplaats. Iemand van de gemeente moet er vrij kunnen spreken. Hij moet er zeker van zijn, dat, wat daar gesproken wordt, niet dadelijk aan een. volgenden bezoeker wordt doorgegeven. Wat er ook gekwebbeld en gefluisterd wordt, de pastorie sta er te hoog voor. Ze geve het voorbeeld van ieder in zijn eer te laten, en als het noodig is, .toe te passen het woord van 1 Corintbe 13; de liefde bedekt alle dingen. En van wat in de pastorie gezegd wordt, mag door niemand van de huisgenooten op de een of andere manier in 't verkeer onder de menschen, gebruik! gemaa& t worden. Men moet zeker weten, dat, wat daar gezegd is, da, ar blijft. Dit betreft reeds gewone gesprekken. Die behoeven nog niet altijd geheimen te zijn. Geheimen vertelt men trouwens niet zoo licht. Maar het is toch een 'eigenaardigheid, dat de menschen, als ze in de pastorie zijn, de gedachte hebben, dat ze op een vertrouwensplaats zijn, en dat ze daar vrij kunnen spreken. En dan komen er wel eens dingen voor den dag, soms in alle eenvoudigheid gezegd, die wat intiem van aard zijn, of die zonder nog kwade naspraak te zijn, een tipje oplichten van een familiegeschiedenis of iets dergelijk's. Meer dan elders kunnen in de pastorie in den gewonen gang van het gesprek' dingen gezegd worden, die met wijsheid behandeld moeten worden, en nooit moet het vertrouwen beschaamd worden, dat de menschen hebben, dat zij in de pastorie vrij kunnen spreken, en niet behoeven te ondervinden, dat morgen aan den dag, wat zij gezegd hebben, hier of daar te pas wordt gebracht. Alleen de bezoe'ker • of bezoökster neme de grenzen in acht. Ik denk aan het geval, dat er kinderen tegenwoordig zijn, bijv. des winters, wanneer er niet steeds gelegenheid is de kinderen de warme kamer uit te sturen als er bezoek'is. Men kan soms in tegenwoordigheid van kinderen allerlei 'delicate onderwerpen ter sprake hooren brengen. Men wordt in kraamkamers verplaatst, en hoort uitweidingen over de wonderste gebeurtenissen en geheimen van het leven, zoodat ge uw hart vasthoudt, als ge denkt 'aan den kleinen hoorder, waarop de argelooze bezoeker of bezoekster niet bedacht is. Het komt er dan wel eens op' aan om het paard, dat zoo lustig ronddraaft, den halster om te doen. Ook worden wel eens 'kerkelijke toestanden besproken en kerkelijke curiosa verhandeld, predikanten, die inen gehoord heeft, beoordeeld, hetwelk niet altijd de meest geschikte stof is, om jonge menschen die de dingen ideaal bezien, te stichten. Ze kunnen dit nog niet verduren. Niettemin mag de eisch vaai vertrouwensplaats te zijn, ten volle gesteld worden.

En in bizonderen zin geldt dit dan als men van de pastorie als raad-huis gebruik maakt, gelijk ik' boven die hoedanigheid toelichtte. Trouwens, als in de pastorie door broeders of zusters bezwaren van tijdelijken aard of van het zieleleven, besproken worden dan is dat gewoonlijk intiemer van aard dan wat bij het gewone huisbezoek bespro'ken wordt. Gewoonlijk is er iets bizonders dat dringt, als men opzettelij'k aan de pastorie 'komt. Dat in dezen zin de eisch van vertrouwensplaats als toegespitst wordt, is echter zoo vanzelf sprekend, dat het alleen volledigheidshalve hier genoemd wordt.

Nog ééne hoedanigheid van de pastorie wil ik nu naar voren brengen, die onlosmakelijk is van haar plaats in het gemeentelijk .levert, en wel deze, dat zij het kerkelijk adres heeft te zijn: Niet, dat, daar alleen voor alle zaken van het kerkelijk leven zou gezorgd moeten worden. Men zou dan een heele opsomming kunnen geven van de werkzaamheden, die dan ter hand genomen mogen worden. Trouwens, registers in orde houden, attestaties inboeken en afgeven, dat is zeer wel toevertrouwd, aan een boekhouder of aan een ouderling, , die wat tijd heeft! Zeker een dominee behoeft ook niet^ alles te doen. Hij behoeft geen' fac-totum te zijn.

Maar het feit ligt er toe, dalt de pastorie het adres is van de gemeente. Mag dat uitgescha'keld worden ? Practisch kan men den arbeid verdeelen-. Maar is het buiten de sfeer, als de menschen juist krachtens het verband van het kerkelijk leven zich aande pastorie vervoegen? Moet de pastorie zich daiaraan onttrekken. Vooral dan, als de band tusschen gemeente en 'predik'ant niet maa, r in naam bestaat. Zeker, Iemand, die in de gemeente komt, kan volstaan met zijn attestatie in te leveren bij den scriba. Maar een bezoe'k a, an de pastorie kan den [predikant dadelijk de gelegenheid geven zich op de hoogte te stellen van 'de omstandigheden van het nieuwe gezin, zoodat de ontvangen inlichtingen al dadelij'k van dienst 'kunnen zijn voor de oefening van het contact. Nog stei^ker geldt dit bij' vertrek. Sommigen gaan ijskoud weg, zonder afscheid, en vragen van uit de verte stralks hun attestatie.

Maar ik meen, dat het uitnemend zou kunnen werken als van de pastorie in goeden zin meer gebruik gemaakt werd als adres voor kerkelijke zaken. Indien bijv. de attestatie steeds persoonlijk wordt a.angevraagd, 'kan de predikant zich eenigszins vergewissen van de niéuwe omgeving, waarin straks de vertrokkene komt te wonen, en dienovereerikomstig misschien eenige voorlichting en leiding geven wat het kerkelijke en geestelijke leven betreft. Een burgerdochter vertrekt bijv. van het dorp - naar de stad. Hoe goed is het in zulk een geval dat eenige dingen besproken worden aangaande catechisatie, jongedochtersvereeniging, en kringen, die zij zoeken moet. Dit is vooral laan te bevelen waar zich soms in 'korten tijd de ziaak' afspeelt, en voordat de predikant er de weet van krijgt, de koffers gepakt staan. Daarom al valt men de menschen niet hard, die door de haast van het leven zich geen 'tijd gunnen, om de jjastorie te erkennen, vóór ze gaan, ik meen toch, dat men verandering van plaats der Inwoning en van omgeving vaak te weinig a.ls een hoogst belangrijke en gewichtige zaak beziet, waarin leiding ook van geestelij'ken aard soms moeilijk gemist kan wórden. Natuurlij'k, als men van de zijde der gemeente dezen last niet zwaar laat drukken, is geen pastor verantwoord, als hij op andere wijze niet zich beijvert te doen wat hij vermag, maar wel mag hier gezegd worden wat 'een goede regel ^ou zijn en een rechtvaardige eisch. En spreken we eens even met wie ons vraagt: dominee wil u wel denken aan de attestatie, en kan ik die soms nog meenemen? Indien dit regel ware, ook^in grootere plaatsen, zou bij de moeilijike controle bepaaldelijk' over jonge menschen in hun 'komen en gaan beter toezicht gehouden kimnen worden.

Hiermede ben ik' aan het eind van eenige slellige eischen. Ik wil.niet zeggen, dat er niet meerdere te noemen zijn. Maar naar mijn bescheiden meening is toch te dien opzichte in het vorenstaande, het 3e en 4e artikel, de hoofdzaalk vervat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

WAT MOET DE PASTORIE ZIJN ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1924

De Reformatie | 8 Pagina's