GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Kerk in Indlë in de I6de eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Kerk in Indlë in de I6de eeuw.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu er in Holland zoo druk sprake is van de reorganisatie der Ned. Herv. Kerk, heb ik 'goede hoop ooiv eenige belangstelling te zullen kunnen vinden voor de organisatie en reorganisatie-pogingen van de Piot. Kerk in Ned. Indië.

Te liever wil ik daar eens iets over schrijven, omdat mij telkens weer blijkt, dat men de Ned. Herv. Kerk en de Prot. Kerk in Indië nog steeds vereenzelvigt, hetgeen ten eenen male onjuist te achten is.

'Maar vooral toch omdat het mij daarna mogelijk zal zijn, iets te vertellen van den oorsprong onzer Gereformeerde Kerken in deze landen; haar huidig bestand en haar roeping voor de toekomst.

Om echter niet alleen de organisatie van de Piot Kerk in Indië goed te kunnen verstaan, maar oók die billijk te kunnen beoordeelen, moeten we eers't wel teruggrijpen naar de historie der Kerk in deze gewesten.

Naar den aard dezer artikelen kan ik hier natuurlijk geen breed opgezet historisoh verhaal geven, maar wil ik alleen trachten, 'de groote lijnen der historie te teekenen, en "daarin die gegevens te markeeren, die voor later tijd van 'heteekenis zullen blijken te zijn.

Van Indië is voor ons eerst sprake, toen Vasco de Gama het in 1498 'ontdekte. Dan blijlt het gedurende de 16de eeuw onder de Bortugeezen. Zij brachten op last van den paus Alexander VI het Roomsch-Katholicisme inde overzeesche gewesten.

De gansche 16de eeuw heeft de Roomsche Kerk hier, met verschillende geestelijke orden, Dominicanen, Franciscanen, e. a., maar vooral toch met de orde der Jezuiten, met kracht, met toewijding en met niet zoo geringe vrucht, in alle deelen van den Indischen Archipel, maar met name toch wel in de Moiukken, gearbeid. De beroemdste van de mannen, die zich aaa dit werk gegeven 'hebben, is zeker welFranciscusXaverius, eenJezuiet, ongeveer 1550.

Universeel en katholiek als de Roomsche Kerk is, dacht ze er niet aan, zich uitsluitend bezig 'te houden met 'de geestelijke verzorging van de sche-.pelingen, de eigen volksgenooten. Aanstonds stelde zij als haar grootsche doel vast: de kerstening der inheemsche bevolking; de plantatio ecclesiae; de planting ook in deze landen van de óéne, groote, heilige, algemeene Moederkerk, waartoe zoowel de gevestigde Roomschen, als de nieuwbekeerden uit de heidenen zouden behooren.

En zoo kwam van meet ai het Christendom tot het Oosten in de gestalte van de Kerk. Het waren de dienaren der Kerk, de geestelijken, die hun ordegewaad droegen, die den heidenen het Evangelie verkondigden; en bij hun bekeering deden de heidenen hun intrede in de gemeenschap der Christelijke wereldkerk.

Bij duizendtallen zijn de menschen toen gedoopt.

En al mogen de overgangen van het heidendom tot de Roomsche Kerk, naar het gebruik dier oude tijden, niet vrij geweest zijn van politieke, oeconomische en gezagsinvloeden; al mogen ook de opgegeven cijfers niet steeds op enkele duizenden na nauwkeurig zijn; al was ook - tenslotte - de diepte van het Christendom niet overal even groot, dit alles neemt niet weg, dat we wel met zekerheid kunnen zeggen, dat de Roomsche Kerk in de 16de eeuw een bloeiperiode in Indië Tieeft gekend. Zij heeft in deze gewesten pioniersarbeid verricht, en door haar is er van'het begin der 16de eeuw af reeds sprake van de Christelijke Kerk in Indië. Dat is iets wat we niet mogen vergeten, en da.t voor elke kerkhistorische beschouwing van Indië van belang te achten is. Toen de Hollanders in het begin van de volgende eeuw in Indië kwamen, was de arbeid der Roomsche Kerk fvóor hen zeer goed merkbaar, en tot op zekere hoogte heeft het hun Christelijken en'kerkdijken arbeid vergemakkelijkt. En dat het Christendom, door Rome gebracht, niet overal maar even oppervlakkig was, kan toch zeker wel blijken uit het feit, dat velen, toen een moorddadige tegenstand van den Islam openbaar werd, trouw aan de Kerk zijn gebleven, en den martelaarsdood zelfs verkozen boven afval van de Kerk.

Wij krijgen den indruk, dat de kracht der Kerk in deze eeuw school allereerst in haar vele, uitnemende geestelijken, di'e zich met volle toewijding aan het werk der Zending gaven; maar voorts ook juist hierin, dat ze Zendingskerk was, zich richtend tot-en wortel schietend in de inheemsche bevolking. Waar één van deze beide factoren ontbreekt (de geschiedenis van latere eeuwen bewijst het telkens weer), blijft de Kerk in Indië een vrij kwijnend bestaan lijden, komt ze althans niet als Kerk tot haar recht.

Was ze toendertijd ais Kerk van Europeanen'blijven bestaan, zoo zou ze zeker al heel weinig befeelüend hebben, wan't vooreerst was het getal der Europeesche bevolking maar zeer gering, maar ten tweede was vooral het gehalte van die eersie naar Indië trekkende Europeanen niet al te best. Het ruw en zedeloos optreden der Portugeezen nam de bevolking al meer tegen hen in, zoodat de Hollanders in het begin der 17de eeuw zelfs met vreugde als verlossers werden begroet. Het leven der Westerlingen deed het bestand der Kerk veel kwaad.

Als de zwakheid der Kerk in deze eeuw moeten we wel vóór alles noemen, wat ook later de Kerk nog zooveel ellende zou brengen: het steunen op de macht der Overheid; het nauw verbonden zijn van politiek en religie. Men zag er gansch niet tegen op, de heidenen met den sterken arm der Overheid te dwingen tot het Christendom over te gaan. Privilegies werden toegekend aan degenen, die Christen werden; straffen werden opgelegd aan degenen, die het heidendom bevorderden. Ds Mooij vertelt in zijn Geschiedenis der Prot. Kerk in Ned.-Indië, I, 14, dat zelfs Xaverius aan den koning vaji Portugal schreef: „Ja, ik vraag van Uwe Majesteit, een plechtigen eed te zweren, dat iedere Gouverneur, die verzuimt ons heilig geloof te verbreiden, bij zijn terugkeer fn Portugal met jarenlange hechtenis gestraft zal worden en zijne bezittingen zullen worden gekonfiskeerd en voor weldadige doeleinden verkocht".

En toen de macht in Indië dan ook overging van de handen der Portugeezen in die der Hollanders, was het met de Roomsche Kerk als vanzelf gedaan. De 17de en 18de eeuw behooren in Indië vrijwel uitsluitend aan het Protestantisme, dat de Hollanders hier in den vorm der oude Gereformeer-117 de Kerk brachten. Het Roomsch-Katholicisme weid, eenvoudig verbannen, en den Roomschen 'de toegang tot Indië ontzegd.

Toch verklaart dit niet alléén de der Roomsche Kerk. ver3wijning

Meer dan eenige Kerk der Reformatie, steunt de Roomsche Kerk op haar geestelijkheid. Wordt nu in het begin der 17de eeuw die geestelijkheid vorbannen, dan blijkt eigenlijk eerst recht, dat de kracht dier Kerk in de 16de eeuw meeT In haar 'gèesFelijkheid, dan in haar leeken, de Christenen uit de heidenen, rustte. Duizenden immers vielen terug tot dan Islam of tot het heidendom; 'evenzeer duizenden gingen over tot 'het Protestantisme.

En ook dit feit wordt pas weer goed verstaan, als men bedenkt van hoe grooten invloed hierop geweest is het gedrag der Europeanen in Indië: «enerzijds was het het lichtzinnig gedrag der Europeanen geweest, dat den tegenstand en het opdringen van den Islam weer ontketend had; anderzijds hadden de heiden-Christenen zulk een afschuw gekregen van de levensopenbaring der Europeesche, Roomsche Christenen, dat ze gemakkelijk te bewegen waren, deze Kerk los te laten voor een andere, hetere^ Christelijke Kerk, n.l. de Gereformeerde. Hoe bedrogen zouden ze echter hier latei weer 'mee uitkomen, want al spoedig zou blijken dat de gedragingen der Hollandsche Gereformeerden! niet veel beter waren dan die van de Roomsche Portugeezen. Toch heeft dit alles er toe meegewerkt, dat de Roomsche Kerk spoedig en gemakkelijk plaats maakte voor de Geref. Kerk.

Van beteekenis is de Roomsche Kerk in de 16de eeuw ongetwijfeld geweest; maar wel moeten we hier aan toevoegen: van weinig blijvende beteekenis.

Om haar echter zooveel mogelijk recht te doen, moeten we hier nu tenslotte nog wel tweeërlei opmerking aan toevoegen.

En dat is wel allereerst deze, dat nog maax nauwelijks een eeuw Zendingdrijven voor een 'Kerk maar zeer weinig is; met name in é'en tijd, toen de Zendingsmethode nog maar zeer gebrekkig was, en gemakkelijk niet veel anders dan naam-'Christe'nen maakte.

Men vergete niet, dat, in het begin, van methodisch, stelselmatig arbeiden eigenlijk nog geen sprake was; dat men stond voor de moeilijkheden met de taal, die eerst na jaren worden overwonnen; dat men voor het eerst deze volkeren het Christendom verkondigde.

Maar ten tweede zullen we ook te letten hebben op een specifiek Roomsche Zendingshouding, die we yinden tot op den huldigen dag, en die veel tijd vraagt, hetgeen de Roomsche Kerk in 'de 16de eeuw niet gegeven werd.

Rome werkt (zoo kunnen we het wel kort zeggen) in de breedte méér dan in de diepte: ze doopt spoedig en gemakkelijk, ©n vraagt vóór den Doop niet al te veel van heiden of Mohammedaan. Hij behoeft eigenlijk nog geen volledig Christen te zijn, om tot de kerk te worden toegelaten. Hiij mag nog heel wat van zijn oude gebruiken en gewoonten bijhouden. Rome vertrouwt, dat dit alles wel in orde komt onder de beademing en invloed van de Kerk. Als de menschen maar eerst in de spheer der heilige kerk gebracht zijn, ©n men ze daar maar bij en in "houden kan, dan moet het alles vanzelf wel in hen groeien. De sacramenten doen him werk wel, ook al beseft de nieuw-bekeerde er weinig of niets van. En voor de kracht van haar •Kerk vreest Rome daarbij niet, want ze drijft toch zooals gezegd, meer op haar toegewijde geestelijkheid dan op haar leeken. Maar zóó heeft de Roomsche Kerk dan ook tijd, véél tijd, lioodig, om haar kerk in 'de bevolking te zien bezinken. Ze overhaast dit zelf allerminst, maar laat het groeien onder de bedauwing der Kerk. Doch de ontwikkeling van «en half-heiden half-Christen tot gosd-Roomsch-Christen vraagt dan in den regel ook geslachten. 'En vóór dit proces zich "had kunnen voltooien, werd de Roomsche Kerk verdreven door de Gereformeerde. Ze had geen tijd, om dieper wortel te schieten. Haar Christenen waren nog naam-Christenen.

Zoo is de Kerk in Indië In de 16de eeuw wel van eenige-, maar niet van duurzame beteekenis geweest. Haar ontwikkeling werd afgebroken, en kwam in andere banen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

De Kerk in Indlë in de I6de eeuw.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 1930

De Reformatie | 8 Pagina's