GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het jaar dat ging.....

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het jaar dat ging.....

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Slot.)

De ouderlingen van de Gereformeerde Kerken hielden 13 en 14 Juni hun vijfde centrale conferentie, waarbij dr B. Wielenga van Amsterdam en prof. dr K. Dijk van Zwolle onder de referenten waren.

De Centrale Diaconale conferentie mocht, eveneens in de hoofdstad, haar gouden jubileum vieren. De herdenking moest in September door de uitgebroken mobilisatie worden uitgesteld en vond nu op 26 October plaats. Uiteraard was het een sober samenzijn. Dr J. Hoek van Den Haag—West, bekend voorman in den Geref. Diaconalen Iwing, hield de gedachtenisrede. Een fraai gedenkboek, samengesteld door onzen collega D. de Wit van Bussum, en een goede aansluiting biedend op het voor 25 jaar geleden uitgekomen gedenkschrift, werd allen diaconieën aangeboden.

Een voorstel van de Kerk van Naaldwijk, bedoelend het mogelijk te maken, dat predikanten in de classis naar een bepaalde orde ruilbeurten zouden kunnen vervullen, „opdat de verscheidenheid der ambtelijke gaven meer aan elk der Kerken ten nutte kome", werd door de classis verworpen. Een voorstel om deze groote classis te splitsen, kon evenmin instemming vinden.

Voorts mogen we er aan herinneren, dat in de prov. Overijssel de classis-splitsing al meer voortgaat. Een splitsing van de classis Ommen in een classis Hardenberg en een classis Ommen verwierf de goedkeuring van de Part. synode en zal 1 Jan. a.s. in werking treden.

En wat de classis Enkhuizen betreft, de Kerken van Wieringen, Slootdorp, Middenmeer en Wieringerwerf zijn 1 Juli j.l. uit de classis Alkmaar overgekomen. Enkhuizen kwam nu van 6 op 10 en Alkmaar daalde van 18 op 14 kerken.

De classis Dokkum heeft het vraagstuk van Zondagsarbeid en kerktijdregeling commissoriaal gemaakt naar aanleiding van een voorstel van de kerk van Lioessens. De commissie concludeerde o.m. dat de kerkeraden inzake de kerktijdregeling degenen, die Zondagsarbeid moeten verrichten, volkomen hebben tegemoet te komen.

Onder de organisaties, die op Geref. erf snel groeien, behoort ook de bond van Geref. Mannenvereenigingen. Ds C. J. V. d. Boom; die vanaf de oprichting kapitein op dit schip is geweest, legde zijn commando neer. Uit een aantal candidaten werd als zijn opvolger gekozen ds M. B. V. 't Veer te Groningen, een der jongere theologen, die den laatsten tijd, ook blijkens zijn Schrifturen, op den voorgrond treedt.

En wat de personalia betreft, mogen we er eerst aan herinneren, dat het 11 Oct. j.l. honderd jaar geleden was, dat ds J. van Andel het levenslicht aanschouwde. Hij was onder de broeders uit de Kerk van A. in de vorige eeuw een op den voorgrond tredende figuur. Tal van commentaren zijn van zijn hand verschenen, terwijl hij vooral ook naam gemaakt heeft door zijn Vademecum Pastorale.

Van minder opwekkonden aard is wat bekend is geworden over de zaak-Goossens. Deze predikant, die na een veeljarig verblijf op Soemba repatrieerde, werd in verband met allerlei moeilijkheden door de classis Appingedam (hij was predikant van de zendende Kerk van Appingedam) op 3 Mei 1938 geschorst en 23 Maart 1939 afgezet. Hij heeft ter zijner verdediging een geschrift in het licht gegeven, tellend 153 bladzijden druks en getiteld: „Openbare scheurmaking op Soemba, de Kerken van Oost-Soemba uitgestooten uit de gemeenschap der Gereformeerde (zendende) Kerken in Nederland, een aanklacht en een verweer". Zijn zaak is thans op de synode van Sneek, die ook twee broeders uit Soemba heeft gehoord en de commissie, die over deze aan-

110 gelegenheid op de voortgezette synode rapporteeren zal, zal wel duidelijk maken wat er op de ernstige beschuldigingen en verwijten, die ds Goossens in zijn geschrift aan het adres van Kerken en personen heeft geuit,

te antwoorden is. Dezer dagen verscheen in verband met deze zaak ook een „Open Brief" aan de leden der Generale Synode van Sneek van de hand van Boaz.

Er zijn in 1939 niet alleen geschillen tusschen zonen van hetzelfde huis gerezen of openbaar geworden, er konden er ook worden beslecht. \V*e noemen het geding dr W. A. V. Es—prof. dr S. Greijdanus'') en het geschil tusschen de hoogleeraren prof. dr H. H. Kuyper en prof. dr K. Schilder. Wat laatstgenoemde verwijdering betreft werd een persbericht gepubliceerd, waarin melding gemaakt werd van een tot wederzij dsch genoegen eindigen van deze zaak.

Wat het Geref. Hooger Onderwijs betreft mogen we hier ook herinneren aan de inauguratie van prof. dr J. H. Bavinck, door de synode van Amsterdam in 1938 benoemd als hoogleeraar in de zendingswetenschappen aan de Theol. Hoogeschool te Kampen en door directeuren van de V.U. benoemd als buitengewoon hoogleeraar in hetzelfde vak. 12 en 13 Oct. heeft prof. Bavinck aan beide Scholen zijn inauguratie gehouden, waarbij hij een rede uitsprak over: „Christus-prediking in de volkerenwereld".

De oud-hoogleeraar der Theol. Hoogeschool, prof. dr A. G. Honig, mocht 6 Oct. zijn 75sten verjaardag vieren.

8 Dec. droeg prof. dr J. Ridderbos het rectoraat aan de Theol. Hoogeschool met een oratie over: „Profetie en ekstase" over aan prof. dr S. Greijdanus, die daarmede wel voor het laatst in zijn ambtelijke loopbaan tot rector zal zijn gepromoveerd.

Ook bij de Vrije Universiteit willen we een oogenblik stilstaan.

Zij mocht haar nieuwen cursus aanvangen met 633 studenten, w.o. 40 dames. Verdeeld over de verschillende faculteiten zijn er 223 theologen, 192 juristen, 93 litteratoren, 89 natuurphilosofen, 10 medici ingeschreven plus 16 studenten voor twee of meer der a-faculteiton. 109 studenten werden voor het eerst ingeschreven, w.o. 22 theologen. 13 promoties vonden plaats, w.o. 3 cum laude.

Van de promoties in de theol. faculteit noemen we die van dr H. J. Jager te Voorthuizen, op 20 Jan., op een dissertatie over: „Rechtvaardiging en zekerheid des geloofs" en van dr N. H. Ridderbos te 2e Exloörmond op denzelfden datum, na verdediging van een proefschrift, getiteld: „De werkers der ongerechtigheid in de individueele Psalmen", een beoordeeling van Mowinkel's opvatting; van dr G. Ubbink, Geref. predikant in H.V. te Utrecht op 28 April, op een proefschrift, getiteld: „Het zonde-begrip in de Synoptische evangeliën"; van dr F. G. Badenhorst over: „Die Rassevraagstuk", op 12 Mei; van dr H. B. Visser, Geref. predikant te Noordwijk- Biunen, op 30 Juni, die een dissertatie verdedigde, getiteld: „De geschiedenis van den Sabbathsstrijd onder de Geref. in de 17e eeuw" (welke promotie cum laude geschiedde); die van dr F. J. Mentz Potgieter, op 20 Oct., op een proefschrift over: „Die verhouding tussen die teologie en die filosofie bij Calvijn" (direct na zijn promotie vertrok dr Potgieter naar Zuid-Afrika); en van dr H. L. N. Joubert en dr N. A. Waaning, Geref. predikant te Zandvoort, die beiden op 15 Dec. tot doctor in de theologie promoveerden, resp. op een dissertatie, getiteld: „Die roeping, sending en sendingsbewussyn van die Nuwe Testamentiese Apostel", met speciale verwysing na die sendingsbewussyn van die Ou-Testamentiese profcte en van Jesus Christus, en „Onderzoek naar het gebruik van pneuma (geest) bij Paulus". Ook dr Joubert vertrok daags na zijn promotie naar zijn vaderland.

Wat de aan de V.U. in de theol. faculteit verdedigde dissertaties betreft, ontstond over die van dr H. J. Jager in de pers eenige discussie. Ds D. v. Dijk van Groningen betuigde in „De Reformatie" zijn instemming met dit proefschrift, maar prof. dr H. H. Kuyper bestreed het in „De Heraut", onder opmerking, dat de V.U., noch de theol. faculteit, noch de promotor aansprakelijk mogen worden gesteld voor hetgeen in de proefschriften van haar leerlingen wordt beweerd". Ds Chr. J. W. Teeuwen, van Heerde, deze dingen besprekend in de „Geld. Kerkbode" (no. van 25 Febr.), concludeerde, „dat hier ontzettend veel overdreven, opgeblazen en toegespitst wordt".

Directeuren van de V.U. hebben aan prof. mr P. S. Gerbrandy, in verband met zijn benoeming tot minister van justitie, eervol ontslag verleend als hoogleeraar in de vakken Handelsrecht en Burgerlijk Procesrecht, die hij sinds 26 Sept. 1930 doceerde en bereids als zijn opvolger benoemd mr dr J. Oranje, secr. van de directie voor Nederland en Koloniën bij Philips te Eindhoven. Het is niet de eerste hoogleeraar, die door directeuren bij Philips ontdekt werd!

De V.U. zag het corps van haar docenten weer met drie uitbreiden, want als docenten in de Wis- en Natuurkundige Faculteit werden benoemd de heeren A. J. Drewes B.Fzn, directeur van de Chr. H.B.S. A. te Amsterdam, voor de didactiek der wiskunde; dr M. Kruyswijk, leeraar aan de Chr. H.B.S. en het gymnasium te Rotterdam, voor de didactiek der natuurkunde en ir J. Verboom, con-rector van het Herv. Lyceum te Amsterdam, voor de didactiek der scheikunde.

Zoowel prof. dr K. Schilder als prof. dr G. Ch. Aalders kwamen dit jaar thuis van een reis naar Amerika. Beiden hebben daar lezingen gehouden en terwijl eerstgenoemde pogingen heeft aangewend om toenadering te bewerkstelligen tusschen de Chr. Geref. Kerk en de groep-Hoeksema, die in 1924 is ontstaan, heeft laatstgenoemde als afgevaardigde der Gereformeerde Kerken hier te lande de Generale Synode van de beide Geref. kerkgemeenschappen (de Ref. Church in Amerika en de Chr. Geref. Kerk van Noord-Amerika) bijgewoond.

Prof. dr S. du Toit, om van Amerika over te steken naar Afrika, zoon van prof. dr J. du Toit, hoogleeraar te Potchefstroom, kwam naar Nederland om aan de Vrije Universiteit en de R.U. te Leiden zijn studie van de Semitische talen on kennis van het Oude Testament voort te zetten.

Veel werk, dat de Gereformeerde Kerken in het buitenland doen, werd afgebroken door den uitgebroken volkerenkrijg.

Daarom moest cand. A. de Groot, die namens de Kerk van Brussel in Frankrijk als hulpprediker v/erkzaam was onder de verstrooiden, zijn post te Parijs verlaten en kon het werk van cand. C. Maan, die als hulpprediker van de Kerk van Ruhrort in Keulen arbeidde, niet worden voortgezet. Gelukkig vonden beide broeders als hulpprediker arbeid, resp. te Kralingen en te Zeist.

We willen hier ook vermelden, dat ds G. Renting, em.-predikant te Baarn, die gedurende zijn veeljarig verblijf in den Geld. Achterhoek, zich op allei'lei gebied heeft bewogen, door thans het laatste deel van zijn omvattende taak, n.l. het hoofdredacteurschap van „De Graafschapper", een driemaal per week verschijnend orgaan te Aalten, neer te leggen, zich algeheel heeft teruggetrokken van het publieke terrein. Hij was een man van groote bedrijvigheid, wiens naam met eere speciaal in Gelderland genoemd blijft.

Ten besluite mogen we hier wijzen op het feit, dat de ongunst der tijden de Geref. uitgevers niet heeft weerhouden de werken van onze Geref. theologen ter perse te leggen. Wij zullen hier niet opsommen wat in 1939 het licht zag. Slechts twee dingen vermelden wij. Allereerst de verschijning van het boek van prof. dr G. Ch. Aalders: „Het Verbond Gods", waarin de bekv/ame Oud-Testamenticus van de V.U. een gedachtengang heeft ontwikkeld, die tot breede artikelen aanleiding heeft gegeven. Het boek heeft niet alleen bestrijding ondervonden in „De Reformatie" van prof. dr K. Schilder, maar in verschillende kerkboden verklaarden tal van predikanten, dat zij zich in de gegeven voorstelling niet geheel konden vinden. „De lezing liet bij mij soms wel vragen opkomen — vragen ook inzake kwesties, wier oplossing, gelijk ze door dr Aalders gegeven wordt, mij niet bevredigt" (Ds J. Smelik in „Ons Kerkblad", no. van 2 Dec). We geven met opzet dit citaat, wijl duidelijk blijkt, dat hier niet een tegenstelling Amsterdam—Kampen in het geding is.

Tenslotte een ander werk, dat in 1939 het licht zag en dat door allen in den kring der Gereformeerde Kerken met groote vreugde is begroet, n.l. het eerste deel van de Archiefstukken betreffende De Afscheiding van 1834, uitgegeven door de commissie van uitvoering uit het moderamen van het „Comité tot herdenking van de Afscheiding van 1834". Dit deel, dat verzorgd werd door dr F. L. Bos, Geref. predikant te Wilnis en de stof tot aan de Afscheiding te Ulrum behandelt, biedt de gedenkstukken uit de voorgeschiedenis. Het is een kloek boek geworden, dat door meerdere deelen zal worden gevolgd en waarvan het eerste exemplaar aan de Sneeker synode werd aangeboden. Het verkondigt ons de groote werken Gods in de vorige eeuw. Ook wij mogen die niet vergeten, vertellende de loflelijkheden des Heeren en Zijne wonderen, die Hij gedaan heeft. (Ps. 78.)

We willen van de Gereformeerde Kerken geen afscheid nemen, alvorens eerst haar dooden te hebben herdacht. Ook nu werden weer tal van dienaren afgeroepen van hun post. Wij herdenken hier ds Volders te Rotterdam, een der eerste miss. predikanten voor de Jodenzending, den jeugdigen ds Wessels te Harlingen, nog maar 43 jaar oud en wandelend als een Nathanael, den kloeken ds Minnema van Garijp, niet onbekend op onze Geref. synoden, den krachtigen ds van Loon van Wollheze, den beminnelijken ds Karssen van Hattem, den ouden ds Balhuizen, zooveel jaren de kudde Gods gewijd hebbende te Sexbierum, den eenvoudigen en trouwen ds Bax van Holten, den bedrijvigen ds Verrij van Hardenberg, in wiens hart de weezen zulk een groote plaats innamen, den hoogbejaarden ds Duursema, tot in zijn ouderdom groen, en frisch en geklommen tot 92 levensjaren en tenslotte den actieven ds Goote, van de Beyerlanden.

Gedenkt uwe voorgangers, die het Woord Gods gesproken hebben

Aan hunno graven neigt zich ons vaandel töt •ëefe eerbiedigen groet! •• - ^r'

Overzien wij alles wat in 1939 op het terrein van kerk en school onze aandacht trok als in vogelvlucht, dan is er stof te over om met een dankbaar hart den Oudejaarsavond door te brengen. God heeft in dit goede land het licht nog niet van den kandelaar genomen. Nederland is nog altijd een Christelijk land. En al is or ook bij ons veel ontrouw en afval, het Calvinisme heeft van zijn expansieve kracht nog niets verloren. Het zai ook in 1940 zijn oorsprong en waarborg van onze constitutioneele vrijheden, als wij in geloofsgehoorzaamheid willen wandelen en iets verstaan van wat het geheim is geweest van het leven van Willem van Oranje, die in een eveneens hangen tijd het gulden woord sprak: „...Eerst alsoo 't aengaat de glorie van God en de rust van de arme geloovigen in 't vaderland, soo zal een iegelijk aan een zijde zetten alle ambitie ende eigen-

baet". SCHEPS.


1) Noot van de redactie. Deze zaak was reeds afgehandeld in het begin van 1939. K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

Het jaar dat ging.....

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's