GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

E^rksplitsing een „geloofsstuk" en geen „waagstuk". Geen praat langer maar daad. (II.)

5. De financiëele organisatie.

Is de organisatie mei het oog op de geestelijice bearbeiding tot stand gekomen, en zit die stevig in elkaar, dan neemt men de financiëele organisatie ter hand.

De groote dorps- of stadskerk blijft ook in dit opzicht een eenheid vormen, maar de zelfslandigheid der onderdeelen moet zoo groot mogelijk worden. (Op staatkundig gebied vinden we daarvan een voorbeeld in de Kantons van Zwitserland en de Vereen. Staten van Noord-Amerika, die federatief zijn verbonden).

Elke kerk hebbe haar eigen commissie van beheer, die eigen contributies int, die er naar streeft, die op te voeren, en na aftrek van eigen uitgaven de rest overgeeft aan de centrale commissie van beheer, of het ontbrekende van . deze ontvangt. Ziedaar de hoofdlijnen.

We hebben bij de groote-sladskerken te rekenen met de dubbele combinaties, n.l. met die van de 16 kerken tezamen en die van de wijkcombinatie, zoolang de buurtkerken nog niet z^elfstandig zijn, zoowel met het oog op de EIGENDOMMEN en SCHULDEN als met het oog op de EXPLOI­ TATIE.

A. DE EIGENDOMMEN EN SCHULDEN.

Zoodra de splitsing in meerdere kerken of com- Irinaties is tot stand gekomen, teekenen de Praeses en Scribae van elke gemeente of combinatie in kwaliteit een overeenkomst, behelzende de bepaling, dat élk der gemeenten deel heeft (voor een evenredig deel) aan de gemeenschappelijke schuld en aan de gemeenschappelijke eigendommen, terwijl hel aandeel, dat elke gemeente erin heeft, bij onderlinge overeenkomst zal worden bepaald.

De toestand in de 'wijkcombinatie komt dan overeen met die van de in tweeën gesplitste dorpskerk, waarvan elke kerk een evenredig aandeel heeft aan een kerkgebouw, waartegenover staat een evenredig deel van de schuld op haar naam.

Het percentage wordt vastgesteld naar den slraks (onder exploitatie) te geven regel.

We hebben hierbij rekening te houden met de almeer uitstervende citykerken en de zich uitbreidende buitenwijkkerken. De citykerkgebouwen behooren tot de bijna of geheel afbetaalde kerken en worden nu — voor zoover ze n.l. niet verkocht moeten worden, gezien de gegevens van den gemaakten plattegrond; — gelukkig het eigendom juist van de gemeenten met verminderende draagkracht. Behalve bij de vaststelling van de .gebouwenwaarde worde daarmee gerekend bij de vaststelling van het schuldpercenlage van de wijkcombinaties. Velen immers, die eertijds in de oity woonden, zijn verhuisd en hebben daardoor zelf de draagltracht van die stadswij kkerk verzwakt. Mocht dit proces doorgaan, dan kan later een zeker percentage van de schuld dier cïtykerk bovendien onder de overige kerken worden gedistribueerd, ter verlichting van de city kerk.

B, DE EXPLOITATIE.

Daar is een centrale kas (beheerd door de verschillende voorzitters of penningmeesters der samenwerkende kerken of wijkcombinaties).

De vaste bijdragen der leden, tot nu toe door de ongedeelde oommissie van beheer beheerd, worden nu door elke buiu'tcommissie van beheer geïnd. Dit bedrag geeft een vrij zuiveren maatstaf aan voorde draagkracht van die buurtkerken, met een gemeenschappelijk kerkgebouw.

Naar dezen maatstaf nu wordt èn het bezit èn het schuldaandeel der samenwerkende kerken of wijkcombinaties bepaald en de uit elke kerk te verwachten inkomsten vastgesteld. De boekhouding van elke kerk of wijkcombinatie zal dus een post bevatten: bijdrage „voor" of wel „van" de zusterkerken.

Sluit de gemeenschappelijke rekening met een tekort, dan wordt dit het eerste jaar gedekt door een collecte in alle kerken. Mocht nu blijken, dat één der kerken of wijkcombinaties te zwaar belast is, dan worden de plooien vooralsnog gladgestreken. Maar daarna moet elke kerk of wijkcombinatie voor eigen zaak zorgen.

Elk der samenwerkende kerken van een dorpskerk en elke buurtkerk en elke wijkcombinatie weet, welk aandeel men heeft in het gemeenschappelijke kerkgebouw, in de schuld daarop rustend met de rente en aflossing daarvoor benoodigd en wat ze moet opbrengen voor de gemeenschappelijke uitgaven, bijv. van de 8 wijkcombinaties de sterke wijkcombinaties A i/^^, daarentegen de zwakke wijkcombinaties B ^/go, waarvan weer de moederkerk bijv. % en de dochterkerk % der totaaluitgaven voor haar rekening heeft.

6. Het s t r e V e n n a a r zelfstandigheid.

Al dadelijk zijn moeder- en dochterkerk er op uit om zich zooveel mogelijk van elkaar onafhankelijk te maken, allereerst wat de exploitatie betreft. De moedergemeente zal zich reppen om door vermeerdering van haar inkomsten zich onafhankelijk te maken van de bijdrage der dochterkerk. Wat ze meer opbrengt dan haar aandeel in de totaalkosten bedraagt, wordt voorloopig aangewend tot delging van haar eigen schuldaandeel, wat weer vermindering van rente en aflossing meebrengt.

De dochtergemeente is daar echter nog feller op uil, daar ze wensdit te komen tot het beroepen van oen eigen dominee en straks tot het bouwen van 'Oen eigen kerk.

Is kerkbouw aan de orde, dan heeft de dochterkerk alvast een spaarpot. Ze kan immers van de moederkerk haar aandeel in het gemeenschappelijk kerkgebouw opvorderen. Het .spreekt vanzelf, dal dit alles met onderling overleg geschiedt, opdat men elkaar niet in ongelegenheid brenge.

Daar deze dochterkerk ook voor de moederkerk (en eventueel ook voor al de andere kerken der geheele combinatie) heeft bijgedragen, nemen alle kerken op zich een evenredig deel der onkosten bij te dragen.

In de citykerk zal men misscliien huiverig zijn om den tweeden dominee te beroepen, maar zoo sterk is de afname der lievolking niet, dat een kerk van 1200 a 1300 zielen dadelijk hulpbehoevend wordt. Of men evenals voor Indië een dominee voor een bepaalden tijd zou kunnen beroepen, laten we liefst in het midden.

7. De onderlinge s t eunbieding.

Deze ligt reeds opgesloten in de onderlinge verdeeling der exploitatiekosten, naar den tegenwoordigen stand der inkomsten, zoodat de kerksplitsing geen waagstuk is.

Hel kan echter zijn, dat men nu reeds staat voor den bouw van een nieuwe kerk en de beroeping van één of meer nieuwe predikanten. Er zouden, dus feitelijk in plaats van 8 wijkcombinaties en 16 kerken met 8 dominees en 8 kerkgebouwen 9 wijkcombinaties en 18 kerken en 9 kerkgebouwen moeten zijn. Er zullen dan tijdelijk 3 kerken onder één dopinee komen te staan (de moederkerk en 2 gecombineerde dochterkerken). De extra jaarlijksche uitgave met het oog op den nieuw te beroepen predikant worde alvast pro memorie op de begrooüng der gansche combinatie geplaatst en voor een evenredig deel op die van de 9 wijkcombinaties en van de 18 buurtkerken.

Dit verhoogde cijfer heeft dan elke buurtkerk zich voor oogen te stellen. Eerst moet men dit cijfer voor zich bereikt hebben, eer men beginnen kan te werken om zelfstandig te worden. Ook worde er alvast jaarlijks een collecte gehouden in alle kerken voor de nieuwe kerk.

Is het inkomen voor den negenden predikant verzekerd, dan beroepe men hem, al is er nog geen kerkgebouw voor hem disponibel. Hij kan dan alvast werken in zijn gemeente, waardoor de bouw van de negende wij kkerk te eerder tot stand komt. Natuurlijk kan men met kerksplitsing wachten tol eerst het negende kerkjgebouw er is en de negende predikant is beroepen, maar we meenen, dat door kerksplitsing de activiteit wordt bevorderd.

We twijfelen niet, of in de gegoede wijkcombinaties en in een welvarend dorp, zal weldra de tweede dominee worden beroepen.

Het is echter nauwkeurig uitgerekend, wal elke wijkcombinatie voor eigen kerkelijke uitgaven noodig heeft en welk percentage van haar bijdrage nu reeds ten goede komt van de zwakkere kerken. Welnu, dat percentage heeft nu elke zelfstandig wordende buurtkerk zich voor oogen te houden. Het is dus niet genoeg, dat men het noodige bijeen heeft om den eigen dominee te onderhouden. Stel, dat men dit bijv. met 15000 gld. zou kunnen doen, terwijl men naar het prooentencijfer 18000 gld. zou moeten bijdragen, dan begint men met den tweeden dominee te beroepen en plaatst op zijn begrooting pro memorie ©on tekort van 3000 gld. Om dit tekort te dekken houdt men een collecte, die door de cfentrale commissie van beheer op rente wordt gezet om ook de arme buurtgemeenten in staat te stellen tot het beroepen van een eigen dominee over te gaan. Men mag niet rusten, eer men de inkomsten lot 3000 gld. hooger, dus 18000 gld., heeft opgevoerd. Zoodra de buurtkerk zichzelf kan onderhouden houdt de wijkcombinatie op.

Ook in de arbeidersbuurten zullen de buurtkerken, afgedacht van deze malaise, eerder tot beroeping over kunnen gaan, dan men wel meent, indien men maar het stelsel van wekelijksclie contributie-inning invoert.

Heeft tenslotte elke buurtkerk een eigen dominee en ©en eigen kerkgebouw, dan vervallen vanzelf de wijkcombinaties en blijft dus alleen de groote combinatie.

Twee of drie buurtkerken zouden later weer eens er toe over kunnen gaan om ten behoeve van ©en deel van hun gemeente, die weer tot een nieuwe gemeente wordt saamgevoegd, elkaar steun te bieden, maar dit is van later zorg.

W. F. C. VAN HELSDINGEN.

Over de Buchmanbeweging.

Reeds hebben we de lezers erop voorbereid, dat ze van Dr E. D. Kraan artikelen zouden krijgen over de Buchmanbeweging.

In dit nummer begint Dr Kraan. Op den jongsten Theol. Schooldag sprak hij, en ieder was dankbaar over de uitnemende manier, waarop het onderwerp door den spreker was behandeld. Wie zijn dan ook blij, dat ons blad deze copie zal ontvangen; zelfs zal Dr Kraan in ons blad nog meer slof geven, dan hij in zijn rede kon verwerken.

• K. S.

Efraïm en Juda.

Enkele broeders hanteeren hel spreekwoord, dat Efraïm Juda niet moet benijden. Willen ze eens zeggen, wat ze onder Efraïm en Juda verslaan? Zonder nadere uitlegging zijn dergelijke zuchten in de richting van Irenië zefiers uit Polemië.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's