GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SGHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SGHOUW.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over d e , , r e o-r g a n i s a t i e - v o r g a d e-ring" der C o-nf es s i oneelen. •

Verleden week gaven we enkele Thans komt een vervolg. persstenrmen.

„De Waarheidsvriend" zegt:

"Wij zijn geweldig blij en dankbaar, dat we er niet geweest zijn. Vooral als we letten op de discussie, die op het referaat van dr Kromsigt gevolgd is.

"Want ging het biJ het ..referaat tegen de Synode van Assen en tegen de Gereform. Kerken, bij de discussie werd er nog een schepje boven óp gedaan door ds Ekering van Amsterdam, ds Gravemeijer van Den Haag, ds Six Dijkstra van Ter Aa en ds Woldendorp van Warmond, allen mannen van de Herv. (Geref.) Staatspartij; waarbij ds Six Dijkstra zich zelfs niet ontzag om met allerlei kletspraatjes betreffende 't sterfbed van dr Kuyper aan te komen dragen.

Dit is geen tale Kanaiins. - -. i.'; "^ ., •' . ~

Tro'invens, dat was de zaak^-öSWiStiRlfeiiÉÉd. Het waren ook geen gedachten Kana^atis, al' leek 't, ai en toe wel wat Kanaanietisch.

Voorts schrijlt Ds 'Gunst in de „Rijnl. Kerkb.".:

Niet alle Hervormden doen aan die onloeschaamdheid mede. Een enkele onder hen komt tegen het Parizeisme van den Amsterdamsohen predikant op.

Dr Kromsigt durfde oreeren, dat wat te Assen gebeurde een carricatuur is van ware, Schriftuurlijke, kerkelijke tuchtoefening. Gods Woord en de Belijdenis waren gebruikt als een dood statuut, en zoo moesten er wel ongelukken gebeuren. Een nieuwe inquisitie wordt ingevoerd.

Dit alles waagt een man te zeggen, die altijd den mond vol heeft over de noodzakelijkheid om Art. 36 deF Ned. Geloofsbelijdenis in al zijn scherpte te handhaven. De Gereformeerden, aldus Dr Kromsigt, hebben de Belijdenis verminkt door den volzin er uit te schrappen, die de vervolging van ketters eischt door de overheid en moordschavotten en brandstapels voor hen doet verrijzen.

Dezelfde schrijver merkt naar aaaileiding van de ergerlijke en ruwe schending van'de iiagedacihtenis van Dr A. Kuyper op: i^^^s^^ft'

Voor den verspreider van het valsche gerucht is het maar gelukkig, dat wij thans geen Gereformeerden Vondel bezitten w'ant, , #ïêMSÖii^^S^l||lBS? ^'iil^'^ zeker afschieten op hem. Ï5|^ï> -

Toen Hugo de Groot in 1646 gestorven was, had de Leidsche hoogleeraar Salmasius iets gesebreven over den grooten man, dat geducht Vondels toorn opwekte. Het volgende hekeldicht werd den professor toegevoegd onder het opschrift: Aan den lastoraer van wijlen den Koninghlijcken gezant Huigh de Groot.

O FariSIISwÉteSft'^^S^p^ Kijngheloof - vêraïs^ï Die 't gröofé lijck vërvolglit ook in zijn tweede kist, Ghy Helhont, past het u dien Herldes na te bassen, Te steuren op 't autaer den Fenix in zijn assen. Don mont van 't Hollandsch Recht, bij Themis zelf

rbeweent? ' Zoo knaeghi^^; ^den stomp '^^^gl^eilighe gebeent.

Dit poëem dfene als bewijs, dat wij' tegenwoordig zachtmoediger spreken, dan óns voorgeslacht. En het verhaal der confessiotiieels vergadering bewijze, Xlat wij evenwel niet zachtmoediger denken. Wat die zachtmoedighead voorts hetreft, waa, rover Hilbrandt Boschma en ook Dr Kromsigt zoo graag spreken. Ds Be-y merkt in de „Zeeuwsche Kerkbode" op aan het adres va.n Dr-Kromsigt:

En diezelfde man klaagde, dat hij in Assen miste het terechtbrengen in den geest der •£ a c h t m o e - d i g h e i d. In Assen heeft men evenwel niet in een paai' minuten en met applaus, . uitgemaakt, dat Dr Geelkerken niet in de Gereformeerde Kerken als Dienaar des Woords kon gehandhaafd worden. Daar heeft men wekenlang zich over die ernstige vraag beraden. • •éi^s.^i^^fe.i; c•^< ; i*< : ï..^.1.si/J: ^ï^ii? siK^V^^ .

Dit naraiïnijK-''naaï aanleiding'rail het feit, dat DT Kr. een hervormden domiiiöe, die hem tegensprak, ZOO' maar naap.: ^e j, doleerende.j£@i; k'' ^verwees. ; -5^a: ^i.-Sa^pt^'.«J:

'De heer H. VermehleriT voorheen ïand^-gödsdienstonderwijzer bij de Herv. Kerk', thans G-eref., schrijft in de „Geld. Kb.":

AVij vergelijken nu de Ned. Herv. Kerk bij een zinkenl^'^sclip. En dan TOraf*; gBpanï|)r%%^^ lisatie! Flink zoo! Maar — 'tjek wordt niet gestopt! De stroom van valsche leer en de moderne predikanten, die allerlei wind van leer brengen, gaat door! 't Lek blijft! Werd nu gezegd: ja ziet ge, die moderne predikanten, die eenmaal toegelaten zijn, zijn eenmaal in 't ambt gesteld en moeten wij handhaven (lioewel - 't niet behoeft!) maar — wij zullen 't lek stoppen: Wij laten geen n i e u w e moderne windzaaiei's toe! Ziet, dan kwam eenmaal aan dien treurigen toestand een einde en werd de Kerk hersteld. Wel is waar, was daarmee de zondige organisatie niet hersteld, maar dat juk zou daardoor minder knellend zijn, en die organisatie kon ook langzamerhand) door cle Gereform. Kerkenorde worden ingenomen. Maar nu 't lek in 't zinkend schip b 1 ij f t, kan men wel pompen met evangelisatie, maar 't is hopeloos werk! Nu zijn drie dingen mogelijk. De evangelisatie-pomp kan zóó hard werken, dat 't lek van 't instroomen van valsche leer bijna niet meer gemerkt wordt, edoch: 't lek blijft; 't kan zijn, dat èn pompen èn binnenstroomen met elkander gelijken tred houden en ten doKle kan de stroom van valsche l& eringen zóó groot worden, dat de evangelisatiepomp niet of weinig invloed meer heeft! 't Laatste schijnt helaas 't geval te zijn! Het eenige middel is; handhaving van de tucht. Er is nu jaren lang genoeg gepraM, . ei'-Jnpet : iiu .ook, eeiis gehandeld worden.: ^^p|^|»; ^jp|^E|gi«p\^

In aansluiting aan het ter vergaderhig gebruikte beeld van de „repeteerende breuk" (met deze quasigeestigheid, die een bekend litterator zich eens liet ontvallen en die • sedert de roaide doet en hier •«^erd gebezigd tot kenschetsing van de Geref. Kerken) merkt Ds H. J. Heida op in het „Ger. Khl^g^aassl. ca.":

'Dé"'r'èpeteerende breukjii, , , , .^.

Dat beweert ook Rome; fi^iJ|jSr vastgestelde machtsaaninatiging. '

Dat repeteert de steeds repeteerende Dr Kromsigt, die de reorganisatieplannen eindeloos repeteert zonder des repeteerens moe te worden.

Hij vergeet echter twee dingen.

Eerst, dat het kwaad van het repeteeren niet heerscht bij de Gereformeerden, maar juist bij hen, die hel Woord van God niet voluit ten grondslag leggen als het fundament van het leeren en regeere'n; der Kerke Gods.

Partij kiezende voor Dr Geelkerken, heeft hij zich gesteld aan de zijde der werkers met repeteerende breidien.

Dat kon niet anders, want in plaats der duidelijke uitspraken der .Heilige, Schrift treedt de persoonlijke

heers dividu.

Ten tweede blijkt zonneklaar hoe' hard de reorga; nisatiedweper ook roept, dat hij daarmede geen weg weet.

Immers dan klemt hij zich in de Kerk maar liever vast aan de methode van het Fascisme, dat alles dooi-geweld beslist. Geweld is het immers, waardoor de tegenwoordige organisatie is ingevoerd, waarmede de confessie is op zij gezet, waarmede do Gereformeerde belijders ambtelijk steeds in den hoek zijn geworpen.

Geweld zonder recht evengoed als het Fascisme op het terrein van het staatkundig leven.

'Tusschen die twee polen hangt en slingert de geheele cc'rifessioneele richting.met haar reorganisatieplannen, omdat zij het niet durft wagen met de heerschappij van Gods Woord alleen in het heiligdom des Heeren.

Ds J. G. Kunst merkt op in de „Geld. Kb.", :

Zestig jaar lang bestaan als Confessioneele Vereeniging en nog geen stap verder.

Alleen afkeuring over: een. Synode, die de belijdenis handhaaft. 'fi^SSte^MS

En na zooveel jaren tehebheii'gèroepen: reorganisatie is noodzakelijk, weten de heeren nog niet anders te doen dan te redetwisten over de vraag of Kuyper al dan niet als Calvinist gestorven is.

Een afleider om het geweten, tpt-.zyjrijgen te brengen, zoo vragen nëèM^M& 'Mf^S^^^^M: '

En Ds C. Lindeboo-m'^zegt iti'hèt''; , N': -H; Kbl":

Vergissen we ons niet, .dan is de samenkomst, waarin op de meest laatdunkende en hatelijke wijze over de Gereformeerde Kerken en de Asser Synode, gesproken werd, niet een vergadering geweest van de Confessioneele Vereeniging, maar eene, dit jaar voor de tweede maal expresselijk belegde Reorganisatie - vergadering.

Verschil maakt dit niet, in zooverre daar voor 't meerendeel dezelfde personen tegenwoordig waren, die gewoonlijk in de vergaderingen van de Confessioneele Vereeniging den toon aangeven.

Wel echter treedt daardoor te klaarder aan den dag, dat het bij Dr Kromsigt en de zijnen niet zoozeer de desorganisatie van eigen kerk is, die hen drukt, als wel de groei en de toenemende invloed van de Gereformeerde Kerken.

Niet voor de zestigste, maar pas voor de tweede . maal komt men in reorganisatievergadering bijeen.

En reeds dan is men feitelijk uitgepraat.

Want hot onderwerp was niet de Haagse he Synode, de groote sta-iu-den-weg van de veelbegeerde reorganisatie, maar de Asser Synode, die gesmaad en verdacht gemaakt moest worden.

Het is jammer, dat deze dingen moeten gezegd'worden, vooral omdat er onder de confessioneelen ook heel veel menschen zijn, die beter zijn dan deze oratoren zich hebben getoond in een oo'genblik van „koortsachtige opwinding"....

Over Prof. Haitjema's klachten.

Wie aan de confessiO'neelen en hun laatste extrava-gantiën denkt, wordt tegelijk aan Prof. Haitjema herinnerd., Deze heeft verzekerd, dat de Synode

van van r a ti Oinali srhe en Auf klilr ung "IJil...^.^... kerken sterk hadden gewerkt. •: •^''••'^%<

kerken sterk hadden In de „Geref. Kb. van Amsterdam-Zuid" zegt de heer EbUng o-.m. over de stelling van Prof. Haitjema, dat het Geret. kerkelijk leven de vruchten van het zaad der Aufkliirung to; ptó: ..: •., .

En we zullen ons wel niet vergissen, als •': W-ët'SaïLnemen, dat de meest officiëele openbaring van dat kerkelijk leveii in den laatsten tijd, - de beslissingen der Synode, speciaal het dogmatisch-exegetisch rapport, bedoeld zullen zijn als toonend die vier gevaarlijke vruchten van het zaad der Autklarung.

Nu is echter al direct merkwaardig, dat juist-liet hoofdkenmerk der „Aufkliirung", n.l. de afkeer van au t o r i t eit, niet onder of in de genoemde 4 wachten wordt aangewezen. De Aufklarung, zooals die zich in de 18de eeuw, vooral iji West-Europa., in alle cidtureele kringen verbreidde, was zeer bepaald afkeerig van alle gehechtheid aan overgeleverde „traditioneele" opvattingen en levensgewoonten. Ze wilde de menschheid aan de onmondigheid onttrekken, den mensch vrij maken van de eigenmachtige voogdij van Kerk en Staat. Ze was mede een poging van de rede, om slechts op zichzelf te steunen, om te handelen zonder zich door anderen te laten leiden.

Afkeer van autoriteit, - speciaal van de autoriteit van I^erk en traditie — daarin groeit „en bloeit" de Aufklarung. „Ik dank God nog steeds eiken morgen", zoo zegt een schrijver uit den Aufklarungstijd, „dal ik in dezen tijd van de groote innerlijke en uitwendige openbaring van het verstand en de vrijheid mag leven". De Aufklarung heeft in haar rationalisme juist bovenal dat doel: do autoriteit van do Kerk on van de traditie op godsdienstig en staatkundig terrein te breken. Ter bereiking van dat doel bedient ze zich van «He middelen: Ze voert strijd tegen bijgeloof on vooroordeelen, ze oefent scherpe critiek oip alles, wat overgeleverd is. Ze stelt tegenover de oude opvattingen van theocratie en zelfkastijding, van geloof en gehechtheid aan het bovennatuurlijke, van de noodzakelijkheid der godsdienstige onverdraagzaamheid, ' haar leuzen: natuur, rede, humaniteit. Ze verdraagt zich op staatkundig terrein met het „despotisme" van de verlichte monarchie zoo goed als met de „vrijheid" der republiek — ja, ze verdraagt zich met alle staatsvormen — op één na, n.l. niet met de monarchie van het goddelijk gezag — kortom, de Aufklarung wil allen alles worden, mits slechts de autoriteit buiten den mensch. wordt g e b r o k e n.

En nu, nu beginnen we toch reeds te twijfelen! Zou er nu wezenlijk, innerlijk wezensverband bestaan tusschcn die, eens als een „geestelijke revolutie" gekenschetste 18de eeuwsche beweging, die gezagsa 1 k e e r tot hoofdkenmerk heeft, èn de beslissingen eener Synode, die bepaaldelijk en nadrukkelijk handhavinig van gezag, handhaving nog wel van het Schriftgezag, bedoelt?

' In principe is er dus een tegenstelling.

. En wat de uit w e r k i n g van dit principe betreft: Prof. Haitjema noemde als bezwaar tegen de Geref. Kerken (in Assen): de rationalistische' re dene er me th o de. De heer Ebling zegt dit ervan:

Waar zit, in b.v. het dogmatisch-exegetisch de rationalistische r e d e n e e r w ij z e ? rapport

Ons dunkt, we hebben het gevonden! Als het ergens kan zitten, dan moet het zitten in dat onderdeel van het rapport, dat den klaarblijkelijken zin van het Paradijsverhaal tracht te ontdekken. En de kern van dat onderdeel is het betoog:1. ter vaststelling van der Heilige Schrift bedoeling, waarbij de Schrift zélf het criterium moet zijn, zal de beslissing gegeven worden dooi: ragen als: loeit het uit den aard en den inhoud van het verhaal zelf voort, enz.; 2. de Schrift spreekt in Gen. '2 en 3 van een hof, met hoornen, in eigenlijken zin; 3. dan moeten, volgens den genoemden regel, de beide bewuste boomen, evengoed als de andere, in eigenlijken zin worden opgevat.

Dit betoog is dus een toepassing van den, naar allerlei bevoegde kenners zeggen, algemeen aangenomen exegetischen regel: het verband, waarin een bepaald Schriftverhaal voorkomt, beslist mede over onze opvatting der bedoeling.

S^BW^^éf^t-ïffionstcr, de rationalistische redeneerwijze, te pakken. j^fej^J,

Doch nu vragen wij met nadruk: I g': '-l; -§|-; l|i: u . w e r fc e I ij k e e n r^a t i o n a 1 i s t i s c h e r e d e ri e e r-wijze, als vrucht der Aufklarung?

Heusbh? Maar dan — ja, dan vreezen wij, dat wij aUemaal met elkaai-, gewone eenvoudige bijbellezers en intellectueele bijbellezers, eii • doctorale en professorale bijbellezers, wij allen' te samen, zoo'n rationahslische redeneerwijze, vrucht der Aufklarung, verióonen! Hulde aan de vruchtbaarheid der Auf-

schijnt Professbï Jeïgersma ohs töë'te fluislfen": ' ^, het werken met zoodanige groote woorden noem ik: , „oratorie!".... ¥'.-itë^i^'^'^-'-'B^'-^i' •--'-> ••

Volkomen juist. Op'"'fe'^^^Si^ffnl'? 'i^ra. Prof. Haitjema worden alle streng-wetenschappelijk bedoelde kommentaren in den ban gedaan. En de belijdenisschriften, vooral als men ze ziet in het licht van haar ontstaan, ook. En wat dan nog zou overblijven en genade vinden, kan noch kommentaar zijn noch belijdenisschrift. Toch heet Prof. H. , , confessioneel". Toch had ook tot nu toe onder de gereformeerden niemand bezwaar tegen het hebben en formuleeren van een belijdenis en wilde men zelfs een „studie-commissie" instellen. Laat men goed begrijpen, dat redeneeringen als van Prof. Haitjema niet alleen de Synode van Assen, maar ook haar meest directe bestrijders tegenspreken. En dat wie op dit zwaard leunt, als hij het opneemt voor Dr ..Geelkerken tegen., de.-Synode, - zijn hand di U001ÜOOrii; $tV3*s«i-'#*.^5«5Sè^S; 3#p!-i^? ^Ï^^^W^

Wat Dr GeelkèrK'ën van "dé Syhö'dè'vroeg''(een studie-commissie) moet voor Prof. H. nog tienmaal erger zijn dan al de Synodale ongerechtigheid bij elkaar voor dezen studeerkamer-criticus zijn kan. Heeft Prof. Haitjema gelijk, dan moet Dr Geelkerken zich vooral niet op hem beroepen: want dan kan niemand meer dan juist Prof. Haitjema hem kwalijk nemen, dat hij^ tegen de „exegese van Assen" geen „geloofs-bezwaar" heeft. Prof. Haitjema heeft dat juist wel, op zijn sta.ndpunt.

Tot nu toe heeft in al die „confessioneele" broederen (wat een naam voer wie tegen verstandelijke redeneeringen, die ' immers oek tot een b e 1 ij d e-nis den weg banen, bezwaar hebben!) de Synode van Assen geen heusche bestrijders en de tegen haar bezwaarde kring geen werkelijke vrienden gevonden.

gevonden. K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1926

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SGHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1926

De Reformatie | 4 Pagina's