GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Afzetting van den Docent A. Steketee.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Afzetting van den Docent A. Steketee.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Naar we ia het vorig artikel gezien hebben, heeft DB Van der Linden het voor de Synode van '82 opgenomen. Maar men moge haar doen als nog zoo onschuldig voorstellen, haar Handelingen wijzen het zelve uit, dat de zaak-Steketee zich niet zoo onschuldig heeft toegedragen. Of is het niet vreemd, dat, terwijl het in het Curatorenverslag (p. XIX) „als geen geringe zegen wordt aangemerkt, dat al onze Docenten hurLn.e lessen geregeld konden geven", Steketee om gezondheidsredenen ontslagen wordt (Art. 163) en men hem dan toch nog oplegt onderwijs te blijven g; evea, tot de nieuwbenoemde docenten hun ambt aanvaard zullen hebben (art. 203). En zou, zoo de voorstelling •van Art. 163 juist was en hij uit eigen bewegijng ontslag had gevraagd, de Voorzitter, toen hi| in zijn slotwoord van de mutaties in het docentencollege ge^ waagde, ook geen woord gewijd hebben aan den kranken broeder, die zich genoodzaakt zag zijln ambt neer te leggen? Als de zaak zuiver was, waarom moest dan alles zoo in het geheim worden afgedaan en zoo geheim worden gehouden (zie Levensbericht, p. XVI)? Waarom bepaalde dan de Synode, dat van wat in comité verhandeld werd niets aan de provinciale vergaderingen zou mogen worden medegedeeld dan met vergunning van de Synode zelve (Art. 115), een bepaling, die wegens de oppositie daartegen in de kerken reeds op de volgende Synode moest worden ingetrokken (Handelingen 1885, Art. 64)?

Ik weet wel, die geheimzinnigheid heette te zijb. in zijn belang: het was om hem Ie sparen. Maar, gelijk op d© volgend© Synode werd opgemerkt, wat veertig weten, blijft niet in alles geheim. Zoo was het ook in dit geval, en verre van in zijln belang te zijn, gaf juist de geheimzinnigheid, waarmee men het ontslag omhulde, aanleiding tot allerlei vermoedens en veronderstellingen, die voor den betrokkene in hoog© mate pijlnlijk waren. Die geheimzinnigheid doet des te vreemder aan, daar juist deze zelfde Synode —• naar. aanleiding van ernstige moeilijkheden, in een Amerikaansche zusterkerk gerezen — zich tegen de vrijmetselarij zoo krachtig te weer stelde. Haar opvolgster keerde te dezen in het goede spoor terug door, met algemeene stemmen, te verklaren, dat de vergadering weliswaar het recht had in comité te gaan, doch dat daar zoo weinig mogelijk gebruik van gemaakt moest worden (Handelingen 1885, Art. 64).

De Handelingen van 1882 bevatten nog, meer, dat onze aandacht verdient. Of zou het toevallig zijh, dat, toen naar aanleiding van de benoeming van drie nieuwe docenten de vraag aan de orde Icwam, onder welke voorwaarden hun ontslag zou kunnen wOrden verleend, een oud artikel, dat bij de vereeniging met de kruisgemeenten was komen te vervallen, opnieuw van kracht werd verklaard, een artikel, dat de Synode te dezen zoo goed als onbeperkte vrijheid van handelen gaf? ¹)

Tegenover Steketee had men zich van dit artikel niet kuimen bedienen, want hij was — het blijkt ook uit zijn aanstellingsbrief — benoemd zonder ©enige bcpa.ling om'tx-ent eventueel ontslag; vandaar, dat men , er den schijn aan gegeven heeft, alsof hij zelf uit eigen beweging ontslag vroeg. Dit was echter niet meer dan schijn; feitelijk heeft meh zich gedragen, alsof dit artikel ook op hem van toepassing was.

Wel zeer merkwaardig is, dat zoo goed als geen van de leden der Synode de verantwoordelijikheid voor het gebeurde heeft willen dragen. Mijn Vader was met velen hunner persoonlijk bekend, maar wien. üj ook om opheldering vroeg, niemand had schuld: de Synode had het zoo beschikt en zij had geheimhouding opgelegd. Beschuldigingen en beschuldigers scholen , in het duister.

Ja, toch één heeft schuld erkend. Toen hij op' zü" sterfbed lag. Hij kon niet voor God verschijnen, alvorens Steketee hem vergeven had wat hij in dezen had misdaan. De oud-docent ontroerde, toen hij den ^tié ontving, waarin hem dit werd medegedeeld. Hij haastte zich de gevraagde vergiffenis te schenken en verscheurde den brief. Ook heeft hij er nooit met iemand een woord van gerept.

Uit het bovenstaande blijkt genoegzaam, dat er tegel het stuk van Ds Van der Linden heusch wel wat in te brengen was. Men behoefde daarvoor de Acta vau '82 niet eens op te slaan; het moest ©en ieder al i" het oog springen, dat hij d© voorstelling, in het L^ vensbericht van het ontslag gegeven, allerminst ^^ weerlegd. Des.ondanks genoot hot stuk de ©er van onverwijld in „Dl© Bazuin" te worden overgenomen (w Maart 1914). De Redacteur, Prof. Bouwman, lei< ia* het met de volgende woorden in:

A. Steketee †

In verband met de verschijlning van nagelaten geschriften van den oud-docent A. Steketee is min o'f meer hard geoordeeld over zijn ontslag als docent, hem in 1882 door de Synode gegeven.

Er zijin slechts weinigen, die over Steketee aJs docent kunnen oordeelen. Nog veel kleiner is het aantal van "hen, die met voldoende kennis kunnen oordeelen over wat in 1882 de Synode tot het geven van ontslag heeft genoopt. Slechts drie personen zijn nog in leven, die ooik leden van de Zwolschei Synode waren: Dr H. Bavinok, van Amsterdam, Ds Ph. W. H. Eskes van Genemuiden en Dis J. vaa der Linden.

Een hunner. Ds J. v. d. Linden van 's Gravenhagei schreef in de „Gereformeerde Kerkbode van 's Gravenhage" een woord ter nagedachtenis van wijlen docent Steketee, een woord vol waardeering, maar Tvaarin hij ook eenige aanduiding geeft, waarom docent S. zijn werk aan' de Theol. School niet kon voortzetten.

In hetzelfde nummer van „De Bazuin" werd de ook ^ haar Redactie ter bespreking toegezonden bundel "Beschouwingen van een Ghristea-denker" meit de volgende zinnetjes afgedaan:

Het is geblekea, dat oud-docent Steketee aa 1882 in zijne eenzaamheid heeft gestudeerd, gamediteerd 6n Igesohreven. Bij voorkeur hield hij zich op met de Wijsbegeerte en met de letteren. Een gedeelte van zijne 'Wflsgeerige beschouwingen zijn thans uitgegeven. Wij %i hiervoor dankbaar. Al vinden wij: in deze nagelaten ' ien geen afgeronde levensbeschouwing, zq' geven ons toch een indruk van zijn uitgebreide kennis, van zija rijken ©n diepen geest.

Geen woord over Prof. Bavinck's „Ter Gedachtenis" en evenmin over mijn Levensbericht. De hierin vermelde feiten, zoo bezwarend voor de Synode in '82, werden eenvoudig doodgezwegen en aan het stuk van DB Van der Linden, dat door de opneming, in een blad, dat niet slechts in Den Haag, maar het heeJö land door gelezen wordt, toch al een zeker relief kreeg, nog een bijzonder gezag bij[gezet door de mededaeling, dat hijl een van do weinigen was, die in dezen met voldoende kennis van zaken konden oordeelen. En Ds Van der Linden was niet alleen goed iagelicht, maar ook zoo oapaitijdig: zijn stuk was immers toch tegelijk „vol waardeering”

Ik wil niet ontkennen, dat ik over de houding van Prof. Bouwman ten zeerste verwonderd was. Zou men niet veeleer verwacht hebben, dat hij eenige sympathie aan dein dag gelegd had voor iemand, die ook aan de Theologische School verbonden was geweest en aan „Die Bazuia" had meegewerkt, ja, jegeas wien „Da BazuLn" zelfs nog iets goed te maken had? Was het niet genoeg, dat hij dertig jaar aaneen met lijdzaamheid "het hem aangedane O'urecht verdragen hiad en moest hij nu nog na zija dood wordea miskead? Of, zoo Prof. Bouwman meende, dat hij: naar recht en billijkheid behandeld was, waarom dan niet open en ronduit mijn voorstelling bestreden en daarvoor een andere in de plaats' gesteld, met kracht van argumenten gestaafd?

Gelijk te begrijpen is, heb ik er toen wel over gedacht tegen deze handelwijze op te komen, maar na rijp beraad besloot ik te zwijgen. Men kan niet altijd' spreken.

Ik had pas gesproken en ik vertrouwde, dat de kracht en de indruk van mijn woorden nog niet zoo dadeüj'fc zouden worden weggenomen door het stuk van Ds Van der Linden, zelfs niet, nu het openlijk door Prof. Bouwman in bescherming: genomen en aangeprezen werd, Eaarbif gaf deze welbezien niet zoo heel veel vat op zich, hij school feitelijk weg achter Ds Van der Linden. Ik zou me bijgevolg eigenlijk tegen dezen hebben moeten richten, 'ea dat ging toch niet. Ieder, die ©énig begrip heeft van levensverhoudingen, zal het mij toestemmen, dat de grijze prediker uit de Hofstad geen partuur was voor een jon'gmensch van nog geen dertig jaar. Liever dan te gaan aantoonen, dat zija uitspraken, in weerwil van den stelligen, soms forschen toon, geen onbeperkt vertrouwen verdienden, deed ik er het zwijigen toe.

Maar kan men niet altijd spreken, men kan O'ok niet altijd zwijgen. Zoolang Steketee leefde hebb-en zijn verwanten gezwegen, om zijnentwil, omdat hij niet anders wilde. Maar men verge van hen niet nog langer te zwijgen, wanneer men ook nu nog, zoovele jaren na zijn dood, zich niet ontziet hem in zijn eer aan te tasten en te zijnen koste de historische waarheid te kort te doem. Dit geval heeft zich voorgedaan, toen er een boekje in het licht verscheen vaa de hand van Prof. Bouwman, getiteld: „Onder Veilige Hoede. Die Theologische School te Kampen gedurende de jaren 1854— 1924.”

(Wordt vervolgd.)


¹) Handelingen 1882, Art. 208: Verder wordt.... bepaald, dat wanneer d© Kerk op eeae ander© wijz© in de behtoaJba begeert te voorzien, zij zioh door hare eenmaal gedanei keuze niet gebonden tan achten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

De Afzetting van den Docent A. Steketee.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's