GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het sterllisatie'vraagstuk.

VI.

Wanneer wij nu terugkeeren tot de eugenetiek, in verband waarmede wij in de voorgaande artikelen de erfelijkheidsleer bespraken, dan hebben wij gezien, dat de voorstanders van rasverbetering vooral op de negatieve doelstelling der eugenese, het tegengaan van minderwaardige progenituur, sterk den nadruk hebben gelegd. Er is n.l. bijna geen Staat ter wereld, welke niet te kampen heeft met een grooter of kleiner aantal geestelijk minderwaardigen. Juiste cijfers omtrent deze groep zijn er niet. Wel vindt men voor de groote groep zwakzinnigen enkele globale getallen opgegeven. In Amerika zou de frequentie van zwakzinnigheid ongeveer 1—3 o/o bedragen, in Engeland plm, . 1 o/o, in Duitschland 2—3 "/QO en wat Nederland aangaat 1—5 °/oo- ^) Veel zeggen deze cijfers intusschen nietj daar het heel moeilijk is betrouwbare gegevens te verkrijgen van het aantal zwakzinnigen, dat niet in gestichten of inrichtingen verpleegd wordt en men bovendien niet overal hetzelfde onder zwakzinnigheid verstaat. Van meer belang is evenwel het volgende.

Van de geestelijk minderwaardigen is maar een betrekkelijk klein deel in gestichten of inrichtingen ondergebracht; voor een groot deel loopen deze personen vrij in de maatschappij rond en vormen zij zoodoende een gevaai- voor de gemeenschap, . Hoewel dit laatste niet onderschat mag worden, zou men toch niet op het idee gekomen zijn van al deze personen de voortplanting op een of andere wijze te verhinderen, indien niet uit de statistiek gebleken was, dat de geestelijk minderwaardigen in onrustbarende mate toenemen in verhouding tot de geestelijk volwaardigen.

Het is een overbekend feit, dat tegenwoordig in alle landen met Europeensche cultuur de geboortecijfers sterk dalen. De bewuste geboortebeperking, begonnen in de kringen der hoogere standen, is tot alle lagen der bevolking doorgedrongen, om eerst halt te houden bij de allerdiepste lagen der maatschappij, die uit den aard der zaak het grootste percentage der geestelijk minderwaardigen vormen. Onder alle volkeren is tegenwoordig het kindergetal omgekeerd evenredig aan het sociale prestatievermogen der ouders. Dat de opzettelijke verhindering van zwangerschap juist halt houdt bij de personen, die aan den zelfkant der beschaving leven, wordt algemeen toegeschreven aan de omstandigheid, dat deze personen niet door moreele of sociale overwegingen er toe gebracht worden hun progenituur te beperken.

Het gevolg van dit verschijnsel is een groot verschil in vruchtbaarheid tusschen de meer begaafden en de minder begaafden. Treffend wordt dit o.a. geïllustreerd door de onderzoekingen van Cassel, Reiter en Oosthoff. ^) Zij vonden, dat de vruchtbaarheid der moeders van kinderen, die de scholen voor achterlijke kinderen bezoeken, Mjna tweemaal zoo groot was als de vruchtbaarheid van andere ouders.

Ook al zou dit verschil in vruchtbaarheid minder groot zijn, dan nog heeft dit vérstrekkende gevolgen, gelijk het volgende voorbeeld doet zien.') Wanneer in 2 aanvankelijk geUjk sterke, zich niet onderling mengende, volksgroepen A en B een voortplantingsverhouding bestaat van 3 kinderen per gezin in A tegenover 4 in B, dan zullen reeds na verloop van 3 geslachten de volksgroepen A en B zich verhouden als 3: 7. Na ongeveer 300 jaar lis groep A reeds tot 7 o/o der bevolking ge^ slonken en derhalve ten opzichte van groep B zoo goed als verdwenen. M.a.w. een gering verschil in vruchtbaarheid brengt reeds groote verschui- \'ingen teweeg, hoeveel te meer groote verschillen in vruchtbaarheid.

De gevolgen van deze wanverhouding tusschen de geestelijk meer- en de geestelijk minderwaardigen zijn drieërlei:

lo. Wat de minderwaardigen zelven betreft zal hun strijd om het bestaan steeds moeilijker worden, vooral in onzen tijd, waar de maatschappij' niet eens plaats biedt aan de voorhanden volwaardige arbeidskrachten. Hun hoogste levenskansen zullen vaak niet anders zijn dan het asyl of eer» bestaan van armoede en gebrek.

2o. Vervolgens zal met de stijging van het aantal geestelijk abnormalen ook de financiëele last groeien, welke op de gemeenscliap drukt. Immers uit het bovenstaande volgt rechtstreeks, dat de kinderen van al deze minderwaardigen niet door hun ouders onderhouden kunnen worden, zoodat de gemeenschap zich over hen zal moeten ontfermen. Wanneer men nu bedenkt, dat de werkloosheid op zichzelf reeds een ernstig financieel vraagstuk is geworden, dan mag voor de toekomst de vraag gesteld worden of het nog mogelijk zal zijn den steeds wassenden stroom van minderwaardigen daarbenevens te onderhouden.

3o. Het grootste gevaar ziet men echter in het feit, dat door de toename der minderwaardigen het geestelijke peil van een volksgemeenschap meer en meer daalt. Niet alleen derhalve een gevaar voor quantitatieve vermeerdering der minderwaar^ digen, maar tevens een van qualitatieve degeneratie. Immers de nakomelingschap, uit minderwaardigen van beiderlei geslacht gesproten, zal op den duur op steeds lager geestelijk niveau komen te staan. Bovendien zal een deel der steeds toenemende groep van minderwaardigen zich vermengen met de volwaardigen, waardoor de progenituur van deze laatste categorie ook niet meer volwaai-dig zal zijn. Zoodoende zal aan de voortbrenging van nakomelingen een steeds kleiner wordende groep volwaardigen deelnemen.

Hieruit is maar één conclusie te trekken, n.l. deze, dat een aanzienlijke toeneming van het minderwaardigheidselement voor de wetenschap, kunst, techniek en zedelijkheid catastrofaal zal zijn en dat dit alles ten slotte zal uitloopen op den algeheel en ondergang van een volksgemeenschap!


1) Dr G. P. Fets: Sterilisatie. Verslag van de bijeenkomst van het psychiatrisch juridisch gezelschap op 25 Maart 1933 te Rotterdam, blz. 20—21.

2) Geciteerd naar Prof. Dr H. W. Siemens, l.c., blz. 110.

3) Vgl. Dr M. A. van Herwerden, l.c, blz. 413.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1936

De Reformatie | 8 Pagina's