„Een blik in het onderwijs van Jezus. De gelijkenis van den rijken man en den armen Lazarus”, door Dr M. van Rhijn. Groningen—Den Haag, 1924. — J. B. Wolters.
B0EKBESPREKIN6.
Eén van mijn groote bezwaren tegen dit boek heb ik reeds ontwikkeld in een artikeltje onder KerkeUjk Leven-In beminnelijke onnoozelheid heeft men gemeend, dat Dr V. R. het in de door mij gewraakte passage niet over de Gereformeerden had, omdat zij niet met naam ein toenaam worden vermeld. Als iemand zegt: dat is een waarheid als zekere melk^evende viervoeter, dan noemt «nen 4e koe wel nieit, maar dat de koe hier wordt aangeduid, zal wel niemand ontkennen.
Dr V. R. noemt in één adem een „uitwendige, strengrechtzinnige, zuiver inteUectuahstische geloofsovertuiging". Welnu, op streng rechtzinnig te zijn maien juist de Gereformeerden aanspraak-Trouwens, argumenten, steeds door Gereformeerden gebezigd, worden hier als kenmerkend voor de Farizeeën voorgesteld. \'gl. bl, 110, 111, 145. In den zin: „De leer der vaderen wordt getrouw bewaard, men weet zich in eigen kring en in eigen groep „de naasten", de Farizeeërs (d. i. de Afgezonderden)" ligt toch zeker meer dan een toevallige overeenkomst, dan de opmerking van ethische ^ijde herhaalde malen gemaakt, dat Farizeeën eigenlijk «afgescheidenen" beteekent. Indien Dr v. R. van een ander gevoelen was, zou hij zeker deze kwalifikatie •fot eiken prijs hebben vermeden, want een vreemdeling P de ethische provincie is hij niet. Bovendien: wie) iets meer van Dr v. R. gelezen heeft, al was 't alleen maar zijn „Marmelijk Christendom", kent zijn j, ligging" Wel en verwondert zich over zijn denkbeelden aangaande de Gereformeerden niet.
En ik betuig nogmaals: ik waardeer die openhartigheid.
Al ttioet ik tegen de uiting zelf protest doen hooren.
Pat is echter niet het eenige bezwaar.
Hij beschouwt de gehjkenis van den rijken man en l^azarus als tegen de Farizeeën gericht.
Zeer interessant is het, wat hij daarbij opmerkt, •öaar hij heeft mij voor zijn meehing niet kunnen winnen. Er is m. i, in zijn betoog te veel „geaochts".
Ook wat hij schrijft over het ironisch element in "iw onderwijs van Jezus, hikt mii op z'n minst sterk overdreven.
Ondanks deze bezwaren echter, wensch ik dit boek «aarne in de handen van onze theologen-Er komesa' ^ van frappante opmerkingen in voor, waarmede zij winst kunnen doen.
Een boek als dit moet kritisch gelezen worden. Maar dan zal men zich de moeite ook niet beklagen^ Ur V. R. beeft historischen speurzin, onge-wone) **®Dinationsgabe en een frissche manier van zeggen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1925
De Reformatie | 8 Pagina's