GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Be Grosse G-Moll-Messe van Mozart te Haarlem.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Be Grosse G-Moll-Messe van Mozart te Haarlem.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze mis is een van de mooiste klassieke werken, die een Christelijke Oraloriumvereeniging kan uitvoeren; de Christelijke Oratorium Vereeniging te Haarlem komt dan ook voor haar avond van 11 .lanuai-i de eer toe van een uitstekende keuze, en, in samenwerking met de Haarlemsche Orkestvereeniging, en de solisten Jo Vincent, Di Moorlag, Van ïulder, Raveili, de lof van een voortreffelijke vs^rtolking, onder leiding van (ieorge Robert.

Ik hoop dal dit koor nog eens een aanwinst mag boeken van bassen; niet enkel omdat het aantal versterking vraagt (dat óók), doch omdat er in de !)aspartij, in de samenklank der bassen als geheel, te weinig kleur zit. Een enkel zanger niet een donker, gedegen, dragend geluidslimbre kan daarbij van meer waarde zijn dan een dozijn stemmen van gelijk en lichter karakter.

Tussclien de zang van allen en sopranen was bier cu daar te veel verschil, Isijvoorbeeld in het slot van het Credo: „El vilam venturi saeculi". Öat de allen zich inhielden of ingehouden werden , verdient, waar zulks noodig is, alle lof; maar het onderscheid, dat ik hier l)edoel, zit niet zoozeer in de sterkte als wei in de manier van zingen, schijnt me meer een psychisch verschil tussclien de sopranen en de allen als groep. De alten zongen soms al te bescheiden, men zou zeggen uu en dan onzeker van zichzelf. De sopranen daarentegen zingen er met grool zelfvertrouwen op los, en loopen daardoor gevaar te véél te domineeren 1 in die passages waar iets sterker naar voren komen niet onverantwoord is. De paedagogie van den leider die zijn muzikale span uitstekend ment, zal zekei' de juiste middenweg vinden door links vrat strakker aan de teugels te trekken, en rechts door een bemoedigend v/oordjc wat aan te sporen. 't Is George Robert wel toevertrouwd.

Deze dingen doen aan mijn groote waardeering voor v, - al ik gehoord heb, niets af; wie met een critiscli 001-luistert, hoort zonder uitzondering in iedere vertolking van moeilijk werk hel een en andei dat nóg beier zou kunnen, en ieder dirigent die streeft naar een vlekkelooze uitvoering, ervaart dat er in het muzikale hoogland gevaarlijke plekken zijn, waar men bijna niet zonder kleerscheuren voorbij komt, al slort men dan niet direct In de afgrond!

Daarbij komt, dal ik wel grootendeels schrijf voor nienschen, die de uitvoering niet hebben bijgewoond, doch dat degenen die wèl erbij betrokken zijn, gaarne ook eens iets hooren over de uitvoeriiigs p r a c t ij k, en liefst nog wal anders dan: wat was het toch prachtig, en: het koor en de solisten zongen met toegewijdheid en zoo voort...

Een financieel voordeeltje heeft de Haarlemsche C. O. V. aan dit concert niet gehad, integendeel: er moet geld bij. Dat is jammer, doch zal wel uitsluitend geweten moeten worden aan de penibele tijd die het geld uitgeven voor concerten niet m de hand werkt.

Het aandeel van de solisten aan dit oeuvre is aeer ongelijk; de sopraan heeft een zeer belangrijke rol, en de bas behoeft zich slechts te laten hooren in het Benedictus-kwai-tel.

Natuurlijk werd de mis gezongen, zooals ze door Alois Schmitl, in samenwerking met het bestuur der Dresdensche Mozartvereeniging tot een geheel werd gecompleteerd.

Oorspronkelijk toch heeft men hier met een „UnvoUendete" te doen.

Deze Grosse Messe is een van de vele, thans beroemde, muzikale scheppingen, die na een tragisch en duister lot, aan de vergetelheid ontrukt zijn. Meer dan honderd jaar heeft men naar dit religieuze werk van Mozart (met het Requiem het beste wat hij aan "kerkelijke kunst gepresteerd heeft) niet omgekeken.

Op, 25 Augustus 1783 werd deze mis in de Roomsche St: Pelerskirche in Salzburg voor het eerst uitgevoerd. Anderhalf jaar later gebruikt Mozart groote stukken ervan voor een oratorium „David" en daarmee was het lol van zijn schepping voor lange tijd bezegeld. D'e fragmenten werden wel uitgegeven, en de partituur werd wel opgenomen in de verzameluitgave van Mozarts composities, maar over het Sanctus en Benedictus, die niet opnieuw gebruikt wai-en, bekommerde zich geen sterveling. Tot 3 April 1901. Op die datum werden de bekende fragmenten van de C-moll-Messe opnieuw uitgevoerd, aangevuld op de wijze als aangegeven is in de door Schmitt bij Breitkopf & Hartel gepubliceerde saraenvalting. Merkwaardigerwijze vond die uitvoering plaats in een Lidhersche kerk (te Dresden).

Specifiek Roomsch doel deze muziek ook niet aan; Mozart schijnt in de tijd, waarin hij deze mis opzette, vrij sterk onder invloed van Bach en Handel te hebben gestaan. Er werkten trouwens meer vreemde invloeden. Het tweede deel van hel Gloria, ii.l. „Laudaraus Te" is operaachtig aangepakt, en de overrijke coloratuur van de sopraanzang kan licht zijn groote levendigheid mede ontleend hebben aan Mozarls groote interesse voor de Italiaansche opera. Daarnaast vindt men in datzelfde Laudamus en in het eerste deel van het Credo een motief van de „wereldsche" Jupitersymphonie. Dat zat dus ook reeds in zijn hoofd, want pas vijf jaar later, in 1788, werd deze gecomponeerd.

Het is een Ijcwijs voor Mozarts genialiteit, dat hij naast zijn werken voor de opera en zijn inneidijke bezigheid voor totaal andersoortige muziek zijn aandacht zoo kon concentreeren op een bij uitstek kerkelijk werk als de mis in C-moU geworden is.

De invloed die anderen op hem hebben (en dat zijn slechts de allergrootsten) reikt niet vorder dan tot zelfstandig componeeren in hun stijl, en ontaardt nergens in overnemen.

Riemann beeft liem vergeleken mei Schubert en Mendelssohn; in zijn C-moU-Mis steekt hij veel verder dan dezen af naar de diepte.

En hoe heeft Mozart nu zijn mis op 25 Augustus 1783 in Salzburg uitgevoerd, toen hij alleen hel Kyrie, Gloria, Sanctus en Benedictus klaar had, en een stuk van hel Credo? — Wie zal het zeggen ?

Schmitl onderstelt, dat hij het op dezelfde wijze zal gedaan hebben als hijzelf, namelijk door het fragment, dat af was, te completeeren met stukken uit vroeger door hem geschreven missen.

Dat is een onderstelling, die niet al te dwaas is, maar meer is hel toch ook alweer niet. Mozart was bij tijden een geweldig vlug werker, en was gewoon, zooals vele componisten, om op bestelling te componeeren. Vlak na de uitvoering te Salzburg heeft Mozart een buitengewoon drukke tijd gehad door lesgeven en allerlei andere beslommeringen. Indien hij de ontbrekende gedeelten van de mis toch nog heeft uitgewerkt, dan zal dat groolendeels schetsmatig gedaan kunnen zijn, en heeft hij misschien geen gelegenheid gevonden aan het geheel behoorlijk aandacht te schenken.

Na 1785, toen hijzelf zijn mis geplunderd had voor zijn oratorium (een haaslbestelling) schijnt hij er zichzelf ook nooit meer mee bezig te hebben gehouden. Het Sanctus en Benedictus, twee prachtgedeelten, die wel af waren vóór 1783, liet hij eenvoudig liggen.

Het is dus geen wet van Meden en Perzen, dat de Grosse Messe voorgoed uitgevoerd zal worden in de vorm waarin Alois Schmitt haar gegoten heeft.

Een voordeel is het, zoolang we geen verdere aanwijzingen hebben, dat we op deze wijze een volledige mis kunnen uitvoeren, en dat die mis temiiinste Mozartcaansch gebleven is. Door Mozart is ze echter nooit zoo uitgevoerd; zelfs de onderstelling van Schmitt laat weinig plaats voor de toevalligheid, dat Mozart zijn fragmenten aangevuld zou hebben met precies dezelfde gedeelten uit vroeger werk als Schmitt daarvoor gekozen heeft.

Zoo blijft de mogelijkheid bestaan dat de een of andere historische vondst ons nog eens een uitvoei'ing doel geven van een Grosse Messe, afwijkend van de sedert 1901 door Alois Schmitt gevestigde traditie. Terwille van de buitengewone waarde kunnen we niet anders dan hopen dat dit gebeuren zal.

JOH. LUIJKENAAR FRANCKEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Be Grosse G-Moll-Messe van Mozart te Haarlem.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1934

De Reformatie | 8 Pagina's