GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tiende zitting.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tiende zitting.

26 minuten leestijd Arcering uitzetten

De zitting wordt geopend met het zingen van Ps. waarna de pracscs voorgaat in gebed. 145: ;

Onmiddellijk gaat de Synode in comité-generaal. Te ruim elf uur wordt de zitting veranderd in een openbare. De acta der negende zitting worden gelezen en vastgesteld. De praeses wenscht Ds J. G. Kunst geluk met zijn verjaardag, er zijn blijdschap over uitsprekend, dat deze opgericht is uit ernstige ziekte.

Voortgezet wordt het debat over het rapport inzake uitbouw belijdenis.

16 sprekers behalve de rapporteur nemen daaraan deel.

Ook in de middagzitting, geopend met het zingen van Ps. 86:6, wordt het debat voortgezet.

Aan het eind der debatten stelt Ds J. L. Schouten, rapporteur der commissie, voor, deze zaak terug te zenden naar de commissie, om hedenavond een conclusie op te stellen, die tot een eensluidende uitspraak kan leiden.

Aldus wordt besloten, terwijl voorstellen van Ds W. Breukelaar., Ds W. W. Meijnen, Oud. Van Beeck Calkoen en een advies van Prof. Dr V. Hepp eveneens naar de commissie worden doorgezonden.

Tot Deputaten voor de kwestie grensregeling Vreeland, met opdracht zoo mogelijk volgende week te rapporteeren, worden benoemd Ds W. W. Meijnen en Oud. J. G. Baart.

Na dankzegging door den assessor wordt de zitting door den praeses gesloten.

Elfde zitting.

De zitting wordt geopend met het zingen van Ps. 19:4, waarna de praeses voorgaat in gebed.

nominaal wordt gehouden, de acta gelezen en vast­ Appèl gesteld.

Ingekomen is het volgend telegram:

„Aan de Gereformeerde Kerken van Nederland, in Generale Synode te Groningen vergaderd, betuig ik mijn oprechten dajik voor de heilwensclien, mij door u vertolkt.

(w.g.) WILHELMINA".

De praeses wenscht Ds H. v. d. Elskamp geluk met zijn verjaardag, daarin tevens samenvattend den dank.aan de kerk van Groningen voor haar goede zorgen.

Ds Tj. Petersen rapporteert namens Commissie III over het voorstel van de kerk van 's-Gravenhage-West:

Met theologische hoogleeraren worden inzake het recht op emeritaat gelijk gesteld die Dienaren des Woords, welke aan de Theol. School of aan de Vrije Universiteit benoemd worden om niet-theologische colleges te geven, wier bijwoning verplicht is voor de aan deze inrichtingen studeerende aanstaande Dienaren des Woords, en welke hoogleeraren op deze wijze medewed< en aan de vorming voor het ambt.

Na eenige bespreking werd op voorstel der commissie besloten: De commissie stelde aan de Synode voor, drie deputaten te benoemen om de zaak, door den kerkeraad van 's-Gravenhage-West in zijn voorstel aan de Synode van Groningen aan de orde gesteld en in de toelichting nader omschreven, te onderzoeken en dienaangaande te rapporteeren, en eventueel voorstellen te doen aan de eerstvolgende Generale Synode en deze voorstellen een half jaar van te voren ter kennis van de kerken te brengen.

Aan Ds D. Postma wordt op zijn verzoek toegezegd, dat aan de kerken van Zuid-Afrika afschrift van het rapport zal gezonden worden. •

Ds C. B. Bavinck rapporteert namens Commissie I over het rapport van de Deputaten over Vrouwenkiesrecht, welk rapport reeds eerder is gepubliceerd.

De Part. Synode van Noord-Brabant en Limburg sprak hare instemming uit met de tweede conclusie der meerderheid, dat de invoering van het vrouwenstemrecht in onze kerken, onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden, niet zonder gevaar zou wezen, met het oog op de onchristelijke emancipatiebeweging, die zich tegen de ordinantie Gods keert.

Ook de Part, Synode van Zeeland, deed een uitspraak in dezen geest.

Be Part. Synodes van Utrecht, Drcntiie en '^jielderlar.; '! sv; i-iii-. voor, geen definitieve beslissing te nemen in deze zaak, nu het rapport niet zoo vroegtijdig is ingekomen, dat de kerken met ge-.noegzame zekerheid van inzicht hierover kunnen oordeelen.

Ds H. Meijering stelt tegenover de conclusies der commissie voor, de zaak thans af te handelen.

Dit voorstel komt echter, daar het niet ondersteund wordt, niet in behandeling.

De conclusies worden na eenige wijziging aldus vastgesteld: lo. dat de Generale Synode uitspreke, dat zij met belangstelling kennis genomen hebbende van het door de deputaten voor .het Vrouwenkiesrecht bij haar ingediende rapport hun voor hun 'arbeid hartelijk dank te zeggen; doch dat zij den tijd nog niet gekomen acht om reeds nu in deze zaak op grond van dit rapport /een definitieve beslissing te nemen;

. 2o. dat zij opnieuw deputaten benoeme en wel ten getale van vijf, om met gebruikmaking van de bestaande rapporten den principieelen kant van het vraagstuk van het Vrouwenkiesrecht uit de Schrift en uit de historie, zooveel hun mogelijk is te be--lichten en daarbij ook in te gaan op de vraag, of het stemmen 'der vrouwen bij de verkiezing van ambtsdragers een daad van regeermacht is of niet, en of er mogelijk een onderscheid is in het karakter van het ambt der geloovigen bij den man en bij de vrouw;

3o. dat zij deze te benoemen deputaten verzoeken om hun rap-, port minstens een jaar voor de e.k. Gen. Synode aan de kerken 'toe te zenden, alsmede aan de kerken in N.-Amerika en Z.­ Afrika ;

4o. dat zij Ds J. S. Post te Axel antwoorden, dat hem uit deze conclusie kan blijken, dat met zijn bezwaar rekening is gehouden.

.; . Ds J. L. Schouten rapporteert namens Commissie I over een .bezwaarschrift van Br. Ph. B. te K. a. d. Z. tegen de beslissing van de kerk te Koog-Zaandijk inzake klacht over prediking.

De volgende conclusies worden vastgesteld:

De Synode besluit aan broeder Ph. B. te berichten:

a. Dat uit de zinsnede van den Open Brief, waarnaar hij verwijst, niet mag worden afgeleid, dat het op den weg der Synode ligt allerlei vragen, die naar aanleiding van gehoorde predikaties en van een uitgebracht rapport opkomen, te beantwoorden.

b. Dat uit de geheele passage, waaraan Br. B. de door hem geciteerde uitdrukking ontleent, blijkt, dat de bedoeling is de zonde in het dier te ontkennen, wat ook vanzelf sprekend is, aangezien een dier geen ethisch wezen is en dus geen zonde hebben kan.

Voorts rapporteert Ds Schouten over een bezwaarschrift van br. J. S. te D., tegen besluit van de Synode te Assen (zie Acta Assen, art. 326).

De conclusies worden als volgt vastgesteld:

De Synode besluit aan br. J. S. te berichten:

a. Dat hij in zijn schrijven geen nieuwe argumenten aanvoert, en er derhalve geen aanleiding bestaat om op het hem door de Synode van Assen gegeven antwoord terug te komen.

b. Dat hem een ernstige en biddende bestudeering van de uitgebrachte rapporten en van de correspondentie namens de Synode door Prof. J. Hidderbos met Ds J. C. Brussaard gevoerd, dringend wordt aanbevolen, omdat hem daaruit duidelijk blijken kan, dat de Synode van Assen de Heilige Schrift naar Gereformeerd belijden, als uitgangspunt niet negeerde en de Confessie niet meer liet zeggen dan zij zegt.

Prof. Dr J. Ridderbos rapporteert namens Commissie I over het bezwaarschrift van Dr J. G. ü. te Z. over de zaak Ds V.

De commissie stelde voor:

De Synode spreekt uit, dat het bezwaarschrift van Dr U, niet ontvankelijk is, omdat het niet het karakter draagt van een beroep op een meerdere vergadering door een partij die zich verongelijkt acht, maar van een bezwaarschrift in algemeenen zin; en dan zich richt tegen het afzettingsbesluit van Ds V., dat is genomen en ligt voor verantwoording van de classis B., bij welke Ds U. dus zijn bezwaar heeft, in - te dienen.

Aldus besloten.

Ds C. W. E. Ploos van Amstel rapporteert over het rapport van de classis 's-Gravenhage over „Biddag".

De Commissie stelde; voor, dat de Synode:

lo. goedkeure, dat de Classis 's-Gravenhage tusschen de Synode van Utrecht 1923 en nu geen bede-of dankdag heeft uitgeschreven ;

2o. dezelfde Classis wederom aanwijze tot het uitschrijven van een bede-of dankdag.

Aldus besloten.

De praeses verwelkomt Ds. T. J. Hagen, deputaat voor de geestelijke verzorging der militairen en verzoekt hem, binnen den kring der Synode plaats te nemen.

Ds Tj. Petersen rapporteert namens commissie Hl o; ver de getroffen grensregeling inzake Grave.

De Commissie stelde aan de Synode voor, dat zij hare goedkeuring hechte aan eene door de classes Arnhem en 's-Hertogenbosch getroffen regeling, waarbij Grave tijdelijk zal worden gerekend te behooren tot het ressort der classis Arnhem, Kerk van Nijmegen.

Aldus besloten.

Oud. J. S. Sjaardema rapporteert over een brief van Ds F. G. Petersen, een verslag over zijn arbeid.

De Commissie stelde voor dit Rapport, zonder in beschouwingen er over te treden, met dank aan den Legerpredikant Ds Petersen, voor kennisgeving aan te nemen.

Aldus besloten.

Prof. Dr F. W. Grosheide rapporteert namens Commissie V •over het rapport van Deputaten inzake correspondentie met de Hooge Overheid.

De Synode beslist op voorstel der commissie:

a. Deputaten voor de correspondentie met de Hooge Overheid te danken voor den door hen verrichten arbeid en te déchargeeren.

b. Nieuwe Deputaten te benoemen en hun op te dragen:

1. al die werkzaamheden te verrichten, die tot dusver tot de taak van Deputaten voor de correspondentie met de Hooge Overheid behoorden;

2. den brief van den heer Christofferz te stellen in handen van Deputaten voor de correspondentie met de buitenlandsche kerken, opdat die onderzoeken, of hier voor onze kerken iets te •doen is en daarover rapporteere aan de e.v. Generale Synode;

3. zich er van te vergewissen, of in zake den kalender vanwege •onze kerken opmerkingen behooren te worden gemaakt en eventueel bij de Hooge Overheid in te dienen.

Oud. J. G. Baart rapporteert namens Commissie IV over het rapport van deputaten inzake protest L. J. van M. te C.

De Synode besloot, naar aanleiding van het rapport der be-: noemde Deputaten door de Synode te Utrecht, inzake het protest van Br. L. J. van Malsen te Culemborg, daar de zaak tot een bevredigende oplossing is gekomen:

den arbeid der Deputaten goed te keuren, hen daarvoor dank "te zeggen en hen décharge te verkenen.

Ds .J. G. Kunst rapporteert namens Commissie V over de loopende zaken der zending.

De commissie stelde voor:

lo. voor het regelen van „de loopende zaken" der zending, totdat de nieuw te benoemen deputaten hebben vergaderd, aan te wijzen een drietal van deze broeders;

2o. voor het afdoen van noodzakelijke dingen, die nu niet kunnen worden behandeld en waarover toch vóór de e.k. Synode moet worden beslist, te benoemen de deputaten, onder voorwaarde dat, deze zaken:

a. betrekking hebben op de zending onder heidenen en Mohammedanen ;

b. niet behooren te , word€n afgedaan door eenige zendende Kerk;

c. nader worden goedgekeurd door de volgende Synode. Aldus besloten.

De Synode besluit, Ds W. W. Meijnen te ontheffen van' zijn deputcatj-; hip inzake grensregeling Vreeland en in zijn plaats te benoemen Ds J. H. Telkamp.

Te ongeveer half twaalf gaat de Synode in comité-generaal.

Het comité-generaal wordt ook in de middagzitting voortgezet.

Te ongeveer kwart voor twee wordt de zitting weer openbaar.

Dr G. Keizer leest het rapport van deputaten voor correspondentie met buitenlandsche kerken.

Prof. Dr. V. Hepp rapporteert namens Commissie II over dit rapport.

Hierover wordt een breede discussie gehouden, waarna de beslissing wordt verdaagd.

Prof. L. Berkhof spreekt een woord van hartelijk afscheid tot de Synode, dat door den praeses op dezelfde wijze beantwoord wordt.

Besloten wordt, de zittingen te hervatten op Woensdag a.s. Nadat gezongen is Ps. 48:6, wordt de vergadering gesloten met dankgebed.

Twaalfde zitting.

Woensdagmorgen te 9 uur werd de twaalfde zitting aangevangen, nadat was gezongen Ps. 56:5, gelezen Openb. 2:1—7 en de voorzitter was voorgegaan in gebed.

Appel nominaal werd gehouden. Daarbij bleek, dat van de praeadviseerende leden, de Professoren Dr H. Bouwman, Dr T. Hoekstra, L. Lindeboom en Dr J. Waterink de zittingen der Synode niet meer kunnen bijwonen, terwijl Prof. Dr A. G. Honig de eerste dagen der week niet aanwezig zal zijn.

Oud. J. Wolting van Gees is vervangen door oud. P. Wouda van Meppel, terwijl voor oud. A. J. L. van Beeck Calkoen van Den Haag gekomen is oud. H. Koelmans van Boskoop.

Deze beide laatsten betuigen, door op te staan, instemming met de belijdenis der Geref. kerken.

De Acta der vorige zitting worijeij gelezen door den Isten scriba en daarop vastgesteld.

De voorzitter wenschte Ds Q. H, A, v. d. Vegte, die Zondag jarig was, nog geluk daarmede en bidt hem Gods zegen toe op zzijn arbeid in de kerk van Groningen.

buiten­ Correspondentie landsche kerken.

Voortgezet werd daarop het debat over het Rapport van Deputaten voor de correspondentie met de buitenlandsche kerken en het rapport van de betrokken commissie daarover.

Na breede besprekingen werden de volgende conclusies aanvaard :

Uw commissie stelt de Synode voor:

lo. Den Deputaten voor de correspondentie met de buitenlandsche kerken dank te betuigen voor hun belangrijken en omvangrijken arbeid en de handelingen der Deputaten goed te keuren.

2o. Opnieuw een zevental Deputaten voor de correspondentie met de buitelandsche kerken te benoemen en hun op te dragen:

a. wederom afgevaardigde(n) naar Hongarije, Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Joega-Slavië te zenden en de kerken op te wekken den geestelijken arbeid in die landen den noodigen steun te bieden;

b. allereerst tot de eerstvolgende Synode der Belgische Christ. Zendingskerk een schrijven te richten, waarin zij er ernstig op gewezen wordt, dat zij van 's Heeren wege geroepen is de Confessie Belgica tegen dwaalleer en dwaalleeraars in haar midden te handhaven en in deze leertucht te oefenen en dat, wanneer zij dit onverhoopt nalaat, de correspondentie met haar kerk zeer tot leedwezen van de Gereformeerde kerken moet worden afgebroken, met. het oog waarop op een spoedig antwoord wordt aangedrongen;

vervolgens om zoo dit antwoord binnen de zes maanden na de sluiting van de Synode der Belgische zendingskerk niet is ingekomen of zoo het antwoord een weigering mocht inhouden, aan den Secretaris der Belgische Christelijke Zendingskerk mede te deelen, dat de verbreking der correspondentie een voldongen feit is geworden;

voorts om aan die kringen en personen in de Belgische Zendingskerk, van wie Deputaten bekend is, dat zij onverzwakt vasthouden aan de Gereformeerde belijdenis en die door de kerk ook gehandhaafd wenschen te zien, te berichten, dat de correspondentie met de Belgische Christelijke Zendingskerk krachtens besluit onzer Synode is verbroken en dat zij alzoo geroepen zijn zich bij een der Gereformeerde Kerken in België te voegen en waar zoodanige kerk nog niet tot openbaring is gekomen, die met behulp van een dier kerken tot openbaring te brengen;

en eindelijk om bij de verbreking der correspondentie hiervan kennis te geven aan onze kerken in België en haar op te wekken contact te zoeken met bovengenoemde kringen en personen;

c. volgens de regeling bedoeld in art. Acta Synode van Groningen 1927 een onderzoek in te stellen naar de bevoegdheid en kerkelijke integriteit van tijdelijk hier te lande vertoevende predikanten uit buitenlandsche kerken, die met onze kerken in correspondentie staan en bij gunstigen uitslag van dat onderzoek, daarvan mededeeling te doen in „De Bazuin" en „De Heraut";

d. zich op de hoogte te blijven stellen van bestaande toestanden in alle Kerken, waarmede de Kerken dezerzijds in correspondentie staan en daarover rapport uit te brengen op de e.v. Synode, bepaaldelijk ook over het handhaven van de Gereformeerde belijdenis in elk dier kerken;

e. a f ge vaardigde (n) te zenden naar de Freie evangelische Gemeinde te Görlitz (en zoo mogelijk ook naar die van Breslau) om naar de kerkelijke toestanden aldaar een grondig onderzoek in te stellen, zoonoodig tot verdere reformatie op te wekken, daarbij in dat geval krachtig hulp te verleenen en op de e.v. Generale Synode van de bevindingen dezer afgevaardigden rapport uit te brengen en advies te geven over het verzoek van de Freie evangelische Gemeinde te Görlitz om met onze kerken in correspondentie te treden;

f. indien de financiën het toelaten afgevaardigden te zenden naar een of enkele van de Buitenlandsche Kerken, waarmee wij in verbinding staan;

g. uit hun midden een penningmeester te benoemen, die op de e.v. Synode verantwoording doet van alle financiëele uitgaven der Deputaten;

h. in overleg met de Christelijke Gereformeerde kerk in Noord-Amerika en na gebleken behoefte onze kerken op te wekken het Christelijk Tehuis voor emigranten en zeelieden te Hoboken geldelijk te steunen;

i. indien mogelijk een klein geschrift op te stellen of te doen opstellen, waarin een kort overzicht van de geschiedenis, de belijdenis, de kerfceninrichting, den zendingsarbeid, het werk der barmhartigheid en de statistiek onzer kerken wordt geboden, dit te vertalen of te doen vertalen in het Engelsch, Duitsch, Fransch en Hongaarsch, bedoeld geschrift en de vertalingen daarvan te laten drukken en daarvan een voldoend aantal exemplaren te zenden aan' de kerken, waarmee wij in correspondentie staan en het voor hen, die iii het buitenland de Gereformeerde beginselen wenschen te propageeren, tegen den kostenden prijs beschikbaar te stellen;

j. hun bemiddeling te verleenen bij de correspondentie bedoeld sub 4 a en b;

k. aan de kerken; waarmee wij in correspondentie staan de Acta' van: onze Synodes te zenden met vriendelijk verzoek aan die kerken dit harerzijds ook te doen;

1. in samenwerking met de commissie uit de Chr. Geref. kerk van Noord-Amerika de geestelijke en kerkelijke belangen van de Geref. Nederlanders in Canada te behartigen, eventueel bij onze kerken, aan te vragen een collecte of bijdrage voor kerkbouw enz. in plaatsen waar eenigszins belangrijke groepen van emigranten zich duurzaam vestigen, ten behoeve van deze emigranten en de e.v. Synode van advies te dienen over de vraag, wat door onze kerken duurzaam' voor de Geref. Nederlanders in Canada kan wordeff gedaan; en; ttevens om de kerkeraden' onzer Geref. Kerken te verzoeken bericht te geven van de naar Canada vertrekkende leden;

ra. op de volgende Synode een welgemotiveerd ad-vies uit te brengen inzake de door Deputaten aan te nemen houding nopens de uitnoodigingen van verschillende internationale verbonden o.a. van de Presbyterian Alliance en inzake het voorstel van de Part. Syn. van Z.-Holland (N. G.), voorkomend op het agendum van deze Synode onder P 12;

n. aan de Gereformeerde Kerk van Zuid-Afrika te antwoorden, dat de Synode met groote dankbaarheid van haar schrijven, waarmede deze instemming betuigt met de dogmatische beslissingen, te Assen genomen, heeft kennis genomen;

3o. Aan de te benoemen Deputaten een crediet te verleenen tot een bedrag van ƒ3000;

4o. Te bepalen:

a. dat geen wijzigingen of aanvullingen zullen worden aangebracht in belijdenisschriften, liturgische gebeden en formulieren zonder daarover overleg te hebben gepleegd met die buitenlandsche kerken, waarmee wij in correspondentie staan en die dezelfde geschriften gebruiken;

b. dat over voorstellen bij onze Synodes ingediend en die niet alleen voor onze Gereformeerde kerken in Nederland maar ook voor de buitenlandsche Kerken, waarmee wij in correspondentie staan, van belang moeten worden geacht, geen beslissingen worden genomen zonder dat vooraf daarover deze kerken zijn geraadpleegd. • '•', ., •''i; ^ i„,

; •, •; ': , .1 ïj; ^'»; »-•' Antwoord aan de Geref. kerken buiten verband.

Prof. Dr. J. Ridderbos rapporteert namens Commissie I over het schrijven namens de Geref. kerken (buiten verband). Hij leest voor het concept-antwoord, dat, bij goedkeuring, aan die kerken zal worden gezonden.

Zonder discussie en zonder hoofdek stemming wordt besloten het schrijven te verzenden.

De voorzitter wijst op de beteekenis van het feit, dat deze beslissing zonder discussie is genomen. Hij-dankt Prof. Ridderbos en de Commissie voor het verrichte werk. Hij bidt God, dat dit schrijven vrucht moge dragen, daar er niemand is, die zich verblijdt over de breuke, maar allen hereeniging begeeren op den grondslag van de beslissing, die het yori.ge jaar genomen is, t

Uitbouw b e 1 ij d e n i s.

Ds J. L. Schouten rapporteert nader over het Rapport van Deputaten inzake uitbouw der belijdenis. s

De conclusies van dat rapport komen in de middagzitting in behandeling.

Gepauzeerd wordt tot 1 uur. 'H

Middagzitting.

Te 1 uur werd de zitting hervat, nadat gezongen was Psalm 147:10.

Uitbouw belijdenis.

Voortgezet werd de behandeling der conclusies over het Rapport van Deputaten inzake den uitbouw der belijdenis.

Na eenige bespreking werden de volgende conclusies aanvaard:

lo. Het voorstel van deputaten, om hen te ontheffen van hun taak, te aanvaarden;

2o. Deputaten dank te zeggen voor hun verrichten arbeid;

3o. Opnieuw deputaten te benoemen, ten getale van 6, met de opdracht om:

a. nader te onderzoeken voorshands in hoeverre er inzake het leerstuk betreffende de Heilige Schrift (in verband met de in den nieuweren tijd zich dienaangaande opdoende vragen, met de hedendaagsche dwalingen, alsook met het meerdere licht, door de nieuwere Gereformeerde theologie dienaangaande ontstoken) behoefte bestaat óf aan uitbreiding der belijdenisschriften óf aan een nadere (door de kerken te geven of althans te bevorderen) uiteenzetting; en of het uitvoerbaar schijnt in deze behoefte te voorzien;

b. en vervolgens aan te geven (zoo mogelijk ook door een proeve) op welke wijze dit zou kunnen geschieden.

Daarenboven aan hen machtiging te verleenen, speciaal zoover het het vraagstuk van de uitbreiding der belijdenisschriften betreft, overleg te plegen met buitenlandsche kerken, die op denzelfden grondslag staan. < ;

Militaire zaken.

Oud. Sjaardema rapporteert over een vraag van de class. Harderwijk, luidende:

„Is de verhouding van de Deputaten ter behartiging van de geestelijke belangen onzer militairen van de Gereformeerde Kerken eenerzijds en het instituut der Legerpredikanten anderzijds, van dien aard (gelijk de artikelen van Ds T. J. Hagen in de „Nederlandsche Krijgsman", van 31 Dec. 1919; van een legerpredikant in de „Nederlandsche Krijgsman" van 20 en 27 April 1927; van den legerpredikant Ds P. Bootsma in „Onze Banier", orgaan der Nationale Christel. Onderofficieren Vereeniging van 27 Mei 1924 en van den heer L. Kamper in „Onze Banier" van 10 Mei, 24 Mei en 13 Juli 1927 doen vreezen), dat daardoor groote schade wordt toegebracht aan de samenwerking tusschen beiden en aan de geestelijke verzorging der Gereformeerde militairen.

Indien dit zoo is, komt het dan der Synode niet voor dat in die verhouding verbetering dient te komen?

Verder over een schrijven van het H.B. van de Ned. Christ. Onderoffic. Vereeniging, en over een schrijven van Ds S. Kamper te Oldebroek en br. L. Kamper te Utrecht.

De conclusies worden als volgt vastgesteld:

Ie. aan de classis Harderwijk, het H.B. van de N. C. O. O. V. en aan Ds S. Kamper te Oldebroek en br. L. Kamper te Utrecht mede te deelen:

a. dat van een min goede verhouding tusschen het college van Deputaten voor de behartiging der geestelijke belangen onzer militairen en het Instituut van legerpredikanten de Synode niets is gebleken;

b. dat na een broederlijke samenspreking van een commissie der Synode met den Deputaat der Geref. kerken Ds Hagen en den Legerpredikant Ds Petersen de oorzaak der min goede verstandhouding tusschen hen beiden is weggenomen, door terugneming der gewraakte zinsnede in „De Nederlandsche Krijgsman" van Dec. 1919 van de hand van Ds Hagen;

2e. de desbetreffende stukken nu niet verder in behandeling te nemen.

Ds J. Gispen leest voor het Rapport van Deputaten voor de geestelijke verzorging van militairen.

Vervolgens leest dezelfde voor het Rapport van Deputaten inzake art. 163 Acta Utrecht.

Ds J. de Vries rapporteert, namens Commissie ÏII, over genoemde rapporten.

Na eenige bespreking werden de conclusies als volgt vastgesteld :

1. de handelingen der deputaten goed te keuren met dank voor den verrichten arbeid en hen van het door hen gevoerde beheer te dechargeeren;

2. de voorstellen van het eerste rapport, behalve wat daarin voorkomt onder 2c en van het eerste deel van het tweede rapport te aanvaarden;

3. aan de classis Batavia inlichtingen te vragen omtrent haar medewerking aan de benoeming van Ds Van Duinen tot legerpredikant in Indië;

4. toe te staan, dat de te benoemen deputaten hun medewerking verleenen aan de benoeming van legerpredikanten en reserveveldpredikers;

5. opnieuw deputaten te benoemen en a. hun op te dragen, wat in sub 2, a, b, d, e en f der voorstellen van het eerste rapport en in de voorstellen van het eerste deel tweede rapport wordt gevraagd, b. hen te machtigen inzake 't geen voorgesteld wordt voor mobilisatie-toestand enz. naar bevind van zaken te handelen.

Dezelfde rapporteert over het volgende:

De Part. Synode van Zeeland van oordeel, dat het ontvangen van vergoedingen van de Overheid voor de verzorging van de geestelijke belangen onzer militairen door Garnizoenskerken (cf. Acta Gen. Syn. 1923. Art. 164) niet principieel in strijd is met het beginsel van „dé vrijheid der Kerken", wendt zich tot de Generale Synode met het voorstel de aanvaarding van dien steun voortaan in de vrijheid van elke Garnizoenskerk te laten.

Bij de bespreking diende Ds J. G. Kunst het volgende voorstel in: , , te blijven bij het beslotene te dezer zake in 1923 en derhalve aan deputaten geen opdracht te geven als intermediair op te treden bij het verleenen van subsidie", welk voorstel met 34 tegen 17 st. werd aangenomen.

Daarmede waren de voorgestelde conclusies verworpen.

Oud. Van Oord lanceerde de gedachte, om vanwege de Deputaten de predikanten in de garnizoenskerken een gratificatie te verleenen.

Ds De Vries rapporteert vervolgens over het volgende:

De Part. Synode van Zuid-Holland (Z. G.) dringt er bij de Generale Synode onzer kerken op aan, dat zij de ouders van hun zich in den militairen dienst begevende zonen opwekke via hun kerk kennis te geven aan de garnizoenskerk van de aankomst hunner zonen, — en voorts, dat zij de garnizoenskerken opwekke na afloop van den diensttijd een attest af te geven aan de kerk van herkomst (met een duplicaat aan de ouders) waarin mededeelingen worden verstrekt betreffende hun catechisatie-en kerkbezoek, hun bezoek aan het Christelijk Militair Tehuis (dit laatste na den vader van het Mil. Tehuis te hebben geraadpleegd) en betreffende hun christelijk gedrag in en buiten den militairen dienst (dit laatste na de Nat. Chr. Officiers-en Onderofficieren Vereeniging te hebben geraadpleegd).

De commissie stelde aan de Synode voor aan de te benoemen deputaten voor de verzorging van onze militairen op te dragen elk jaar tegen den tijd, dat onze jonge mannen zich in militairen dienst hebben te 'begeven, al datgene te doen wat naar het oordeel der deputaten het meest doeltreffend zal zijn voor hun geestelijke verzorging.

Aldus besloten.

Dezelfde rapporteert over het volgende:

De Part. Synode van Zuid-Holland (Z. G.), vergaderd op Woensdag 23 Juni 1926 te Rotterdam, heeft hare instemming betuigd met een voorstel van de Classis Gorinchem om aan Uw vergadering te verzoeken, om Ds Petersen, legerpredikant, uit te noodigen. Uwe Synode te willen dienen als prae-adviseur in de behandeling van i^e geestelijke belangen onzer militairen.

Daarom komt de Part. Synode voornoemd tot Uwe Vergadering met het verzoek, om in bovenbedoelden zin een besluit te nemen.

De commissie stelde aan de Synode voor aan de Particuliere Synode Zuid-Holland (Z.-G.) te berichten, dat er voor de Synode geen bijzondere reden bestaat Ds Petersen als praeadviseur bij de behandeling van de geestelijke belangen onzer militairen uit te noodigen.

Ds T. Gerber stelde voor, aan het verzoek wel te voldoen. Het voorstel der commissie werd aangenomen.

Grensregelingen.

Ds G. Husmann van Bunde rapporteerde over het verzoek tot goedkeuring van de grensregelingen tusschen de kerken van Eernewoude en Garijp en tusschen die van Oostermeer en Suameer.

Waar de betrokken classis binnen het ressort en de Part. Synode haar goedkeuring reeds aan deze grensregelingen hechtte, verleende de Gen. Synode approbatie, waar de kerken van Garijp en Suameer behooren tot het ressort van Friesland (Z. G.).

Eveneens verleende de Gen. Synode deze approbatie aan de grenswijziging tusschen het ressort van de Part. Synode van Friesland (Z. G.) en dat van Friesland (N. G.), en wel tusschen de kerken Bolsward en LoUum en wel in dier voege, dat de weg vanaf den driesprong Burgwerd—Hiemert—Waaxens voortaan gerekend worde te behooren tot de kerk van Lollum.

Bezwaarschrift.

Ds J. L. Schouten rapporteerde over een bezwaarschrift van br. O. C. te Ermelo.

De commissie stelde voor den heer O. C. te berichten:

Dat de Synode op zijn verzoek niet kan ingaan, aangezien hij hiervoor geen enkelen grond aangeeft.

^ FinanciënderZending.

Ds W. Breukelaar rapporteerde over de financiën der Zending. De commissie adviseerde:

1. dank te betuigen aan de Firma de Bruyn en Weisz voor al hunnen arbeid bij de behartiging van het quaestoraat der Generale Kas; . , ,

2. aan de heeren H. v. d. Grampel, H. D. van Heijenfeldt en R. C. van Vulpen te Amsterdam met groote waardeering dank te zeggen voor hunnen arbeid als deskundigen bij het nazien van de administratie en het beheer der Generale Kas gedurende de laatste vier jaren;

3. den bijzonderen dank der Synode te betuigen aan den heer H. W. van Mare voor zijn welwillende hulp;

4. aan de te benoemen deputaten voor de Zending weder de benoeming en instrueering van quaestoren op te dragen naar Art. 26 der Zendingsorde;

5. met bijzonderen nadruk al de kerken op te wekken om zich getrouw te houden aan de bepaling, dat van alle inkomsten voor de zending zonder eenige uitzondering 10 pet. moet worden gestort in de Generale kas;

6. de te benoemen deputaten voor de zending te machtigen desnoodig één of meermalen namens de Generale. Synode eene extra-collecte van de kerken te vragen ten behoeve van de Generale kas;

7. de te benoemen deputaten voor de zending te machtigen evenals de vorige Generale Synode deed, ingeval van besliste noodzakelijkheid ter voorkoming van stagnatie in den gang van zaken, kasgeld op te nemen voor rekening van de gezamenlijke kerken tot een maximum' van ƒ 15.000;

. uit te spreken, dat de zaak, genoemd in het zendingsrapport onder hoofd 24 sub 22 als beëindigd kan worden beschouwd; 9. aan de te benoemen deputaten voor de zending ter uitvoering van Art. 18 alinea 2 der Zendingsorde de instructie te geven zooals die is vastgesteld door de Generale Synode van 1902 Acta Art. 130;

10. de deputaten voor de zending onder Heidenen en Mohammedanen voor hunnen arbeid naar Art. 18 alinea 2 der zendingsorde te dechargeeren.

Zendings­ Slotconclusie rapport.

Ds J. G. Kunst rapporteerde over het geheele Rapport van Zendingsdeputaten.

De Commissie stelt u voor inzake het zendingsrapport:

lo. alle handelingen van de deputaten voor de zending onder heidenen en Mohammedanen, voor zoover zij nog niet door de Synode mochten behandeld zijn, goed te keuren;

2o. den warmen dank der Synode te betuigen aan de Deputaten voor de zending onder heidenen en Mohammedanen voor hun veelomvattenden arbeid;

3o. de genoemde Deputaten te dechargeeren. Aldus besloten.

De voorzitter richtte woorden van dank tot Ds Breukelaar en de andere deputaten en daarna tot Ds J. D. v. d. Munnik die geen herbenoeming als deputaat wenschte. Spr. bad Ds v. d. Munnik, die nu volkomen in ruste gaat, toe dat God hem in de jaren die Hij in Zijne goedheid hem nog schenken wil, geven moge dat hij steeds van de kerken het goede moge vernemen en dat Hij het voor hem ten tijde des avonds licht doe zijn.

Ds V. d. Munnik, dankend voor dit vriendelijke woord, wees er op hoe het tot weemoed stemt als men zelve nog in het leven staat, dit leven zich ziet ontglippen. Maar wat ook vergaat. God blijft en Hij zet, waar allen misbaar zijn. Zijn arbeid voort. Spr. dankte den voorzitter voor de gegeven gelegenheid om dit woord te mogen spreken en bad de kerken Gods nabijheid in Jezus Christus toe.

Afscheid Ds Goeree.

Ds Goeree, die voor het laatst aanwezig is, neemt afscheid van de Synode.

De voorzitter dankte met een enkel woord.

De zitting werd verdaagd tot des avonds 8 uur. Alsdan werd in comité vergaderd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1927

De Reformatie | 6 Pagina's

Tiende zitting.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1927

De Reformatie | 6 Pagina's