GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MUZIKALE KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MUZIKALE KRONIEK.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XV.

Het Weihnachtsoratorium te Amsterdum.

Nu waren de feestelijke bloemen en kransen weer opgeborgen; het gedachtenis vieren ran hel 20-jarig bestaan had een einde on door de Christelijke Oratoriumvereeniging te Amsterdam werden de schreden gezet naar het zilveren feasl Ik heb niets tegen het af en toe vieren van , een bijzondere gedachtenis en vmd zelfs veel ervoor te zeggen. Maar ik was, eerlijk gesproken, toch

blij, dat we nu weer aan "den gewonen arbeid bezig oingen, waarin ten slotte tocii de kracht van zulk een vereeniging gelegen moet zijn en waarin ze ook het best kan toonen wie ze is, meer 'dan in een feestconcert.

En voor ditmaal was besloten tot een nieuwe uitvoering van het aloude en zoo geliefde Weihnachtsoratoxirun van J. S. Bach. Reeds driemaal . heeft de C. O. V. dit tegen Kerstmis gegeven en thans was het (wanneer ik me tenminste niet vergis) de vierde keer.

In 1914j bij de eerste uitvoering, was ik niet tegenvvTOordig, doch alle volgende keeren wel. En ik wil beginnen met het uitspreken van den wensch, dat de vereeniging blijve in deze lijn. Het moge voior haar een schoone en goede gewoonte worden, tegen Kerstmis ons Christenvo'ik in Amsterdam, dat voor muziek ontvankelijk is, te vergasten op deze zeldzaam schoone vertolking door d'an grooten meester Bach van de gedachten, die dan door het gepredikte Woord nieuwe frischheid verkrijgen voor onzen geest en in staat zijn, ons weer ^tot dankende aanbidding te brengen.

De C. O. V. heeft langzamerhand het Amsterdamsche publiek zoo weten te winnen, dat thans reeds meer dan 1000 vaste bezoekers van haar uitvoeringen staan ingeschreven. Dat is een gO'ed teeken voor de vereeniging en evenzoo voor haar habitués. Men moet niet meer afhankelijk zijn van de wisselende kansen der uitvoering v; an een bepaald werk, doch een vaste kring moet zich vormen van menschen, die in de C. O. V. belangstellen en willen komen luisteren naar wat zij ten gehoore zal brengen. Natuurlijk legt dit op de cone er teer ende vereeniging een zekere verplichting; maar zij heeft dit vertrouwen zich tot dusverre alleszins waardig getoond en er is geen reden, aan te nemen, dat zij dit ook niet verder zou doen. Daarom wensch ik de C. O. V. en de Amsterdammers van harte geluk met het behaalde succes, waarin ik een aanwijzing zie, die me voor de toekomst der Christelijke muziekbeoefening wel zeer hoopvol stemt.

De avond van Dinsdag der vorige week (ik 'kon de uitvoering niet bijwonen en werd daarom door het bestuur voor de generale repetitie uitgenoodigd) jzal aan dit vertrouwen zeker geen afbreuk hebben gedaan, doch het ongetwijfeld zeer hebben bevestigd. Ook nu was de zaal weer stampvol en de belangstelling groot.

Ik heb telkens zitten nadenken over de vraag: heb ik dat iru goed of is het verbeelding, idat de uitvoering van 1925 zoo veel 'beter was dan die van 1924? Verleden jaar kon ik (Muzikale Kro-niek XI) niet zoo enthusiast erover zijn, en dit jaar kan ik slechts met blijdschap en geestdrift erover schrijven. Een menscli is maar een meiisch en niet altoos even ontvankelijk om te hooren. Maar bespreking met anderen, waaronder die het bij uitnemendheid kumien weten, gaf me de overtuiging, dat het niet aan mij lag, doch dat hier werkelijk de C. O. V. ons een üitvoiering heeft geschonken, die het volmaakte zeer dicht benaderde, en dat haar eerste concert in het nieuwe lustrum een prachtige inzet is geweest.

De leiding van Cuypers — om daarmede te beginnen — leek me yeel vaster en gelukkiger dan verleden jaar. Hij is een ander idan Sciroonderbeek; dat bleek ook nu weer. Maar voor zijn opvattingen is toch ook veel te zeggen en 'heel wat erin is zeer te waardeeren.

Bijzonder troffen mij ditmaal de zorg, aan de koralen besteed, en het aocentueeren in de recitatieven van wat verdient naar voren gebracht te worden krachtens den inhoud ider woorden. Laat ik het zoo zeggen: er werd door koor en solisten onder Cuypers' leiding met veerbegrip van fle zaak gezongen. En dat is toch wef hetgeen men inzonderheid op zulk een uitvoering in de eerste plaats verlangt; want het gaat der C. O. V. niet om een Ohrenschmaus (een ve^gasting voor de ooren) doch om een zoo goed mogelijk vertolken van de gevoelens der Christelijke gemeente. De dirigent leek me ditmaal geheel erin . te zijn. En gelukkig jaagde hij ook niet meer zoo als verleden jaar.

Met de solisten-had de O. O. Y. het ditmaal ook bijzonder getroffen. Een kwartet van aan elkander gewende menschen, die ieder voor zich kunstenaar zijn en elkaar ook goed begrijpen in hun zang. Zoo was het duet van sopraan en bas No. 40 over den naam Jezus alsmede het Terzet (No 51) „Ach waun wird die Zeit ©rscheinen? " van sopraan, alt en tenor een voorbeeld vian uitnemenden samenzang gelijk men het niet zoo heel vaak hoort.

De sopraan en bas waren Jaima Brandsma en Caro, evenals verleden Jaar. Alt was ditmaal Suze Luger, die uitnemend voldeed; en de "tenorpartij had thans niet Walter, tegen wiens optreden ik verleden jaar nogal heel wat bezwaar moest maken, doch Jac. y'an Kempen, van wien ik zou durven zeggen, dat hij ^chzelf overtrof; en dat beteekent nogal iets! Caro schitterde weer in de Aria No 8 („'Grosser Herr und starker König"), die hem bijzonder ligt; jammer dat ze ihans een coupure moest ondergaan.

Het koor was den ganschen avond naar mijn meening voortreffelijk. Kjzonder 'verdiende waardeering het vaste en zekere Van het geheel, het genuanceerd zijn der koralen en de coloratuur in No 24 („Herrscher des Himmels, erhöre das Lallen"). Het scheen, dat de herhaling gmistig werkte en dat, nu alles van de muziek tot in de piuntjes bekend was, de leden meer aandacht konden geven aan de voordracht zelve. Dit pleit voor een jaarlijksche herhaling omstreeks Kerstmis, die ik hoogst gewenscht acht an die pok voor het publiek zeer aanbevelenswaardig geacht moet worden.

Over het orkest behoeft niets te worden gezegd; het was als steeds supérieur. Wel moiet ik nog een bijzonder woord van lof toekennen aan den organist Doortmont, die veel te genieten gaf met zijn schoon instrument; niet het minst in koraal No 28 („Dies bat er Alles uns getan").

Zoo kon ik v'an harte toepassen op: deze uitvoering hetgeen Caro zoo goed zong in Recitatief No. '22, „dass es uns heut' so schön gelinget". Ook verheugt het me, dat de proefneming van verleden jaar om aan bet einde , ^uns mit euch" te laten „einstimmen", waartegen ik toten mijn bezwaren motiveerde, niet werd herhaald. Voor ©en volgende uitvoering blijf ik mijh. wensch handhaven, dat toch koraal No 59 ; , Ich steh' an deiner Krippen hier" niet gecoupeerd worde; dit behoort tot het wezenlijke, dat men niet zander schade kan missen. Overigens zou eenige verwisseling vara, coupures me niet ongewensdit lijken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

MUZIKALE KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1925

De Reformatie | 8 Pagina's