GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jozef, zoon Davids. Matth. 1:20 b.

Aangesloten.

Wij gelooven, dat Jezus, de Christus, zaad van David is. Uit Davids lijf zou de groote Koning der wereld voortkomen. Vóór eeuwen had God dat reeds beloofd. En door Maria heeft God die belofte vervuld. Maria is Davids dochter en als de Christus vleesch en bloed aanneemt uit de kleine dochter van Israels grooten koning, dan is Hij zelf Davids zoon „naar het vleesch".

Is het nu niet zeer merkwaardig, dat de Schrift er juist allen nadruk op legt, dat óók Jozef in Davids huis is geboren? Mattheüs zéker en misschien ook Lucas geven een geslachtsregister juist van Jozef! En oppervlakkig oordeelende^ zouden we bijna zeggen: wat doet dat er nu toe wie Jo; zef is en uit welk huis hij stamt? Zou Jezus' geboorte, Jezus' plaats anders zijn geworden, indien Jozef b.v. een leviet of een simeoniet ware gedweest? '

Laten we voorzichtig zijn met zulk spreken. Laten we beginnen met aan te nemen, dat het zeer zeker van het allergrootste belang is geweest, dat Maria's man een Davidszoon was. Dat het niet anders mocht naar Gods bedoelen. Het feit, dat Mattheüs Jozefs geslachtsregister geeft en dat de engel in dat groote oogenbhk hem aanspreekt met den naam: zoon Davids ze^t hier meer dan genoeg. God in den hemel ziet in Jozef juist bij en na de geboorte van Jezus vóór alles den Davids-

Wij weten, dat Mattheüs in zijn geslachtsregister de koningslijn teekent van David af en zoo al verder. Niet "telkens de oudste zoon wordt genoemd, maar de erfgenaam van troon ea kroon! Wie hebben in Mattheüs dus de hjn van troonbezi tiers en troon-pretendenten. Al worden die troon-pretendenten langzamerhand armer en minder van aanzien — ze blijven bezitters van koninklijke rechten en koninklijke beloften. O, zeker, er waren in die dagen heel veel nakomeh lingen van David — maar onder die velen was er slechts één, die koningsrechten bezat, er was maar één kroon prins onder de prinsen en princessen van den bloede. En de kroonprins uit Davids huis in de volheid des tij ds, wie wias het anders dan Jozef, wie kón het anders zijn dan Jozef? Jo^J die uit het „huis", maar óók uit hel „geslachl van David was! (Luc. 2:4). Jozef, de zoon David;

En wie dit heeft gezien door Mattheüs' woorJ die ontdekt een grooten rijkdom in 's Hoeren (' in en met en door Jozef.

God had aan David een eeuwig koningsgeslacJ beloofd. Tot in der eeuwigheid zou de koning waardigheid blijven in Davids huis. Eien erlelij profetengeslacht had onder Israël nooit bcstaail Het erfelijk priesterschap van Aaron was juist! stemd om te verdwijnen om vervuld te worden J den Grooten Priester naar Melchizedeks ordj Maar 't koningsgeslacht moest eeuwig zijn en dJ eeuwig zijn in Davids geslacht.

En dat werkt de Heere nu door Jozef.

Neen 'tis geen toeval dat Maria straks troinv(l zal met den kroonprins uit Davids huis, met (1(| rechthebbende op troon en lu'oon in Israël.

Naar de wet wordt Jezus ten volle erfgenaaj van Jozef, erfgenaam ook van de koninigsbcloflgl en de koningsrechten van David. ;

En als Jozef inderdaad gestorven is vóór iM Chrislus Zijn openbare ambtswerk begon^ dan sj Jezus niet meer de erfgenaam van het davidiscll koningsrecht, maar de bezitter ervan. Voor engj len en duivelen en menschen was Hij naar god lijk en menscheUjk recht de drager van koningsmacht en koningsheerlijkheid van l grooten vader David.

En weer komt Jozef nu naast Maria te slaaj Door die beiden schakelt de ChrT isTtus ziclii in Davids koninklijke familie.

Door hen beiden sluit Hij zich aan bdj Davil legt Hij den sterken band aan den eersten, waai lijk theocratischen koning.

Door Maria komt Jezus in Davids koningshiii| door .Tozef in Davids koningsgeslacht.

Door Maria wordt Hij Davids Zoon, door Davids opvolger.

Door Maria ontvangt Hij Davids vleesch e| bloed, door Jozef Davids koningsrecht.

Davids Zoon wordt de Christus in Bethlelienl nacht. En God gebruikt daarvoor èn Maria Jozef.

Davids Zoon, zóó willen we nu onzen HeilaiJ lovend noemen. En we zullen er dan bij denl!» dat Hij dat werd door Maria naar z'n menscli| lijke natuur en door Jozef naar z'n koninli ambl!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 1936

De Reformatie | 8 Pagina's