GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een waarbeidsvraag ook nu nog.

II.

Niet om de gevaren, die er voor ons, gereformeerden, steken in de röomsdie propaganda, heb^ ben we onze aandacht te schenken aan die propaganda, maar om de waarheids^Tagen, die daarin aan de orde worden gesteld.

Of die propaganda voor gereformeerde christenen geheel zonder gevaar is, wordt daarmee niet gezegd. Over deze vraag moet met oordeel des onderscheids worden gehandeld Er zijn ook onder ons wel menschen, die principieel niet zoo vast staan in hun overtuiging. Zij hebben tegenover propaganda, welke ingaat tegen die overtuiging niet zooveel verweer. Vooral als die propaganda op een zoodanige wijze wordt geleid, dat de verschilpunten veel op den achtergrond worden gehouden en wat aanknoopingspunten geeft meer naar voren wordt gebracht. Wel mogen we aannemen, dat goed gereformeerde menschen, die weten, dat de mensch alleen door genade zalig wordt, door de roomsche propaganda niet zullen worden beïnvloed. Maar ook al zou het zoo zijn, dat de roomsche propaganda ook soms gereformeerde christenen onder haaj- invloed krijgt, de zaak waarom het in de geestelijke worsteling onder menschen gaat is bovenal de waarheidsvraag. En wie dat eenmaal goed inziet zal wel toegeven, d'at hierop vooral het oog gericht moet zijn. Tusschen Rome en ons is nog altijdi de waarheidsvraag in 't geding.

En dat niet alleen op een enkel punt, maar bijkans over heel de linie van ons belijden.

Het is zoo, en het mag zeker niet worden vergeten, de roomschen hebben met ons en wij met Rome fundamenteele leerstukken gemeen. Zoo de leer over de drieëenheid Gods en de twee naturenleer van Christus. Ook op het terrein van de praktijk des levens in huisgezin, maatschappij en staat is er een gemeenschappelijk ijveren voor * handhaving van de wet onzes Gods. Maar er zijn eveneens fundamenteele verscliillen. En die verschillen, komen op bijna elk punt van de leer en van de levensbeschouwing voor den dag. Het is er een bewijs van, dat onderscheid in de principia voor heel het gebouw der waarheid beteekenis heeft en overal weer opduikt.

Dat is nu de waarheidsvraag.

. En omdat er geen pluriformiteit der waarheid is volgt daaruit, dat we geroepen en verplicht zijn voor de waarheid in 't strijdperk te komen ook daar, waar gemeenschappelijk optreden soms öogelijk en geboden is.

We weten het maar al te goed, dat de punten Van overeenstemming tusschen Rome en ons van weerszijden in een zeer ongelijk verband van gedachten en strevingen, van leer- en levenssystefflen tot eenheden zijn samengegroeid. Daardoor IS het ook mogelijk, dat wij, ondanks de overeenstemming op vele punten, niét het geheel onzer overtuigingen en bedoelingen toch iets anders beoogen. En op idie manier wordt het onderscheid in leer- en levensopvatting toch overal merkbaar.

Men zou het een gelukkige inconsequentie voor de roomsclie christenen kunnen noemen, een inconsequentie van de geschiedenis dan, dat er nog zooveel protestantsche christenen zijn, die met hen ijveren voor God, voor de handhaving van Zijn wet en van Zijn eer. Het moet voor hen wel moeilijk te verklai-en zijn, omdat de protesitantsche geloovigen toch geesteskinderen zijn van Luther en Calvijn. En dat moet wel moeilijk zijn, omdat hun geleerd wordt, dat de Hervorming een revolutionaire beweging is geweest. Een des te meer afkeurenswaardige beweging, omdat zij' plaats had in de bovennatuurlijke sfeer van de Kerk, van welker gezag zij zich heeft losgemaakt.

Als het waar is, zooals door Roiomsche propagandisten wordt beweerd, dat het moderne heidendom, het barbarisme, het communisme en het nationaal-socialisme voor een goed deel vruchten zijn van de Hervorming, een van de modderbronnen, waaruit ze zijn opgespoten, als dat waar is, moet het vooi- de roomsche christenen noodzakelijk een ongerijmdheid zijn, dat de tegenwoordige geloovigc protestanten in meer dan éen opzicht naast hen staan.

De geloovige protestanten van nu kmmon toch niet beschouwd worden als menschen, die niets meer met de • Hervorming hebben te maken. Wij', gereformeerde - protestanten handhaven, evenals veel niet-gereformeerde geloovige protestanten, dat de Hervorming van Luther en Calvijn goed geweest is, ja bescliouwd moet worden als een vrijmaking van het christendom. Wij zijn geen onbewuste, doch bewuste tegenstanders van Rome, haar leer, haar godsdienstige gebruiken en haar levensopvatting.

Als zoodanig staan wij in het ijveren voor God en Zijn eer naast Rome.

Dat is niet een toevallige omstandigheid. Neen, het is een levend bewijs er van, dat de Hervorming geen revolutionaire beweging was en dat haar groot onrecht wordt aangedaan, zoo dikwijls zij door de roomsche propaganda op een lijn wordt gesteld met de revolutionaire bewegingen in 't laatst van de 18de eeuw en heel de 19de eeuw.

Wij komen van versdiillende kanten en langs verschillende wegen met Rome hier en daar op gewichtige kruispunten samen. Toch bewandelen we onze eigene wegen en als wij' met Rome samengaan in de actie voor God, doen we dat op een eigen wijze, uit een eigen waarheidstoeginsel en met een eigen levensdoel.

Dit feit verklaart, dat het waarheidsbeginsel van de Reformatie niet een bron is, waaruit revolutionaire modder opspuit, geen boom, waaraan giftige ^TUcht groeit.

Als reformatio continuata staat de Hervorming ook nu nog tegenover Rome. Het versdiil in waarheidsbeschouwing is van blijvenden aard en het zal ook onverminderd voortduren.

Alle pogingen tot overbrugging van de kloof, die er is tusschen Ro-me én ons zijn volkomen nutteloos, want met een verflauwing der grenzen op sommige punten, is todi niet weg te nomen, dat ons de waarheidsvra.ag scheidt.

Het beste is, dat, gelijk Oscar Baühofer ergens geschreven heeft, de Reformatie ook nu nog haar open taal spreekt en Rome behoeft ook haar beschouwing over de Hervorming niet te camoufleeren.

Wij' moeten goed weten wat ons van elkaar scheidt om overal daar waar mogelijkheid van gezamenlijk optreden bestaat, dat te doen met zoo groot mogelijke kennis van de beteekenis daarvan, dat is, in de overtuiging, dat wij van verschillende zijden op het terrein van de praktijk elkaar ontmoeten.

Maar het eigene blijft.

Het eigene is een heilig bezit, dat wiji onder Gods voorzienig bestel danken aan de Reformatie onder leiding der groote Reformatoren.

Met dat eigene willen wij in de geestesworsteling van dezen tijd staan en het is ons een eere er ons in geloof voor in te spannen, dat we mogen behouden, wat we hebben, opdat niemand van ons de kroon wegroove.

En dan mogen we niet nalaten in de voetsporen te gaan van hen, die in geweten zich gebonden achten voor ruim vier eeuwen den waarheidsstrij'd met de Roomsche leer- en levensopvatting aan te binden.

Dat behoeft niet uit te sluiten een samenwerklngj met Rome in de poging om in onze dagen den stroom van ongeloof en afval te keeren.

Het beteekent wel, dat we slechts dan vruchtbaar werk in dezen kunnen doen, als wij onverzwakt en onverflauwd de waarheidsvraag blijven stellen ook ia verband met de roomsche gedachtenwereld en levensbeschouwing.

Zóó slechts kunnen wij' ons zelf blijven en zóó alleen is het mogelijk, dat wij naar alle zijden invloed kunnen uitoefenen op den geest der eeuw.

Onze verschillen met Rome betreffen zaken, die ook in ander verband aan de orde komen. En het gevolg van onbelijndheid in het ©ene brengt soms met zich mee eenzelfde onbelijndheid in het andere.

Het groote vraagstuk der verhouding van genade en vrijheid is niet alleen tusschen Rome en ons aan de orde.

En dat is de reden waarom wij' ons steeds bij vernieuwing weer hebben te bezinnen op het geestelijk bezit, dat wij van de Reformatie ontvingen en dat hierin bestaat, dat de mensch alleen door genade om Christus wil zalig wordt.

Hier hebben we een waarheidsvraag bij' uitnemendheid, waarover het tussdien Rome en de Reformatie vooral gegaan is.

't Is zoo, gemakkelijk mag het niet heeten te zeggen wat toch wel het wezen van het Roomsch- Katholicisme is, maar het zal geen editen volgeling van Luther en Calvijn verwonderen, dat in de vraag van de verhouding tusschen genade en vrijheid de kern van dat wezen is gezocht.

De quaesüe van den vrijen wil mag al de bekoring van het nieuwe missen, maar zij duikt toch altijd weer op en wie kennis neemt van de werken van Jacques Maritain zal moeten toegeven, dat in de roomsche gedachtenwereld die quaestie nog altijd een centrale plaats inneemt.

En het is naar de meening van schrijver dezer artikelen noodig, dat daarop vooral ook nu worde gelet.

Als het waar is, dat de geestelijke strijd tegenwoordig gestreden wordt tusschen 'tThomisme, 't Calvinisme, 't Marxisme en 't Bartheanisme, dan zal het tocli wel duidelijk zijn, dat het eisch is van onzen tijd om ook nauwkeurig kennis te nemen van 'tThomisme en, de gevolgen, die daaruit voor den loop der wereldgeschiedenis in de toekomst kunnen voortvloeien.

De levensbeschouwing van het Thomisme is zoo geheel anders, dan die van 't Calvinisme. Wie soms meenen mocht, dat 't onderscheid toch heusch zoo groot niet is, vergist zich. Ook de genadeleer van het Thomisme laat ruimt© voor de activiteit vani den vrijen wil. Bovendien is de beschouwing over de genade een geheel andere, dan die van 't Cal'vinisme.

Voor ons behoort het vast te staan, dat het

Calvinisme alleen grondslag en waai-borg biedt voor een geordende samenleving in de wereld, omdat het steunt en steunen wil op Gods Woord alleen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's