GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jan de Bakker.

Deze week geven de bladen veel te lezen over Jad de Bakker. Hij wordit nu gevierendeeld; de een trekS ham den antipapistischen, de ander den criticistischprotestantschen, een derde den nationalen, een vierde den gereformeerden kant uit. En allen trekken melj macht.

Het is niet mogelijk, van al die persartikelen een overzicht te geven. De lezers hebben allen wel iets ervan onder de oogen gehad en de jaarUjkscUe bundeling van excerpten der journalistieke opper wijsheidsdecreten over de troonrede was ook nu al taai genoeg. Dit laatste natuurlijk globaal gesproken.

Wij blijven dus staan bij de volgende uitingen. Eerst ds K. H. E. Gravemeyer, die in de Herv. Kerkbode van Den Haag met algeheele verwaarloozing van de gegevens der nieuwere exegese een Jan-de-Bakker-meditatie schrijft over den. tekst:

Deze zullen tegen het Lam krijgen, en het Lam zal hen overwinnen (want het is een Heere der heeren 'Cn een koning der koningen) en die met Hem zijn, de geroepenen en uit-verkorenen en geloovigen.

Openbsaringen 17 : 14.

en die daarboven sclnijft: „Rome's nederlaag", daarin aan het onderzoek der lezers overlatende, of Rome hier het keizerlijke, dan wel bet pauselijke is.

In de meditatie komt ó.m. 'deze passage voor:

En als aanstonds het schavot werd weggenomen en de laatste resten weggevaagd, ja dan hebben scliijnbaar, die tegen het Lam krijgen, den strijd gewonnen.

Maar Gode zij dank mogen duizenden Protestanten hem en , zijn geloof gedenken, van wien de vijan(J wilde, dat , er geen memorie meer zou zijn.

En nu, Rome is niet veranderd! Hoe langer hoe tmeer is Rome openbaar geworden als de valsche kerk, die Christus en Zijn Evangelie tegenstaat, met aUe macht. Tot op dezen dag vervloekt Rome het heerhjke Evangelie van de rechtvaardigmaking door het geloof alleen, de vrije genade in Christus Jezus en stelt de pauselijke hiërarchie zich tegen het ware geloof en bedrijft eiken dag de vervloekte afgoderijl van de Paapsche mis, verloochent de eenige offerande van Christus aan het kruis volbracht. Zoo is Home een der machtige vijanden, die tegen het Lam krijgen. Rome, in Openb. 17 aangewezen in het beeld van een vrouw, bekleed m'et purper en scharlaken) en versierd met goud en kostelijk gesteente en paarlen, met in hare hand een gouden drinkbeker vol van gruwelen en van onreinigheid barer hoererij, een vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus.

De vrouw, met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen, dronken maakt van den wijn harer hoererij. Rome, dat alsi de vrouw op het scharlakenrood beest, de machten van Overheden en Staten, die Christus' heerschappij verwerpen, knechten zal. Rome, dat telkens overwint en toch met alle andere vijandelijke machten alles verliest. Want het Lam zal hen overwinnen! Het Lam, Dat zelf is ondergegaan in den dood aan G'Olgcrtha's kruis en alzoo overwonnen heeft voor al fde zijnen, om Zijn ware kerk door aUe nood en dood heen te brengen. Want dat Leun is nu een Heera der heeren en een Tsioning der koningen, Tiet heeft alle macht in hemel en op aarde.

We zullen er maar niet veel van zeggen. Wie zóó me-tj den bijbel werkt, moet toch wel heel sterk verzekerd zijn, als hij op zóó evidente manier alle wetenschappelijke kommentaren over het laatste bijbelboek als onkundig verwerpt. Ds. K. H. E. Gravemeyer vergeve ons, dat ; wij het houden met dr E. C. Gravemeyer, die (Geref. Gel-oofsleer, III, 216) zegt dat het er hem om te doen is, te bevestigen „de waarheid, dat de Paus niet is de Antichrist”.

Maar in de dagen van dr E-C-Gravemeyer was heD blad „Staat en Kerk" ook nog niet uitgevonden-Dit laatste decreteert wel eens wat al te pauselgk, terwijl de oude Gravemeyer, echt protestantsch, argumenteerde en onderzocht uit de Schrift. ?

Ten laatste volge hier nog een citaat uit De Her-i Vormii^, het blad der vrijzinnigen:

Wij spreken met elkander toch ook van dat hoog en allerheiligst goed?

Wat kan dat anders zijn, dan de onvergelijkelijke, en onvergankelijke schat, waaraan alle vromen, alle heiligen, alle zfiligen, altoos hun eenigen vrede en troost hebben gehad in leven en in sterven?

Een gave, de allerbeste aller gaven van Hem, die Zijn Kinderen geen steen voor brood geeft-

Een stil en rein bezit; dat de eene menscli deöf ander niet geven, ook niet ontnemen kan.

Een zielsgenot, dat door de daarvan onkundigen imoest worden benijd aan hen, die er wel mee werden bedeeld.

En tenminste mochten de menschen elkaar dezen onstoffelijken rijkdom gunnen, waarvan immers niemand armer wordt, hoeveel zijn buurman daarvan ook moge bezitten-

Wat is het dan, dat hen elkaar om dit bezit ook idoet strijden, elkaar doet haten, verketteren, bijten en verscheuren?

Ach droef bedrijf van vermeend „rechtvaardigen", van zich no'emend „dienaren Gods", van „belijders Ider Waarheid'--', waar alle Liefde aan vreemd is, zoodra zij hun geestelijk imperialisme in gevaar zien gebracht!

O diepe smart, ergernis en blaam van de gemeenschap, 'die zich naar den zachtmoedigen Herder noemt. 367 in wiens naam zij elkander hebben gehaat, verketterd en verdoemd.

Ja, deze droeve, ergerhjke dingen zijn geschied, in groeten getale, in bonte verscheidenheid, in angst-'wekfcende algemeenheid. Geen kerk, geen secte, geen richting is er vrij van gebleven. Alleen hebben za elkaar niet alle geëvenaard in hardheid, wreedheid en onverzadelijkheid.

En dan is het de groote, onuitwischbare smaadi van de oudste, grootste, op haar „Moeder"naam zoo pralende Kerk van Rome, dat zij zich het ergst, het vaakst, het meest onverzoenlijk tegen hare onvolgzame zonen en dochteren lieeft gekeerd. Ja, dat' zij tegen de in hare oogen ongehoorzame kinderen te keer is gegaan, zooals een wreede stiefmoeder niet bar^ baarscher kon doen!

Tusschen de regels door is hier wel iets te lezen, dat een band verwerpt, dien De Bakker niet breken wilde. Critiek van De Bakker op Roomsch gezag is immers nog niet critiek op "alle gezag.

Onze internationale betrekkingen.

„Over de verhouding tusschen de Geref. Kerken en het buitenland is al meer geschreven. Ds Lingbeek wijdde er eenige hier overgenomen woorden aan en onze eindredacteur zeide ai-tikelen toe over het „internationale Calvinisme". Ook is in referaten etc. de kwestie vaak besproken in den jongsten tijd. Prof. Grosheide geeft zijn meening in Noord-Holl. Kerkbl. Aldus:

We komen met onze internationale betrekkingen zoo langzamerhand een beetje in de knel.

Er is een tijd geweest, dat dit vraagstuk niet bestond. We hadden al onze krachten noodig om staand© te blijven. Van een zich bemoeien, met hetgeen over de grenzen voorviel, kon geen sprake zijn. En men had ook in het buitenland geen nehoefte om met ons in verbinding te treden. Onze kerken werden aangezien als een wat talrijke secte, een groep scheurmakers, een verzameling van menschen, die te achterlijk waren om het leven in de groote volksheid mee te leven. Men zag ons door den bril der Hervormden en daardoor zien we er gewoonlijk niet op zijn best uit.

Allengs zijn de toestanden veranderd.

De werken van onze groote theologen zijn in het buitenland bekend geworden en wekten bewondering. De wederopleving van het Calvinisme onder andere natiën, deed als van zelf vragen, waar nog een zuiver Gereformeei-d kerkelijk leven was te vinden en zoo viel de aandacht op onze kerken. De revolutie met haar dreigende of uitgevoerde inhouding van alle kerkelijke inkomsten van de zijde van den Staat, wierp de vraag op, hoe spelen de Gereformeerden in Nederland het klaar hun kerkelijk leven geheel zelf te bekostigen. Het reizen van vele Gereformeerden naar het buitenland, ook het komen van buitenlanders hier werd aanleiding tot het aanknoopen van allerlei betrekkingen.

Zonder hoovaardig te worden en met de ootmoedige erkentenis, dat in onzen kring nog veel te verbeteren valt, mag toch worden uitgesproken, dat God zelf ons thans stelt voor de vraag, hoe kunnen we aan buitenlandsche Gereformeerde kerken en kringen ten zegen zijn, wat kunnen wij zelf van hen leeren.

Zoodra die vraag gesteld wordt, komen we voor een reeks van moeilijkheden. Immers twee dingen staan onder ons v-ast. De kerk van Christus heeft een eigen karakter, ze is geen vereeniging en ze kan maar niet met andere kringen zich in verbinding stellen, en daarbij die als gelijkwaardig aan zichzelf erkennen.

En nu het tweede bezwaar. Met kerken zullen onze kerken gaarne verband zoeken, maar dan moeten dat Gereformeerde kerken zijn, niet slechts in naam, ook in de daad, de belijdenis moet er worden gehandhaafd en ook aan de oefening der tucht mag niet te veel ontbreken. Waar zulke kerken zijn, hebben we altijd gemeenschap gezocht en ten deele ook gevonden. Jammer genoeg is het aantal Gereformeerde kerken, waarvan de zooeven genoemde kenmerken gelden, verdwijnend klein.

Nu brengt ons de tegenwoordige tijd telkens allerlei conferenties en samenkomsten van Gereformeerde kerken of personen. In den regel zullen onze kerken zich daarbij niet officieel kunnen doen vertegenwoordigen, omdat dan gemeenschap gezocht wordt met hen, die de ons dierbare belijdenis ontrouw zijn geworden of zelfs bestrijden. Aan de andere zijde .rijst de vraag, behooren onze kerken niet juist daar te zijn om getuigenis af te leggen van de oude Gereformeerde waarheid.

Iets van een dergelijk dilemma komt soms ook in het persoonlek leven voor. En dan zullen we de oplossing geven, dat alleen die sterk genoeg is om in de kracht van zijn God verkeerde invloeden te weerstaan en te blijven die hij is, geroepen wordt om te gaan getuigen. Maar voor kerken kan een dergelijke maatstaf niet worden aangelegd. En zijn er onder ons, , die spoedig gereed zijn en zeggen, laat dat alles dan maar na, trek u terug in eigen kring, wat hebben onze kerken te maken met wat er verder in de wereld geschiedt? 'Gereformeerd is dat zeker niet. Had Calvijn zoo gehandeld, dan was er naar-den mensch gesproken van een Gereformeerde kerk in ons land nooit veel gekomen. Wanneer de Heere ons voorrechten gesft, zijn we geroepen daarmede te woekeren.

We zouden wel eens een gedachte in overweging willen geven.

Laat er een vereeniging worden gesticht, waarvan lid kunnen zijn vooraanstaande leden onzer kerken. Laat de Generale Synode ze benoemen, evenwel niet als haar Deputaten of (als dat niet kan), laat de Synode althans op de benoeming op de een of andere wijze invloed oefenen. Daar is wel iets op te vinden. Eisch voor het lidmaatschap zou dan moeten zijn behalve het hooren tot één onzer kerken, het door positie en 'gaven geacht kunnen worden in staat te zijn met buitenlanders te verkeeren om hen op de hoogte te brengen, met wat er onder ons leeft. En doel der vereeniging zou wezen, het gaan

naar verschillende samenkomsten, waar Christel^k© kerken in het algemeen of Gereformeerde in het bijzonder te zamen komen. Weet men in het buitenland, dat zulk een vereeniging bestaat, dan heeft men een adres, waaraan men zich wenden kan. En dan zal men wei niet al te strak vasthouden aan ; den eisch., dat alléén bepaalde door de kerken afge­vaardigde deputaten zitting mogen nemen.

We zouden deze gedachte wel ter overweging willen aanbevelen. Bereikt kon worden op deze wijze, dat ook onzerzijds een woord zou worden gesproken, waar de taal van het Gereformeerde Nederland be-• hoort te worden vernomen. En toch gaan onze kerken geen verband aan, dat ze krachtens haar karakter moeilijk kunnen zoeken.

Het blijkt ook al weer hier, dat de menschen, die geen tijd hebben om dé ontwikkeling der dingen langs de lijn van het gereformeerd© kerkelijk-institutaire leven af te wachttn en die ook met het vraagstuk van het intejTiationale leven en de internationale liefde der christenen onderling, zóó lang sollen en spelen en smijten tot zij er een doekje voor het bloeden, ik bedoel, een fijnklinkend argument voor hun desertie van de kerk uit gefabriceerd "hebben, ongelijk hebben. Laat men de kerk en liet instituut los, dan zullen ook de kerken zeli niet veel kunnen beginnen, en haar invloed is meer een fictie; alles loopt dan meer over de schijf van een paar personen, die zelf op eigen initiatief gaan en eigen persoonlek inzicht gaan propageeren naar buiten. Maar als men de kerk laat optreden op eigen manier, dan kan er wat gebeuren; en wie geen tgd heeft, om de kerk zich te laten ontwikkelen, die wil de gemeenschap haastiger bakeren dan z^n eigen lieve persoonheidje, toen het vleeschelijk en ziel-ig nog in de luren lei. Er zijn er heel wat van die langzaamgebakerdo maai' heetbakerende naturen tegenwoordig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1925

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1925

De Reformatie | 4 Pagina's