GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Emil Ludwig, Goethe. De geschiedenis van een mensch. Geautoriseerde vertaling van Madeleine Böhtlingk. Twee deelen, met 63 portretten, illustraties en facsimile's, Arnhem, van Loghum Slaterus' Uitgevers-Maatschappij, 1931.

Deii 22ston dezer maand zal het een eeuw geleden zijn, dat Johan Wolfgang Goethe stierf. Plechtig zullen op het middaguur van zijn sterfdag allo kerkklokken in Duitschland luiden, aldus hulde brengend aan de nagedachtenis vaa den genialen mensch, wi©ns beteekenis ver over de grenzen

van zijn land eii zija tijd uitreikt, en die hondejwi jaar na zijn dood de geesten nog evenzeer bezighoudt, 'beurtelings ontstelt en bezielt, als hij het gedurende zijn leven deed.

1932 is het Goethe-jaar. De economisdie nood verhindert, CToethe te herdenken met luidruchtige en luisterrijke teesten, maar er is geen stad in l> uitschlaiid, waar hij heeft gewoond en gewerkt, waar men hom niet herdenkt, te Weimar, dat uiteraard in het middelpunt der feestelijkheden staat, zoogoed als te Erfurt, waar hij Napoleon ftntmoette, op den Broeken in den Harz, waar hij het materiaal vond voor de Walpurgisnacht-scene liit de Faust, te Bad Tlmenau, waar hij „Uober lillen Gipfeln ist Iluh" schreef.

Enkele maanden vóór deze herdenking is de iS^ederlaiidsche vertaling verschenen van oen werk, dat meer dan eenig ander zal bijdragen tot de verbreiding van de kennis omtrent Goethe's leven en werk; het bekende boek van Emil Ludwig, dat op voortreffelijke wijze werd vertaald, en waarvan de Nederlandsche uitgave zich van alle andere, ook van de origineele, onderscheidt door haat» talrijke illustraties, welkome aanvullingen van het beeld van Goethe en zijn kring, dat de lezing van dit boek voor onze oogen heeft opgeroepen. Het werk, dat twee lijvige deelen (re.sp. van 413 en 487 bladzijden) omvat, is verdeeld in drie boeben, 't Eerste boek draagt tot titel: „Genius en Daemon" en bevat de navolgende zes hoofdstukken: Rokoko, Prometheus, Eros, Daemon, Werkdadige Kracht, Plicht. Het tweede, „Aardgeest", heeft drie hoofdstukken: Vrijheid, Eenzaamheid, Proteus. Het derde, „De Tragische zege", telt eveneens drie hoofdstukken: Opwaartsche vlucht, Afstand doen. Phoenix. Samenstelling en stofindeeling vertoonen alzoo dien grootschen opzet, die al I.udwig's boeken kenmerkt.

Goethe heeft op ieder die met hem in aanraking komt een fascineerendon invloed. Men maakt zich niet maar zoo zonder meer af van dezen groote onder de groeten, die niet alleen zijn tijd geheel beheerscht, maar die ook in de eeuw, die sinds zijn dood verloopen is, niet heeft opgehouden zijn machtigen invloed uit te oefenen op de geheele Westersche wereld. Emil Ludwig, de biograaf van Michelangelo en Napoleon, van Lincoln en Bismarck, vertelt in de inleiding van zijn biografie van Goethe, nimmer een zoo rijk jaar beleefd te hebben als dit, dat hij op een gedroomden tocht door het rijk van Goethe sleet. „Die gröszte Einheit", noemt Gundolf Jiem, „worin deutscher Geist sich verkörpert hat", en wie de beteekenis van den Duitschen geest naar waarde weet te schatten, beseft den zin van deze woorden, waarvan we toch niet durven zeggen, dat ze overdreven zijn. Van hem geldt, wat hij .zelf eenmaal van zijn jonggestorven vriend Schiller zeide:

Er glanzt uns vor, wie ein Kornet entschwindend, Unendlich Licht mit seinem Licht verbindend,

Hoe staan wij echter als Christenen tegenover Goethe? Nog altijd geldt op deze vraag het antwoord, dat Gunning in zijn opmerkelijke studie over „Goethe's Faust" gaf, die, schoon zij in 1872 verscheen, nog niets van haar waarde heeft ingeboet. Met Schleiermacher twee levensrichtingen onderscheidend, de aesthetische, waarin het zedelijke aan het natuurlijke ondergeschikt wordt, en de zedelijke, die, omgekeerd, het natuurlijke aan het zedelijke onderwerpt, toont Gunning in den hem eigen klaren betoogtrant aan, hoe Goethe, als aanhanger, èn als mensch, èn als dichter, van de aesthetische richting, zichzelf buiten het reëele verband met de hoogere wereld heeft gesloten. Met een onmiskenbare voorliefde noemt 'Goethe zich herhaaldelijk „een heiden"; het nageslacht spreekt liever van den humanist Goethe.

Goethe, die in het wijsgeerige ter schole was gegaan bij Spinoza, vertoont in filosofiscli-godsdienstig opzicht het karakter van den Griek, wien zondebesef een onbekend begrip was, en die in diepste wezen geen scheiding tusschen het goddelijke en het menschelijke kende. Goethe's richting was - — de uitdrukking is van Gunning — horizontaal, de breedte des levens omvattende. „De wereld omvattend, naar de wereld gericht, het natuurlijke voor de eigenlijke waarheid verklarende, zag hij in de harmonie met het bestaande, met deze wereld, den eiscli des waarachtigen levens." Zelf heeft hij zijn levenswijsheid in deze regels samengevat:

Willst du in's Unendliche schreiten. So geh' ins Endliche nach allen Seiten.

Goetho heeft zijn heidensch, wilt ge zijn humanistisch, levensgevoel consequent doorleefd en uitgeleefd, in zijn leven en in zijn geschriften. Zijn „Faust" is er het schoonste en welsprekendste voorbeeld van. Het Christendom heeft hij verworpen, de verkondiging van den gekruisigden Christus was ook dezen Griek een dwaasheid.

Maar allerminst beteekent dit, dat Goethe voor ons niet van j^eteekenis zou zijn. Het tegendeel is waar. Zelden is de „gemeene gratie" duidelijker bev/ezen dan aan dezen mensch, bij wien alles harmonisch was, en die van deze harmonische levon.shouding in meer of minder mate aan alien uitdeelt, die rnet hem in aanraking komen. Zijn werken zijn een onuitputtelijke bron va.n die wijsheid en schoonheid, waaraan ook de Christen zich laaft, en in menig opzicht is zijn leven ons een stralend voorbeeld - en een beschamend voorbeeld. Als Goethe zonder in gemeenschap met God te leven zoo hoog stond, zegt Gunning, hoe moeten wij dan als Christenen niet zijn.

Daarom heeft het boek van Emil Ludv/ig ook voor ons beteekenis: het is het werk van een universeel mensch over een anderen universeelen geest, van een leerling over zijn leenneester. Ludwig is meer dan een bewonderaar van Goethe; hij is, schoon zijn mindere in vele opzichten, hem na verwant. Hun beider levensopvatting is in wezen dezelfde, en hierin ligt ook opgesloten, dat wij Ludwig's kijk op zijn vereerden meester niet in. alle opzichten deelen; meer dan eens staan wij scherp afwijzend tegen zijn zienswijze, meer dan eens teekenen we protest aan tegen zijn beweringen. Maar we waardeeren den moed, waarmee hij uit het overstelpend rijke materiaal het beeld van Goethe opbouwde en in scherpe trekken voor onze oogen stelde, klaarder dan wij hem tevoren zagen, en we bewonderen de wijze, waarop hij ons in zijn ongecivenaard boeienden stijl den mensch Goethe afschildert, zoodat hij gestalte voor ons krijgt, en in ons gaat leven, een mensch van vleesch en bloed. Goethe's vroegere biografen, Witkowsky, Gundolf, Griram, Gever, om slechts enkele der bekendste namen te noemen, mogen zijn werken en zijn levensbeschouwing uitvoeriger hebben behandeld, dieper hebben gepeild, Ludwig heeft ons den mensch Goethe nader gebracht dan een van zijn voorgangers. En het is ons, in dit herdenkingsjaar, immers allereerst om den mensch Goethe te doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1932

De Reformatie | 8 Pagina's