GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het eeuwfeest der Afscheiding.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het eeuwfeest der Afscheiding.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

En wat nu het plan betreft. Ik houd mij zeer stellig overtuigd, anders zou ik het eeuwgetij der Afscheiding onmogelijk blijde en dankbaar kunnen vieren, dat wij mogen spreken van een plan tot afscheiding, en wel van het plan Gods daartoe genomen en ten opzichte van de vervulling van dien raad van God geldt varii verbis de belijdenis van den reeds hoogbejaarden rector Van Velzen: hoe weinig is door ons verricht, de Heere heeft zooveel, heeft 't alles verricht. Wat is er toch veel opmerkelijks in het leven van de vaders der Scheiding, in dat van De Cock, Scholte, Brummelkamp, Van Velzen, Gezelle Meerburg, Van Raalte, Budding, en De Haan. Ik kan slechts op enkele dingen wijzen, en noem dan in de eerste plaats het feit dat deze mannen met uitzondering van den laatst uitgetredene allen jonge mannen waren, een verschijnsel, ik meen, bij alle reformaties in Christus' kerk op te merken. De Heere weel wie wij zijn en weet waar wij wonen. Geen groot gezin; geen moeders met vele kinderen, konden zich stellen tusschen wat deze mannen als eisch en gebod des Heeren hadden leeren kennen en de verplichtingen tegenover dat gezin en die kinderen. Groot was de zegen des Heeren aan deze kordaatste en krachtigste jong^, leeraars, gelijk waarlijk geen voorstander van de Afscheiding, integendeel een der sterkste „wederpartijders" hen noemde in een artikel van '36 in het Handelsblad, door den Heere gegeven aan hen in hun vrouwen. Genoeg is bekend welke eene kloeke vrouw De Cock bezat in zijn Frouwe Helenius Venema, geboren uit een aloude Groninger familie, verwant aan zeer veel bekende geslachten in en uit het Noorden des lands. De drie gezusters De Moen, trouwe bezoeksters van Ie Feburé's gezelsciiap, werden de kloeke heldinnen die zij zich betoonden als huisvrouwen van Brummelkamp, Van Velzen en Van Raalte; Scholle's jonge vrouw, koopmansdochter uit het „fiere" Amsterdam, heeft met hem veel leeds gedragen, dat willen en ook kunnen doen. Frans George Gezelle Meerburg, door een wonder ontkomen aan den dood bij Leidens ramp, toen de ontploffing van een kruitschip zoo groote schade aanrichtte, was de eerste moeilijke jaren ongetrouwd, en vond daarna in zijne vrouw uit het land van Heusden en Altena de hem passende verzorgster, hem met de eigene hand Gods toegevoerd. De Haan werd niet teruggehouden van zijn kloek besluit, door hem, een man reeds gevorderd m jaren, door zijne vrouw, eene zuster van den beminnelijken Pïof. Heringa, die zooveel heet te hebben opgehad met den student Buddingh. Deze Buddingh, als predikant te Bekerke uitgetreden, Was ongehuwd, doch hij de man, de ietwat zonderlinge impulsieve, altruïstisch geneigde, loot van een aloud aanzienlijk Betuwsch geslacht, was finantiëel onafhankelijk. Opmerkelijk genoeg gold dit in meerdere en mindere mate van de meesten dezer vaderen. Ook d i t was niet bijgeval^ doch eer noodzakelijk, zouden zij straks kunnen werken en arbeiden zonder te zeer gedrukt te worden door finantiëele zorgen, bij zooveel beboetingen, bij geen of zeer gering traktement. Scholte bleef ten slotte als eenige zoon over, gansch niet onbemiddeld en Brummelkamp huwde met de nietonvermogende jonge weduwe van den bekenden Leidschen fabrikant Tieleman. Neen^ Van Raalte^ een van de zeventien kinderen van den niet met fortuin begiftigden Hervormden dominee, eerst van Wanneperveen en daarna in het zuiden des lands, was niet vermogend, maai-de Heere zorgde dat zijn brood en water gewis was. Van De Cock mag bekend worden verondersteld, dat hij geboren uit een zeer oud geslacht, zelfs nog bij het leven van zijn vader, den burgemeester van Wildervank, reeds uit het versterf van zijne moeder, zooveel bezat, dat hij er met zijn vrouw over denken kon, zich aan den strijd te onttrekken, nog vóór lot afscheiding was besloten, en stillekens en eenvoudig op een dorp te gaan wonen. Mede een bewijs dat hij niet mede in het vermeende plan was begrepen, doch dan te duidelijker bewijs ook, dat hij met name bekend was in den Raad van God. Wonder bestel des Heeren, dat Hij als met eigene hand zulke kloeke vrouwen schonk aan deze „kordate jonge leeraars!" Wat hebben ze niet moeten yerduren! Hoe hebben ze haar mannen gesterkt! Wat zijn ze gesmaad en gescholden! Schandelijker nagedachtenis van den anoniemen vuilwerper die de vrouw van De Cock een heks, een Xantippe en met nog veel meer andere scheldnamen schold. Echter deze reformateurs hadden vrouwen welker namen we zullen blijven noemen tot roem van 's Heeren vrijmacht.

Nog valt er wondere leiding te speuren in den studiëngang dezer „krachtige" en karaktervolle jonge mannen. De Cock leerde aan de hoogeschool te Groningen de richting kennen die straks zich zou openbaren als evangelische of ook naar de school, als Groninger richting. Haar vader was eerst zijn medestudent, daarna zijn voorganger en bevesüger. Wat hij later als verderfelijk had leeren kennen; wat hij daarna met heel de overtuiging van een bekeerde bestreed, had hij niet van hooren zeggen leeren kennen, doch was ook eens zijn standpunt.

Scholte kende den kring van het Réveil; leidde daar binnen de pas aangekomen studenten Brummelkamp en Van Velzen, was bevriend met Kohlbrügge; hoe goed kenden dezen elkander, zij hebben gegeten aan dezelfde tafel; ze hebben gedeeld in elkanders lief en leed. Dit drietal wist wat er met Kohlbrügge was gebeurd en hoe hem later het Udmaatschap van de Hervormde Kerk werd geweigerd. Daarop besluit het drietal naar Leiden te vertrekken, naar den roem der Universiteiten; en zij vormen straks met Gezelle Meerburg, den zwager van den wijdvermaarden Callenbach, de club van Scholte, en worden geteekend als da Costianen; toen bleek reeds dat deze jongelingen mannen van karakter, durf, moed, kordaatheid, kracht en beslistheid waren; in een zeer vijandig gezinde wereld van hoogleeraren en studenten zich te durven aansluiten bij Scholte, welke persoonlijkheid wèl de aandacht moest trekken! Echter, zij zonderden zich af tot een begeerlijke zaak, niet uit ziekelijke „mijdinghe", want daar wordt de reveil geblazen om eene afscheiding te verhinderen, eerst nog meer algemeen gehaat en verfoeid dan die van welke zij de vaders eenmaal zullen heeten, zij vermoedden dit nog niet, doch de Afscheiding die n ii dreigde en dra een feit zoude zijn, was de afscheiding van de Zuidelijke Nederlanden; als jagers trokken zij uit en het kruis zal hun fiere borst sieren. Daar te Leiden, had Schotsman getuigd, had Bilderdijk zijn leerlingen, had God Zijn overblijfsel. Daar kwamen zij samen; gingen zij samen naar de oefening; daar leerden zij het slappe supra-naturalisme kennen, vertegenwoordigd door hun hoogleeraren en zij walgden van deze spijze; zelfs zouden zij later instemmen eer met den „lompen, ruwen De Cock", dan met den zachtsprekenden EgeUng.

G. KEIZER.

(Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1934

De Reformatie | 4 Pagina's

Het eeuwfeest der Afscheiding.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1934

De Reformatie | 4 Pagina's