GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Handel’s Jephtha en de uitvoering ervan door de Christelijke Oratorium Vereeniging te Utrecht.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handel’s Jephtha en de uitvoering ervan door de Christelijke Oratorium Vereeniging te Utrecht.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evenals in 1930 bracht de C. O. V. te utrecht weer eeu uitvoering van Handel's laatste Bijbelsche oratorium Jephtha. Een herhaling, die niet te misprijzen valt, daar het werk waard is terdege bestudeerd te worden, en één enkele uitvoering niet in staat is om van het heele werk een goed denk*beeld te krijgen.

Het werk begint met een ouverture, die het karakter van een suite heeft, gevolgd door een recitatief, waarin Zebul, Jephtha's stiefbroeder, het voorstel doet om den strijd te beginnen met de Ammonieten en wie kan dan beter het bevel voeren dan Jephtha? God zal helpen, als het volk met een berouwvol hart om genade smeekt. Het volk belooft niet langer Moloch en Kamos te dienen, maar Jehovah. In dit prachtig koorgedeelte drukt de componist eerst door een telkens terugkeerend klein beweeglijk motief, dat door het orkest wordt uitgevoerd, de ledige vroolijkheid van de afgodendienst uit, om daar een loflied tegenover te stellen^ in fugavorm, dat uit moet drukken de ware vreugde, die de dienst van Jehovah brengt.

Hierop volgen een reeks soli, waarin Jephtha's komst, zijn aanvaarden van het opperbevel en het afscheid wordt geschetst. Vooral de sopraan-aria: „In gentle murmurs will I mourn" en het duet tusschen sopraan en alt: „These labours past, how happy we!" trekken hier de aandacht. Het volk smeekt nu om Gods zegen en bijstand. Jephtha's vrouw Storge voorvoelt, het droevig lot, dat Iphis, haar dochter treffen zal. Ook hier geeft de componist weer een reeks van soli, waarin vooral, boeit de zeldzaam schoone sopraanaria „The smiling dawn of happy days", om het eerste deel te besluiten met het geweldige koor: „When his loud voice in thunder sproke". Een treffend beeld van Handel's kunst om de natuur in al zijn kracht en pracht weer te geven. Hier geeft hij weer het beuken der woedende golven, die schuimend uiteenspatten op het onbewogen, zonnige strand.

Het tweede deel vermeldt Jephtha's overwinning en terugkeer. Een tweetal aria's verdienen hier bizondere vermelding, de prachtige sopraanaria „Tune the soft melodious lute" en de tenoraria „His mighty arm".

Na een Symphonie in de door Handel zoo goed beheerschte Sicihanostijl volgt dan de ontmoeting van Jephtha met zijn dochter Iphis, een gedeelte vol leven en gloed, waarin de tenoraria: „Open thy marble jaws, O tomb" en één van de zeer 251 weinige kwartetten door Handel geschreven: , ^0 spare thy daughter" wel het hoogtepunt vormen. Het slotkoor : „HoiW dark, O Lord, are thy decrees!" is van zeldzame schoonheid en diep gevoeld. In het handschrift heeft Handel onder op de bladzijde neergeschreven: „Tot zoover gekomen op 13 Februari 1751 en verhinderd verder te gaan wegens de gezichtsvermindering van mijn linker oog".

Elf dagen later neemt de componist, die langzaam aan blind wordt, zijn werk weer op en schrijft zijn derde deel, waarin beschreven wordt dat het menschenoöer veranderd wordt in levenslang© alzoiudering. In dit gedeelte komt het eenige kwintet voor door Handel geschreven.

De ütrechtsche G. O. V. gaf ook ditmaal een. goede vertolking van het werk, die zeker niet onderdeed voor de weergave in 1930. Koor met orkesit vormden een machtig geheel, dat zeer nauwkeurig reageerde op de aanwijzingen van den dirigent, Anton van der Horst, die door deze uitvoering toonde, nog weer ernstig studie te hebben gemaakt van het werk. Als solisten traden op To van der Sluys, sopraan, Iphispartij, Nanda Gerritsen, soipraan, voor de vertolking van het recitatief en de aria uit het derde deel, waarin een engel meedeelt dat het menschenoffer moet vervangen worden door afzondering, Hans Gruys, mezzo-sopraan, de partij van Storge, Jephtha's vrouw, Annie Woud, alt, de partij van Hamor, geliefde van Iphis, Georg A. Walter, tenor, de partij van Jephtha en Max Kloos, de partij van Zebul, Jephtha's stiefbroer. De vertolking der soli was zeer goed en het kwartet „O spare thy daughter" en het duet „These labours past, how happy we" toonden dat de ste^mmeni buitengewoon goed bij elkaar pasten. Bizondere vermelding verdienen de prachtige weergave van de tenoraria's „Let other creatures die" ©n „Deeper, and deeper still, thy goodness, child", (het orkest kweet zich hier uitmuntend van zijn uiterst moeilijke taak, bij het begeleiden) en de sopraanaria's „Happy they: this vital breath with content I shall resign" en de technisch zoo veeleischende aria „Tune the soft melodious lute".

„Welcome thou whose deeds conspire" werd ditmaal niet door een kinderkoor, maar door fle sopraanpartij weergegeven. De uitspraak van het Engelsch was beter dan de vorige maal, wat het koor betreft, niet alzoo bij de solisten; wanneer liberty wordt uitgesproken op dezelfde manier als het gelijknamige modemagazijn te Amsterdam door het publiek wordt genoemd (met een echt Hollandsche ie aan het eind) klinkt dat ver van aangenaam. Over het geheel kan de ütrechtsche C. O. V. zeker met voldoening op deze uitvoering terugzien.

D. STROO.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Handel’s Jephtha en de uitvoering ervan door de Christelijke Oratorium Vereeniging te Utrecht.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1932

De Reformatie | 8 Pagina's