GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Tweede Reveil en wij.

III.

Ik kom nu tot mijn derde punt in mijn klacht. •We zijn tè afgescheiden geworden. Niet alleen daarin, dat we als Gereformeerde Kerlien ons bij de Overheid hebben laten erkennen als „Gereformeerde Kerken" (tusschen aanhalingsteekens!) nummet 1 tot nummer zooveel. Dat is al erg. Dat is niet alleer, coUegialisme, maar doet ons ook een afgescheiden positiii innemen. Ik heb over die erkenning onder dien naam destijds als student uitvoerig met Dr Kuyper gesproken. Een andere erkenning scheen - destijds Aiet mogelijk te zijn. Maar moeten we daarin blijve.nd berustgn? , j

Maar dit is het ergste niet. Als kerken der Dokantie zeiden we het juk af te schudden voor heel het dorp ol heel de stad, in elk geval voor heel de plaatselij k e t e r k. En het was onze roeping de ongehoc-rzamen tot de gehoorzaamheid des geloof, ? te bewegen. Dal was het Doleantie-ideaal. Waar is dat ideaal gebleven?

Het zou tenminste in krachtigen Evangelisatie-arbeid bij ons doorwerken. Wij namen immers met dat ideaal de zorg voor de afgedwaalden op ons. Gewis, er is gedurende de latere jaren meer en meer k e r k e 1 ij ie Evangelisatie gekomen (want daarover heb ik het hier). Vooral door sommige plaatselijke kerken. Ik erken dit gaarne. Met dankbaarheid. Maar trots alle aansporingen kwam het niet tot een gezamenlijk mobiel zij» en eenparig aanvallen van den vijand daar waar M ongeloof zich het meest concentreert. En dat in deze tijden van zóó grooten afval.

De Kerk van Zierikzee bracht op de Synode van Middelburg (1933) een verzoek. Daarin werd verzacht om: (a) een algemeene opweMting tot den evangelisatie-arbeid tot onze kerken te doen uitgaan; (b) generale fr putaten tot nadere regeling van dezen gezamenlijk arbeid, voor zoover dat noodig mocht zijn, te benoemen; welke depulaten er op toezien zouden, dat het werk door de kei'ken ter hand genomen werd, en waar verband ol hulp vereischt werd, deze te geven of helpen geven; en (o) een kweekschool op te richten, waar broeders e» zusters in het ambt der geloovigen opgeleid zouden worden om op dit terrein werkzaam te zijn (dus niets minder dan een Moody Institute op Gereformeerden grondslag).

De kerikeraad kreeg nul op bet request., •Wat de opwekking tot de kerken betreft, zoo sprat het synodaal rapport uit, „dat er vele zaken .^Ü'''ï! de belangstelling der kerken verdienen, doch niet aM hebben. Waar zouden we blijven, indien de synode vo al die dingen opwekkingen liet uitgaat? " Zoo staat e letterlijk. Zulk een redeneering grieft en bedroeft. - B' hoort de evangelisatie-arbeid niet tot de bijzondere t» d e r K e r k? J a, o f n e e n? Ja! zeggen we allen. Maar dan mag die taak ook niet op één lijn gesteld m^ „al-die-dingen"! , ^

Waarom wii m^en die opwekking niet? Ten twee „zou zulk een opwekking onbillijk zijn voor die ^^^ ' die met ijver evangeliseeren en ook voor de nog Ï}'^, [ weinige, die niet behoeven te evangeliseeren". W s er weer letterlijk zoo in het synodaal rapport. Al^"'.j, zulk een opwekking niet zou kunnen staan, dat ^^ .^ gold voor die kerken, die met allen ijver reeds daa-^^^ bezig zijn! En welke zijn die kerken „die niet hehoe ^^ te evangeliseeren"? Ik weet het niet. Zoo er ^''°jj( naaste omgeving geen afval is, dan hebben ze toch een roeping om mede te evangeliseeren met die ^^'^ die midden 'in den afval zitten. Juist voor zulk ver dienden de deputaten. . jjji

Eindelijk zegt het rapport: „In de derde P^^^'l! ^at de taak der kerk visitatoren, om, indien hun ™ ' (e eenige kerk nalatig is in het evangeliseeren, haar v^ wekken van haar dwaalweg terug te komen". D" ' y^jjj in gewone gevallen. Maar gaat er nooit een °^'l^ ^^n? , •Tan een synode of van haar deputaten uit tot de K

herhaaldelijk. Vooral in 'bijzondere gevallen als

Vat de deputaten betreft, ook daarop nul op het fluest. Waarom? Hierom: „Aangezien er op dit oogeniVk voor dergelijke deputaten geen taak is". Hoe zegen- * hebben bijvoorbeeld de provinciale deputaten van Tpeland gewerkt in onze provincie. Zoo zal het ook wel andere provincies zijn. En waarom dan zouden gene- 'ale deputaten „geen taak" bobben, om in het algemeen L leiden, te hulp te komen, te steunen? We hebben de lassicale evangelisatie-arbeid met deputaten daarvoor; we hebben provinciale evangelisatiejjjjeid met deputaten daarvoor, waarom niet generale «f nationale evangelisatie-ai'beid met deputaten daarïoor? Opdat de kerken door deze deputaten elkaar nafionaal konden bijstaan, steunen en helpen.

En dat zou zéker gebleken zijn noodig te zijn als de aak door de generale synode flink en systematisch en jitionaal aangepakt - was en aldus door de kerken uit- «eïoerd werd. De deputaten zouden zeker een omvangrijke taak gevonden hebben. Nog niet, zegt men. ffanneer dan wel? Moet ons volk eerst nog dieper jegainken?

Bn de oprichting der kweekschool? Voor de oprichting jjn een kweekschool was „op het oogenbli'k niet de jiinste kans. Over het leerplan bestaat nog geen eenjtjimnigheid en de kosten zouden zeer hoog zijn". „Bolesdien geven de jeugdvereenigingen in ons land uitnemende voorbereiding; er zijn plaatselijke en schrifte- Ijke cursussen". Ziedaar het antwoord. Al voegt het lapport er bij dat men wil „niet beweren, dat een kweekicioel, verbonden aan een centrum van praotisohe evangelisatie in een onzer steden niet gewenscht zou zijn". 5Ien schijnt echter te twijfelen „of zulk een kweekschool iol de taak der generale synode behoort, of als het werk ecner vereeniging moet worden geacht".

Geen kweekschool, „nog geen eenstemmigheid over iiet leerplan". Alsof dat niet eerst blijkt als de zaak ter hand genomen woïdt. En alsof dat al-of-niet-eenstemmige dan beslissen moet of de zaak al of niet doorgaat. En „misschien moet het door een vereeniging". Maar als die het nu niet doet? Dan hebt ge ook geen Theologische School noodig. Misschien kon dat ook beter door „(CE vereeniging". En zoo viel de zaak. En zoo zit de aak nóg. Trots den enormen afval rondom ons.

Ik had gehoopt, dat de synode van Middelburg een eTangelisatie-synode zou worden, dat is, dat zij een flinke regeling voor den evangelisatie-arbeid !oa ontwerpen, en dies een krachtige aanvatting van heel ètwerk door al onze kerken. Niet alleen enkele individaeele kerken, maar alle kerken mobiel, plaatselijke kerken en saam in classes, provincies en generale synode, dat is alle saam. Niet minder dan bü de Zending. Het heeft niet zoo mogen wezen. En ik kan niet begrijpen, dat men, ziende op de bijzondere roeping der kerken in deze tijden van groeten afval, hierin zoo traag kan zijn. Waar is het vuur der Doleantie gebleven? Ware er zulk een opwekking door de synode tot al de Wen uitgegaan en de Evangelisatie overal krachtig--^ aangevat, en indien dan daarbü ook een financieele regeling geniaa; kt was, om daar waar het noodig was hulp Ie geven, wat badden we dan niet alleen een flinke georganiseerde Evangelisatie onzer kerken kunnen hebben, maar ook wat tal van candidaten badden geplaatst kunnen zijn geworden. Ook daarop werd in het verzoek ran Zierikzee gewezen.

Ook hier past het ons, ons hoofd te omwinden en bedroefd te zijn. Ik spreek hier niet over wat p a r t i c u l i e r e n doen en over hun aanbevelingen tot de kerken (b.v. plan- Grosheide-Schouten), maar over wat de Kerken behoorden te doen. In den kerkelijken weg.

Ik moet nog op een vierdepunt wü'zen. Dit is op let verlaten der eerste liefde. Gewis, ik weet het, een reformatie bluft zelden op haar eerste hoogtepunt slaan. In het tweede en derde geslacht komt haar blijvende beteekenis eerst voor den dag. Maar juist daarom schrijf ik dit woord.

Daar was eenmaal een eerste liefde, in de dagen der Doleantie. Daar was liefde voor den dienst des Heeren. We dachten er niet aan slechts één keer ter kerk te gaan. De bedehuizen waren vol. Vooraanstaande mannen Wren ouderlingen en diakenen. Een professor van de '•U. was voorlezer in een der Amsterdamsche kerken. jk was nog maar een jong man en preekte in Den ïïnag en de ouderling, die er op stond miji de jas te Wjien aantrekken na den dienst, was een mid-minister. 'iet alle respect voor onze tegenwoordige ouderlingen «n diakenen, mannen met geestelijke gaven toegerust, ik |ees er eer op, mist men thans de élite, of wat zich daarvoor houdt, de intellectueelen, in de kerkeraden, °n dies op de classioale en andere meerdere vergadenngen.

Daar waren eenmaal Gereformeerde geestelijke samen- *wnsten. Ik denk in Amsterdam aan die ten huize ^an den heer W. Hovy, waar ook de studenten bij' ge- Modigd werden. In andere plaatsen waren min of meer selijke. Waar zijn ze thans? Als er in de Buchman- «eweging geestelijk voedsel gezocht wordt, zegt dit niet 'MS aan ons?

.•'„^s.s toen smaad aan verbonden als men „dolleehc ft ^^' ^^^^ ^™ ^'•'^^^ ^^^ ^^^ blijdschap. God 2 j^slen van onze eenvoudigste mannen tot eere seDraeht, hetziji in henzelven of door hun kinderen. Waar 'Me dankbaarheid?

ssb rt T'^'^ 'was eenmaal een voorwerp van liefde en — i, «ui, - ^nans gaan vele barer kinderen haar voorbij of "^en louter critiek.

bijten ^^^ ^°^^ liefde onder elkander. Thans een verdan ^^ vej'eten. Maar de oorzaak ligt ergens anders liuo^*^'" - ^^ ^^^ zoekt, daarbij! afgaande op wat somsptek ^ ^^^'^° doen gelooven. Ik kan teveel uit ervaring lireet^'^ ™°^'' '^°'^ ^^^^ weer, ten bewijze, een conzoovo f^^^P'^oni noemen. In een beweging, waarover gej^^f, ^''•yd was, had alles, gelijk ik herhaaldelijk 2on d '^^ ^'^^ zonder iemandstegenspraak, öaa/'^ ''Moeite kunnen verloopen indien men ge„ ®®^ Weinig oor geleend had aan de Gsj.f'^de bezwar en van een deel van ons doej T^; ^ ° 1 k. Men had dit heel gemakkelijlc kunnen la-armenwilde niet! Daargelaten nog de manier waarop men mij!, toch niet vreemd aan het ontstaan der beweging, sinds ik daarop wees, behandelde. Alle oproep om met elkander de verschilpunten binnenskamers te bespreken weiden geweigerd. In hooghartigheid sloot en sluit men zich in zeker kringetje op. Is dit broederiyke liefde? Spreek broederlijk. Laat varen alle hooghartigheid. Ruim op. Denk aan het woord van den profeet: „HiJ heeft u bekend gemaakt, o mensoh, wat goed is, en wat eischt de Heere van u, dan recht te doen en weldadigheid lief te hebben en ootmoediglijk te wandelen met uwen God? " (Micha 6 : 8).

En nu spreek ik hierbij! nog niet eens over de gronden der bezwaren van een groot deel van ons Geref. volk, n.l. een bedenkelijke synthese. Dr Schilder wees er herhaaldelijlk op. Het is niet noodig er oipnieuw op' in te gaan. Maar ook deze synthese zelf roept tot nadenken. Laat het komen tot verootmoediging. Laat de eerste liefde weer wakker worden. De eerste liefde voor de zaak Gods, maar ook de eerste liefde voor elkander.

Alles samenvattend bedoelt dit artikel derhalve te wijzen op de gezegende kracht van het Tweede Reveil en zoekt het te waarschuwen tegen inzinking. De symptomen van zulk een inzinking ziet de schrijver in: a) de verandering in en de ontaarding van ons Geref. kerkrecht der latere jaxen; b. op politiek terrein in een principieel terug zinken, door de algemeene genade te maken tot een apart terrein en niet den Staat en het Staats-terrein in alles voor Christus op te eischen; c) door niet genoeg doordrongen te zijn van de roeping welke wij hebben voor degenen die buiten zijn; d) liefdeloosheid in onze onderlinge kerkelijke samenleving.

Laat ons, op deze symptomen lettende, tot den wortel gaan. En ons b e k e e r e n. Laat het oude geloof en d© oude liefde en het oude enthousiasme terug keeren. Dan zal het Tweede Reveil, waarvan de Doleanti© het middelpunt was, nog gezegende vruchten dragen.

Ook in onzen tijd. Die het zoo noodig heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1936

De Reformatie | 8 Pagina's