GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Samenwerking en „Hervormd beginsel".

In „Koningin en Vaderland" (Chr.-Hist. Weekblad voor Gelderland, Overijsel en Utrecht) komt een ingezonden stuk voor (19 Aug. '33) van Ds H. G. Groenewoud te Balk (Fr.). Sehr. spreekt over de samenwerking tusschen Gereformeerden en Hervormden. Inzake de N.C.R.V. merkt hij enkele dingen op, die m.i. onjuist zijn, maar die ik hier onbesproken laat. Onderstaande opmerkingen evenwel verdienen de algemeene aandacht, temeer waar de Redactie uitspreekt, dat Ds Groenewoud „de dingen van Hervormde zijde zeer zuiver en principieel" stelt (vette letter van de Redactie):

Er zijn talrijke voorbeelden van groot en klein formaat meer, waar het verschil van beginsel duidelijk in uitkomt. Zóó, dat bij doorzetting van het „Gereformeerde", het Hervormde beginsel niet tot z'n recht komt, zich niet kan uitleven en onderdrukt wordt.

En dan is het bezwaarlijk, dat „Gereformeerden" de leiding hebben. Ze kunnen en mogen hun beginsel niet verloochenen; maar dan moeten ze ook noodzakelijk allerlei dingen doen, allerlei zeggen en schrijven, dat de Hervormde leden der vereeniging pijnlijk aandoet, afstoot, dat tegen hun beginsel ingaat en dat het voor hen moeilijk maakt, lid der vereeniging te zijn.

Tegen wil en dank komt de Hervormde dan, door de leiding der „Gereformeerde" beginselen, tegenover leden zijner eigen kerk te staan.

Dat is het groote gevaar, dat ik zie in samenwerking met „Gereformeerden", dat we, als Hervormden, den kant van het separatisme opgedrongen worden via de Christelijke vereenigingen. Op allerlei wijzen en bij veel gelegenheden worden we meegesleurd op een weg, waar we niet wilden en niet behoorden te zijn.

En, waar Hervormden helaas vaak niet zoo sterk van het Hervormde beginsel doordrongen zijn, worden ze sterk door het neo-Calvinistische beïnvloed, dat immers de dingen zoo heel eenvoudig ziet en vaak gemakkelijk oplost, omdat het geen belemmeringen heeft te overwinnen als het Hervormde.

De strijd gaat niet om „de macht" in den zin van wie de meeste baantjes heeft; de strijd moet gaan om het beginsel. Het mag niet opzij geschoven. Het Hervormd beginsel mag niet in de knel komen, maar moet zich kunnen uitleven. Dat moet van tevoren verzekerd zijn; en dan alleen is samenwerking mogelijk. Protest kan dan ook alleen plaats hebben op grond van het feit, dat de leiding dat beginsel niet respecteert en dus de personen minacht.

Ongetwijfeld wordt de samenwerking hierdoor moeilijker. Maar we mogen het niet eenvoudiger opvatten; anders begeven we ons moedwillig op den weg van teleurstelling en gevaar. Wij zijn verantwoordelijk voor het bestaan en het zuiver houden van 't Hervormd beginsel.

Tot zoover Ds Groenewoud.

Niet om te strijden, doch alleen om de kwestie te zien,

gelijk ze waarlijk is, zou ik aan Ds Gr. wel eens willen vragen: wat is dat door U genoemde en in geding gebrachte: „Hervormde beginsel"?

Is het een bepaalde opvatting over de wijze van kerkinrichting, de overtuiging, dat het instituut der Ned. Herv. Kerk goed is? Maar dat kan toch niet, want velen in de Herv. Kerk willen haar organisatie liever vandaag dan morgen gewijzigd zien.

Is het de overtuiging, dat men in geen geval de Herv. Kerk verlaten mag en zelfs zorg moet dragen, zóó te leven en te spreken, dat de Herv. Kerk u nooit zal kunnen schorsen en afzetten? Maar dan is het niets anders dan vooropstelling van een zuiver k e r k e 1 ij k (kerkrechtelijk) vraagstuk. Gereformeerden kunnen daarover zwijgen in een vereeniging, die over andere dingen handelen kan, of moet. Kunnen deze Hen'oiinden dat niet? Wij zullen dat niet beweren, maar als ze het zelf zeggen, dan moeten ze niet beweren, dat wij separatistisch zijn, want dan zijn zij het zelf. Dan laten niet wij, doch dan laten juist zij de „modernen" 'los. Want wij raken andersdenkenden zoo dicht mogelijk aan, door ze in gezonde levensverbanden te ontmoeten; maar zóó laten deze Hervormden die andersdenkenden los. Want in hun kerk geven ze hun '— laat ons nuchter zijn — niets van die dingen, waar het nu eigenlijk om gaat. En als ze dat in vereenigingen, die geen canonische kwesties behoeven te behandelen, ook nog vermijden, vanwege zinloos georeer over het separatisme van anderen, van wie zij zich separeeren willen, dan hebben zij de modernen geheel losgelaten.

Nogmaals: het beweerde verschil in doopspractijk.

Een onzer lezers, de heer J. de Bruyn te Utrecht, zendt mij een oud archiefstuk zijner familie toe, waaraan ik de volgende gegevens ontleen:

1771 November 24 zijn wij gehuwd: Gijsbert van Mourik en Antje den Uil.

Uit dit huwelijk zijn geboren:

1774 Februari 13 Aagje van Mourik en Februari 20 gedoopt door Ds Hendr. Boon te Ameijde.

1782 Augustus 12 geboren Mergje van Mourik, Augustus 18 gedoopt door Temink van Heynt.

1785 Februari 19 geboren Jan van Mourik, gedoopt Februari 20 door Ds Molster.

1786 October 21 geboren Johannes van Mourik, October 29 gedoopt door Ds van de Vaart.

1788 September 9 geboren Antje van Mourik, Septemher 20 gedoopt door Ds Heynsbergen.

1791 Januari 31 geboren Hendrikus van Mourik, Februari 7 gedoopt door Ds Heynsbergen.

1793 October 3 geboren Johannes van Mourik, October 20 gedoopt door Ds Heynsbergen.

1811 Juni 21 zijn getrouwd Evert de Bruyn en Mergje van Mourik.

Uit dat huwelijk is geboren:

1814 April 17 Nicolaas de Bruyn, April 24 gedoopt door Ds Kroon te Leksmond.

1815 September 15 geboren Martijntje de Bruyn, September 24 gedoopt door Ds van Trigt te Meerkerk.

1817 Augustus 20 geboren Elizabeth de Bruyn, Augustus 29 gedoopt door Ds Lame te Leksmond.

De geachte correspondent knoopt hieraan enkele beschouvringen vast inzake den z.g. „vroegdoop". Op deze beschouwingen ga ik thans niet in, al ben ik het ermee eens, omdat het mij thans niet te doen is om de theorie zelf, doch om het door de Chr. Geref. pers beweerde verschil in doopspractijk tusschen Chr. Geref. en Gereformeerd. Het blijkt, dat hier steeds de afwezigheid der moeder als regel erkend, en zonder meer aanvaard wordt. En toch zou men willen beweren, dat de Chr. Geref. Kerk in dit opzicht officieel den moed hebben zou, de „vaderen" te verloochenen, en het recht zou hebben, samenleving te weigeren met hen, die voor een deel nog de practijk der „vaderen" volgen? Ik herhaal: in doopspractijk bestaat het verschil niet. Er zijn alleen wat volksleiders, die, zoolang men het hun niet lastig maakt, zoo'n verschil beweren, en noodzakelijk noemen. Maar dat is geen kerkelijke uitspraak.

Doopsgewoonten.

In de „Kerkb. v. d. Geref. Kerk te Zwijndrecht—Groote Lindt schrijft de redactie:

In de kerkelijke pers treffen we hier en daar thans stukjes aan over de doopsgewoonten der vaderen, waarin met voorbeelden wordt „aangetoond", dat de vaderen indertijd in sterke mate zeer vroeg doopten en dat het „dus" een verslapping is, dat dat thans niet meer gebeurt.

We zouden haast vragen: laat men ons volk toch een beetje meer met kennis van zaken voorlichten. Immers, ongetwijfeld doopten onze vaderen voorheen in vrij sterke mate zeer vroeg, n.l. op zoo mogelijk , 1 a 2 dagen na de geboorte, liefst op den dag der geboorte zelf. Algemeen werd er toen in de Gereformeerde Kerken gedoopt op Zondag, Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag, Vrijdag, Zaterdag. En natuurlijk kan dat ook, al weet men een geboorte niet zoo precies van te voren als een huwelijk. Een der synoden bepaalde, dat men tot dit doel een klok op de kerk moest aanbrengen en luiden als er een doopeling was, opdat de „gemeente" (in de week en op eiken dag) daarbij kon zijn. Natuurlijk kon dat. Wat voor een plechtigheid kan (een huwelijksbevestiging) kan zeker voor een saci*ament.

Wie de doopgewoonten der vaderen een voorbeeld acht en afwijking van deze gewoonten een „verslapping" noemt, moet niet rusten voordat de doop op eiken dag der week, direct op den dag der geboorte, hersteld is. Uitstel tot den eersten Zondag na de geboorte is afwijking van de doopsgewoonten der vaderen.

Tot zoover het citaat.

Ik weet niet, of de klacht over niet-met-kennis-vanzaken voorlichten ook op ons blad slaat. Indien wel, dan wil ik de redactie herinneren aan deze dingen:

a. ik behandelde hier de kwestie als zoodanig nog nooit;

b. ik behandel ook wat hier geciteerd staat niet, a 1 betwist ik de juistheid ervan (in het spreken over „DE" vaderen n.l.);

c. ik gaf alleen illustraties ten bewijze, dat de Chr. Geref. predikant Hilbers, met zijn pers, onjuist handelde, toen hij een opmerking van Ds M. v. Grieken aldus uitlei, dat het Chr. Geref. volk den indruk krijgen moest: wij kunnen met de Gereformeerden niet vereenigen, want die hebben een andere doopspractijk en dan wel de niet-vaderlijke; het is naar „de" vaderen, den doop zóó lang uit te stellen, als het bij ons (zoo lang het nog duurt) de gewoonte is.

Verder gingen mijn opmerkingen niet, al ben ik persoonlijk voorstander van den doop op den eersten Zondag na de geboorte.

Men moet ze dus niet uit hun verband lichten; tegenover de Chr. Gereformeerde suggestie behouden de door „De Reformatie" gegeven voorbeelden hun waarde.

Ik zeg dat niet, om met de redactie te twisten, maar om ze niet onbeantwoord te laten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1933

De Reformatie | 4 Pagina's

PERSSCHOW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1933

De Reformatie | 4 Pagina's